ECLI:NL:RBBRE:2010:BM1660
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Bakx
- J. Ebben
- A. van Breugel
- Rechtspraak.nl
Poging tot afdreiging van de Minister-President door bedreiging met smaad
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 20 april 2010, stond de verdachte terecht voor poging tot afdreiging van de Minister-President. De verdachte had op 25 juni 2009 een e-mail gestuurd naar de Minister-President, waarin zij dreigde aangifte te doen van seksuele intimidatie, tenzij hij haar zou betalen. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was. De verdachte werd vrijgesproken van andere tenlasteleggingen, maar werd wel strafbaar geacht. De rechtbank nam in overweging dat de verdachte geen eerdere veroordelingen had en dat zij berouw toonde. De reclassering adviseerde een voorwaardelijke straf met reclasseringscontact. De rechtbank legde een gevangenisstraf van vier maanden op, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden voor reclassering en behandeling. De rechtbank oordeelde dat de poging tot afdreiging een ernstig feit was, vooral gezien de status van het slachtoffer als Minister-President. De rechtbank hield rekening met de geestelijke gezondheid van de verdachte, die lijdende was aan een waanstoornis en een persoonlijkheidsstoornis. De beslissing werd genomen op basis van verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, en de rechtbank verklaarde de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging. Het vonnis werd uitgesproken in openbare zitting, waarbij de rechters en de griffier aanwezig waren. De rechtbank verklaarde het in beslag genomen voorwerp, een computer, verbeurd.