ECLI:NL:RBBRE:2010:BL0898
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Gameren
- A. de Graaf
- J. Josten
- Rechtspraak.nl
Fundamentele inbreuk op procesorde leidt tot niet-ontvankelijkheid openbaar ministerie in drugszaken
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 27 januari 2010, zijn de verdachte en zijn raadsman, mr. P.J. Silvis, betrokken in een strafzaak met betrekking tot de in- en uitvoer van drugs, waaronder heroïne, XTC en amfetamine, en het witwassen van geld. De rechtbank heeft vastgesteld dat er ernstige schendingen zijn geweest van de beginselen van een behoorlijke procesorde, die hebben geleid tot een fundamentele inbreuk op het recht van de verdachte op een eerlijk proces. De rechtbank concludeert dat door het handelen van de verbalisanten het verhoor van de verdachte niet meer naar behoren kan worden gereconstrueerd, wat de betrouwbaarheid van de bekentenis van de verdachte in gevaar heeft gebracht. Dit heeft geleid tot de beslissing om het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging van de verdachte.
De rechtbank heeft in haar overwegingen gewezen op de onregelmatigheden in de proces-verbaal van de verbalisanten, die niet correct zijn omgegaan met de verklaring van de verdachte. De verbalisanten hebben wijzigingen en aanvullingen aangebracht in de verklaring van de verdachte zonder dit adequaat te documenteren of te communiceren. Dit heeft geleid tot een situatie waarin de oorspronkelijke verklaring van de verdachte niet meer te achterhalen is, wat de transparantie en de integriteit van het proces in gevaar heeft gebracht.
De rechtbank heeft ook het Karmancriterium en het Zwolsmancriterium in overweging genomen, waarbij de belangen van de gemeenschap en de rechtspleging in het geding zijn. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de schendingen zo ernstig zijn dat deze de kern van de rechtspleging raken, en dat de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie gerechtvaardigd is. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige en transparante procesvoering, vooral in strafzaken waar de rechten van de verdachte op het spel staan.