4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
Parketnummer 02/810767-08, feiten 1 en 2A en B
Deelname aan een criminele organisatie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie, zoals tenlastegelegd onder parketnummer 02/810767-08, die zich bezig hield met grootschalige hennepteelt- en handel. Ook werd volgens de officier van justitie door leden van de organisatie op grote schaal gefraudeerd met hypotheekaanvragen en werd er witgewassen. Er was sprake van een duurzaam samenwerkingsverband dat gekenmerkt werd door structuur en hiërarchie en dat onder leiding stond van [mededader].
De duurzaamheid leidt de officier van justitie af uit verklaringen van enige getuigen en medeverdachten. Deze hebben - kort gezegd – verklaard dat [mededader] al jaren in de wiet zit.
Tevens volgt de duurzaamheid uit de verklaringen van [mededader A] en [mededader B], vaste afnemers van [mededader]. Vanaf begin 2008 namen zij al hennep bij [mededader] af.
Zelf heeft [mededader] bij de rechter-commissaris verklaard dat toen het in de paardenhandel niet goed ging (vanaf 2006) hij is gaan handelen in hennep. Toen de handel op gang was, kreeg [mededader] vrijwel dagelijks bezoek van leveranciers en afnemers. Over de telefoon werd versluierd taalgebruik gebezigd.
Dat er sprake was van hiërarchie blijkt, aldus de officier van justitie, uit de wijze waarop de groepering rondom [mededader] was samengesteld en de wijze waarop zij opereerden. Aan het hoofd stond [mededader] en zijn vrouw [mededader C]. Nauwe samenwerking had [mededader] met [mededader D], een vaste afnemer.
Verdachte kan worden beschouwd als vaste monteur, controleur en toezichthouder binnen de organisatie. Hij heeft geholpen met het opbouwen van kwekerijen, zorg gedragen voor het onderhoud en kwam langs als er problemen waren. In de zomer van 2008 bracht hij zeker 26 keer een bezoek aan de [adres] en tussen 17 maart 2008 tot en met 8 mei 2008 zeker 21 keer aan de [adres].
Vaste leverancier was [mededader E], echter ook [mededader F] leverde een aantal malen hennep. Voor hennepstekken zorgde [mededader G].
Bij de witwas- en fraudepraktijken was een aantal financiële experts betrokken, zoals [mededader H], [mededader I] en [mededader J].
Tot slot was er een vaste groep knippers die door [mededader] werd benaderd, [mededader K], [mededader L] en [mededader M].
Hieruit volgt volgens de officier van justitie dat er voor ieder een vaste rol in de organisatie rondom [mededader] was en dat er sprake was van een taakverdeling.
Structuur in de organisatie leidt de officier van justitie af uit het inzetten van stromannen/-vrouwen voor bewoning van panden, waarin hennep werd gekweekt, het beveiligen van de panden door [mededader N], de omstandigheid dat hennep uit eigen kweek werd aangevuld met hennep van vaste leveranciers, het leveren aan vaste afnemers en het leasen van auto’s voor leden van de organisatie bij de Van Mosselgroep.
Er werd aldus op grote schaal hennep gekweekt en in hennep gehandeld, valsheid in geschrift en oplichting gepleegd en witgewassen.
Dat de organisatie het plegen van deze misdrijven tot oogmerk had, blijkt uit de taps, de verklaringen van de verdachten en getuigen, het aantreffen van valse stukken waarmee hypotheken zijn verkregen.
Het bestaan van de criminele organisatie acht de officier van justitie bewezen over de periode zoals tenlastegelegd.
Voor de rol van verdachte in de organisatie heeft de officier van justitie in het bijzonder nog aangevoerd dat uit historische printgegevens blijkt dat verdachte reeds vanaf juli 2007 veelvuldig telefonisch contact had met [mededader]. Uit bakengegevens blijkt dat verdachte 56 keer bij [mededader] in zijn woning aan de [adres] is geweest. Uit de verklaring van [mededader O] blijkt dat [mededader] de baas was van verdachte en dat verdachte samen met [mededader O] vanaf 2006 naar hennepplantages in Nederland ging om deze te onderhouden of om daar te knippen. De belangrijkste werkzaamheden van verdachte hebben bestaan uit het aanleggen van electriciteit, het aan- en afsluiten van illegale electriciteitsvoorzieningen, het onderhouden van hennepkwekerijen, het oplossen van problemen in kwekerijen en het nemen van maatregelen zodat de kwekerijen in werking blijven, het mee aanleggen van beveiligingscamera’s in de kwekerijen, het regelen en vervoeren van materialen en hennepstekken en het aansturen van diegenen die de hennepkwekerijen onderhielden, het zoeken naar panden die geschikt waren voor de hennepteelt in Nederland, het meehelpen bij het oogsten en vervoeren van hennepplanten naar kniplocaties.
Met name uit tapgesprekken, bakengegevens en verklaringen van medeverdachten is volgens de officier van justitie gebleken dat verdachte binnen de criminele organisatie in ieder geval betrokkenheid had bij de volgende kwekerijen in Nederland: [adres] te Waspik, [adres], [adres] Sprang-Capelle, [adres] 36 te Kaatsheuvel en [adres België] .