RECHTBANK BREDA
Sector bestuursrecht, team bestuursrecht
procedurenummer: 09 / 570 WAO
uitspraak van de enkelvoudige kamer
[naam persoon],
wonende te [woonplaats], eiseres,
gemachtigde mr. P.J. van der Meulen,
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV; kantoor Eindhoven),
verweerder.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 18 december 2008 (bestreden besluit) inzake de herziening van de arbeidsongeschiktheidsuitkering van eiseres.
Het beroep is behandeld ter zitting van 25 juni 2009, waarbij aanwezig waren eiseres, haar echtgenoot en haar gemachtigde en namens verweerder mr. I.P.H.M. van Lieshout.
Na de behandeling ter zitting heeft de rechtbank het onderzoek heropend omdat het onderzoek naar een arbeidskundig aspect van het bestreden besluit niet volledig was geweest.
Na correspondentie met partijen heeft de rechtbank verweerder toestemming gegeven om een nader onderzoek in te laten stellen door een arbeidskundig analist. Verweerder heeft de rechtbank bij brief van 17 maart 2010 geïnformeerd over de resultaten daarvan.
De rechtbank heeft eiseres in de gelegenheid gesteld om daarop te reageren. Eiseres heeft daarvan gebruik gemaakt.
Partijen hebben de rechtbank toestemming gegeven uitspraak te doen zonder nadere zitting.
2.1 Op grond van de gedingstukken en de behandeling ter zitting gaat de rechtbank uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Eiseres is parttime werkzaam geweest als catering medewerkster. Voor dat werk is zij in december 1999 uitgevallen vanwege suikerziekte. Verweerder heeft aan eiseres een uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) toegekend met ingang van 27 december 2000, laatstelijk berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%.
Na medisch en arbeidskundig onderzoek heeft verweerder bij besluit van 10 juni 2008 de WAO–uitkering per 11 augustus 2008 herzien en vastgesteld naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 25 tot 35%.
Bij het bestreden besluit heeft verweerder de bezwaren van eiseres ongegrond verklaard en het besluit van 10 juni 2008 gehandhaafd.
2.2 Eiseres heeft in beroep, samengevat, aangevoerd dat haar medische beperkingen te laag zijn ingeschat. Zij dient regelmatig te rusten en haar partner doet de zwaarste huishoudelijke taken. Eiseres heeft twee tot drie keer per week een hypo. Ook heeft zij last van psychische klachten, waaronder stemmingswisselingen, allergieën, oogklachten en een lekkende nier. Deze aspecten zijn in het onderzoek onderbelicht gebleven. Eiseres vindt het bovendien vreemd dat zij in een aantal opzichten vergeleken met de laatste beoordeling in het verleden minder beperkt wordt geacht, terwijl er wat betreft haar (lichamelijke) klachten niets is veranderd. Eiseres heeft ter onderbouwing van haar medische standpunt een brief overgelegd van de klinisch psycholoog/psychotherapeut [naam], bij wie zij onder behandeling is voor haar psychische klachten. Zij acht voorts de geduide functies te zwaar gelet op haar beperkingen en de combinatie van de belastingen in die functies. Inzake de functies produktiemedewerker textiel en huishoudelijk medewerker gebouwen voert eiseres bovendien aan dat zij vanwege haar psychische beperkingen niet in staat is om de voor die functies benodigde opleiding te volgen. Bovendien dienen volgens eiseres de functies huishoudelijk medewerker gebouwen (Sbc-code 111334) en huishoudelijk medewerker (Sbc-code 111333) als één functie te worden aangemerkt vanwege de overeenkomsten in functiebeschrijving, functiebelasting en functie-eisen.
2.3 Arbeidsongeschikt in de zin van de WAO is degene die als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte of gebreken geheel of gedeeltelijk niet in staat is met algemeen geaccepteerde arbeid te verdienen hetgeen soortgelijke gezonde personen met arbeid gewoonlijk verdienen. Van belang is dan ook:
-of eiseres medische beperkingen heeft en
-of zij daardoor geheel of gedeeltelijk niet meer in staat is met algemeen geaccepteerde arbeid inkomsten te verwerven.
Om de mate van arbeidsongeschiktheid vast te stellen maakt verweerder gebruik van het Claim Beoordelings- en Borgingssysteem (CBBS). De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft dit systeem aanvaard als ondersteunend systeem bij de beoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid.
Voor meer bijzonderheden omtrent de eisen die aan de toepassing van deze schattingsmethode gesteld moeten worden, verwijst de rechtbank naar de uitspraken van de CRvB gepubliceerd op www.rechtspraak.nl onder LJ-nummers AR4717, AY9971 en AZ9153.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder terecht het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten zoals dat gold tot 1 oktober 2004 (Schattingsbesluit) heeft toegepast.
