3. De beoordeling
3.1. Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen en de overgelegde producties wordt uitgegaan van de volgende feiten:
- De rechtbank Breda heeft op 6 januari 2010 tussen partijen vonnis in kort geding gewezen in de zaak met kenmerk 211838 / KG ZA 09-707 (hierna te noemen: het vonnis). In dit vonnis werd JB geboden zich te onthouden van verdere inbreuk op auteursrechten van Happy-Point op opblaasbare Abraham-pop en Sarah-pop. Het vonnis is onherroepelijk geworden.
- In het vonnis is onder punt 4.2. van het dictum het volgende opgenomen:
‘gebiedt JB en Stef-Verhuur ieder voor zich binnen uiterlijk dertig dagen na betekening van dit vonnis aan de advocaat van Happy-Point, mr. R.M. van Rompaey, te doen toekomen een schriftelijke, door een registeraccountant gecontroleerde en gewaarmerkte opgave van de volgende informatie: a. de door of in opdracht van JB en Stef-Verhuur geproduceerde aantallen van de inbreukmakende zaken, allthans -indien JB en Stef-Verhuur de inbreukmakende zaken aantoonbaar niet zelf produceren of doen produceren- de aan JB en Stef-Verhuur geleverde aantallen, nummers, prijzen en leverdata van de inbreukmakende zaken, zulks gerangschikt per leverancier, maker, producent of distributeur van de inbreukmakende zaken, onder overlegging van kopieën van de daarop betrekking hebbende facturen en onder mededeling van adres(sen), e-mailadres(sen), telefoon- en telefaxnummer(s); b. de afnemers (voor zover bekend), alsmede de verkochte en verhuurde aantallen, nummers, prijzen, leverdata en afleveradressen van de inbreukmakende zaken, zulks gerangschikt per afnemer, onder overlegging van kopieën van de daarop betrekking hebbende facturen en onder mededeling van de adres(sen), e-mailadres(sen), telefoon- en telefaxnnummer(s); c. de bij JB en Stef-Verhuur nog aanwezige voorraad van de inbreukmakende zaken onder vermelding van de locatie waar de inbreukmakende zaken zich bevinden. Alsmede de aantallen van de inbreukmakende zaken; d. de met de inbreukmakende zaken behaalde omzet en winst;’.
- In het vonnis is onder punt 4.6. van het dictum het volgende opgenomen:
‘veroordeelt JB en Stef-Verhuur ieder voor zich tot betaling aan Happy-Point van een dwangsom van euro 5.000,= voor iedere overtreding van de onder punt 4.1. t/m 4.4. toegewezen geboden, alsook voor iedere dag dat JB en Stef-Verhuur met de gehele of gedeeltelijke nakoming van de onder punt 4.1. t/m 4.4. toegewezen geboden in gebreke blijven, met bepaling dat JB maximaal euro 100.000,= en Stef-Verhuur maximaal € 50.000,= aan dwangsommen kan verbeuren;’.
- Bij exploot van 18 januari 2010 is het vonnis aan JB betekend.
- Op 29 januari 2010 heeft [O] AA, verbonden aan De Jong & Laan accountants en belastingadviseurs in opdracht van JB rapport uitgebracht. Dit is de “huisaccountant” van JB.
- JB heeft bij brief van 1 februari 2010 dit rapport toegezonden aan Happy Point. De brief vermeldt: “(…) Overeenkomstig het vonnis van 6 januari jl. met zaaknummer: 211838 / KG ZA 09-707 ontvangt u ingesloten een schriftelijke door een registeraccountant gecontroleerde en gewaarmerkte opgave van de onder punt 4.2 a,b,c en d gevraagde informaties.(…)”
- In het rapport is onder meer het volgende opgenomen: “(…) In de beslissing van de voorzieningenrechter is bepaald dat JB-Inflatable B.V. een door een registeraccountant gecontroleerde en gewaarmerkte opgave moet verstrekken van de in de punt 4.2 a t/m d van het vonnis beschreven zaken. Het is voor een accountant niet mogelijk de beschreven zaken in de zin van de wet te controleren. Gezien de beperkte grootte en het ontbreken van voldoende functiescheidingen binnen de organisatie van de onderneming kan er geen accountantscontrole worden uitgevoerd. (…) De aard van de opdracht brengt met zich mee dat op het in deze rapportage opgenomen cijfermateriaal en toelichtingen geen accountantscontrole is toegepast en dat tevens geen beoordelingsopdracht is uitgevoerd. Een en ander impliceert dat aan onze rapportage geen zekerheid kan worden ontleend omtrent de getrouwheid van het in deze rapportage opgenomen cijfermateriaal en toelichting daarop. (…)”
- JB heeft nadien niet alsnog een rapport van een registeraccountant toegezonden aan Happy Point.
- JB heeft de poppen die zij moest afgeven, in verminkte staat afgegeven: de verankeringspunten waren door haar verwijderd en de poppen waren door haar bespoten, met de bedoeling de exploitatie door Happy Point van deze poppen onmogelijk te maken.
- Bij brief van 25 februari 2010 heeft Happy-Point JB gesommeerd om het bedrag van EUR 11.510,60, zijnde de volgens genoemd rapport van JB behaalde winst, aan haar over te maken.
- JB heeft op 26 februari 2010 voornoemd bedrag van EUR 11.510,60 overgemaakt op de bankrekening van de Stichting Beheer Derdengelden o.v.v. Happy-Point.
- Bij exploot van 16 maart 2010 heeft de deurwaarder bevel gedaan verbeurde dwangsommen te voldoen, tot het maximum van EUR 100.000,00.
- Bij dagvaarding van 16 maart 2010 heeft Happy-Point de bodemprocedure bij de rechtbank Breda aanhangig gemaakt. In deze dagvaarding is vermeld dat JB dwangsommen tot het maximumbedrag heeft verbeurd omdat zij heeft nagelaten middels een registeraccountant te voldoen aan punt 4.2. van het dictum en omdat JB poppen verminkt zou hebben afgegeven.