ECLI:NL:RBBRE:2010:BL4423
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herstelbeleid bij naheffingsaanslag BPM en boetebeschikking
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 20 januari 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, [A], en de inspecteur van de Belastingdienst/Douane Zuid. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM) en een daarbij opgelegde boete. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur niet aannemelijk had gemaakt dat aan eiseres een informatie- en waarschuwingsformulier inzake de BPM was uitgereikt ten tijde van het eerste geconstateerde weggebruik. Hierdoor kon eiseres zich beroepen op het herstelbeleid, dat inhoudt dat bij de eerste constatering van gebruik met een niet-geregistreerde auto een waarschuwing moet worden gegeven in plaats van een naheffingsaanslag.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, en zowel de naheffingsaanslag als de boetebeschikking vernietigd. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur in de proceskosten van eiseres moest worden veroordeeld tot een bedrag van € 644 en dat het door eiseres betaalde griffierecht van € 41 aan haar moest worden vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat de inspecteur niet kon aantonen dat het informatieformulier was uitgereikt, en dat de inspecteur de gevolgen van het niet kunnen overleggen van dit document voor zijn rekening moest nemen. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat er geen gronden waren voor het toekennen van een schadevergoeding aan eiseres, omdat zij niet aannemelijk had gemaakt dat zij om vergoeding van kosten had verzocht voordat de uitspraak op bezwaar was gedaan.