2.4 Het bestreden besluit is wat betreft de vaststelling van de medische belastbaarheid gebaseerd op rapportages van een verzekeringsarts en een bezwaarverzekeringsarts.
De verzekeringsarts heeft eiseres gezien op het spreekuur en haar dossier bestudeerd. Voorts is informatie ingewonnen bij de behandelend internist-endocrinoloog [naam] en bij de apotheek Korvel. De verzekeringsarts heeft in de rapportage van 6 maart 2008 aangegeven dat er ten opzichte van het laatst verrichte medisch onderzoek van 13 juli 2001 geen evidente wijziging is in de medische toestand van eiseres c.q. de hiermee samenhangende medische beperkingen. Volgens de verzekeringsarts is eiseres vanwege haar suikerziekte aangewezen op regelmaat. De verzekeringsarts acht het tevens aannemelijk dat eiseres is aangewezen op fysiek licht werk en een medische urenbeperking van 4 uur per dag c.q. 20 uur per week. Verder is zij aangewezen op niet stresserend (zonder veelvuldige deadlines of produktiepieken) werk en is zij niet in staat tot beroepsmatig autorijden.
De verzekeringsarts heeft de beperkingen en de belastbaarheid van eiseres neergelegd in de FML van 10 maart 2008.
De bezwaarverzekeringsarts heeft de beschikbare medische gegevens, waaronder de door eiseres ingebrachte informatie van de sensor-overlay over diverse periodes in 2008, bestudeerd. De bezwaarverzekeringsarts heeft in de rapportage van 10 november 2008 aangegeven dat het onderzoek door de verzekeringsarts voldoende zorgvuldig is geweest. De verzekeringsarts heeft bovendien voldoende gemotiveerd waarom geen sprake zou zijn van andere beperkingen dan eerder is aangenomen. De verzekeringsarts heeft volgens de bezwaarverzekeringsarts voldoende rekening gehouden met de ontregelingen van eiseres door beperkingen te veronderstellen ten aanzien van de werkdruk, energetische belastbaarheid en het werkpatroon. Er is terecht een urenbeperking van 20 uur per week aangenomen. Volgens de bezwaarverzekeringsarts is in de geduide functies geen sprake van zware fysieke of energetische belasting en wordt de belastbaarheid van eiseres niet overschreden.
De bezwaarverzekeringsarts heeft, naar aanleiding van de beroepsgronden, op 16 februari 2009 opnieuw gerapporteerd. Volgens de bezwaarverzekeringsarts heeft de verzekeringsarts door het geven van de urenbeperking en van zowel lichamelijke als psychische beperkingen voldoende rekening gehouden met de energetische beperkingen van eiseres. Verder was de verzekeringsarts op de hoogte van de behandeling van eiseres door een psycholoog in verband met haar stemmingswisselingen. Bij onderzoek van de psyche was verder geen belangrijke psychopathologie te zien. De verzekeringsarts heeft, door eiseres beperkt te achten ten aanzien van psychisch stresserend werk, voldoende rekening gehouden met haar psychische beperkingen. Inzake de nierklachten van eiseres merkt de bezwaarverzekeringsarts op dat in de brief van de internist-endocrinoloog [naam], waarover de verzekeringsarts beschikte, expliciet wordt vermeld dat er geen sprake is van retinopathie of nefropathie. Naar aanleiding van de vergelijking die eiseres maakt met de beoordeling van 2000 [de rechtbank: bedoeld is maart 2001] geeft de bezwaarverzekeringsarts aan dat de beperkingen toentertijd zijn weergegeven in een FIS-formulier dat een andere systematiek kent dan de FML. Het beroepschrift geeft de bezwaarverzekeringsarts geen aanleiding om het eerder ingenomen standpunt te wijzigen.
De bezwaarverzekeringsarts heeft naar aanleiding van vragen van de rechtbank in de rapportage van 10 juni 2009 aangegeven dat het vereiste dat eiseres vanwege haar suikerziekte is aangewezen op regelmaat terug te vinden is in de FML in de vorm van de vastgestelde beperkingen ten aanzien van werktijden, psychisch stresserende belasting en zware fysieke belasting. Pieken in belasting kunnen bij eiseres een ontregeling geven in de suikerhuishouding. Het is bij suikerziekte niet nodig om een regelmaat te hebben in taken of iets dergelijks, het gaat erom dat de inspanning die nodig is geen grote schommelingen kent, aldus de bezwaarverzekeringsarts. De bezwaarverzekeringsarts heeft verder naar aanleiding van de door eiseres overgelegde brief van de klinisch psycholoog/psychotherapeut aangegeven dat de conclusie van de verzekeringsarts dat eiseres beperkt is voor stresserend werk past bij de in die brief vermelde informatie. Deze brief geeft de bezwaarverzekeringsarts geen aanleiding om de eerder aangegeven belastbaarheid van eiseres te herzien.
