ECLI:NL:RBBRE:2010:BL3244
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Kralingen
- A. Volkers
- J. Hopmans
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor valsheid in geschrift en schending van voedselveiligheidsvoorschriften
In de zaak tegen de verdachte, die betrokken was bij een omvangrijke valsheid in geschrift, heeft de rechtbank Breda op 10 februari 2010 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het laten namaken van stickers voor levensmiddelen, die valselijk waren voorzien van een langere houdbaarheidsdatum dan door de producent was aangegeven. Daarnaast werd de verdachte verweten dat hij nagemaakte stickers op levensmiddelen aanbracht en deze vervolgens te koop aanbood. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan valsheid in geschrift en het niet afvoeren van bedorven kazen, die als categorie 2-materiaal moesten worden behandeld. De rechtbank sprak de verdachte vrij van deelname aan een criminele organisatie, omdat er onvoldoende bewijs was voor een gestructureerde samenwerking met anderen met het doel om misdrijven te plegen.
De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van 9 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, en een geldboete van € 500,00. De rechtbank motiveerde de straf door te wijzen op de ernst van de feiten, die een gevaar voor de volksgezondheid met zich meebrachten. De verdachte had door zijn handelen niet alleen de gezondheid van consumenten in gevaar gebracht, maar ook de belangen van de fabrikanten van de betrokken producten geschaad. De rechtbank hield rekening met de recidive van de verdachte en de noodzaak om hem te weerhouden van het plegen van nieuwe strafbare feiten. De uitspraak benadrukt de strikte naleving van voedselveiligheidsvoorschriften en de gevolgen van valsheid in geschrift in de voedingsmiddelenindustrie.