Op grond van de beschikbare gegevens moet naar het oordeel van de rechtbank worden aangenomen dat de verzekeringsartsen bij eiseres niet te geringe medische beperkingen hebben vastgesteld.
Met name blijkt uit de rapportages van de verzekeringsartsen dat zij op de hoogte waren van de door eiseres gestelde klachten, waaronder de hypo’s, stemmingswisselingen, allergieën, oogklachten en een lekkende nier. Zij waren ook op de hoogte van het feit dat eiseres geen zwaar huishoudelijk werk doet en dat zij regelmatig rust.
Dat, zoals eiseres aanvoert, zij per 11 augustus 2008 minder beperkt wordt geacht dan in het verleden (2001) maakt naar het oordeel van de rechtbank niet dat de FML van 10 maart 2008 onjuist zou zijn. Een verzekeringsarts is immers niet gebonden aan eerdere verzekeringsgeneeskundige opvattingen en vertalingen daarvan in belastbaarheidspatronen. Het staat een verzekeringsarts vrij om op basis van bij onderzoek verkregen feiten en omstandigheden opnieuw zijn mening te vormen of zich een andere mening te vormen dan zijn voorganger(s). Bovendien werd ten tijde van de laatste beoordeling per 19 december 2001 een ander systeem gebruikt voor het vaststellen van de beperkingen dan bij de onderhavige beoordeling.
Uit de informatie die eiseres in beroep heeft overgelegd blijkt voorts niet dat zij meer of ernstiger beperkingen heeft dan de verzekeringsartsen hebben aangenomen. De rechtbank heeft daarbij inzake de psychische klachten van eiseres in aanmerking genomen dat [naam persoon] in haar brief van 29 april 2009 schrijft dat geen sprake is van psychopathologie in engere zin. Verder is er geen indicatie voor verwijzing naar de afdeling psychiatrie. Aan eiseres is een behandeling aangeboden gericht op het vermeerderen van activiteiten buitenshuis en het verminderen van de sturende rol die de diabetes in haar leven heeft. De rechtbank stelt vast dat in de FML rekening is gehouden met enige verminderde psychische belastbaarheid van eiseres. Uit voormelde brief van [naam persoon] blijkt niet dat eiseres meer of ernstiger psychische beperkingen heeft dan de verzekeringsartsen hebben vastgesteld. Het door eiseres overgelegde krantenartikel bevat slechts algemene informatie over psychische klachten bij diabetici en geen concrete medische informatie over de specifieke situatie van eiseres.
Naar aanleiding van de grief van eiseres dat haar allergie voor synthetische vloeistoffen niet terugkomt in de FML van 10 maart 2008 die nu in geding is overweegt de rechtbank als volgt. Uit de rapportage van de verzekeringsarts van 6 maart 2008 blijkt niet dat eiseres deze specifieke allergie tijdens het spreekuur aan de orde heeft gesteld. Wel heeft eiseres melding gemaakt van huiduitslag en vocht in het gezicht. Uit het lichamelijk onderzoek door de verzekeringsarts zijn hem echter geen aanwijzingen voor een huidaandoening gebleken. In de bezwaarfase heeft eiseres hierover niets aangevoerd. Voorts heeft eiseres geen concrete medische informatie overgelegd waaruit zou kunnen blijken dat er beperkingen voor huidcontact aangenomen hadden moeten worden. Deze grief van eiseres treft derhalve geen doel.
Inzake de nier- en oogklachten van eiseres overweegt de rechtbank dat eiseres in beroep geen concrete medische informatie heeft overgelegd waaruit zou kunnen blijken dat zij in verband met die klachten meer beperkt is dan de verzekeringsartsen hebben vastgesteld.
Voor de verdere beoordeling gaat de rechtbank dan ook uit van de medische beperkingen die zijn neergelegd in de FML van 10 maart 2008.
2.5 Op basis van de vastgestelde medische beperkingen heeft de arbeidsdeskundige de arbeidsmogelijkheden van eiseres nader onderzocht. Volgens de arbeidsdeskundige is eiseres ongeschikt voor de door haar laatst verrichte arbeid als catering medewerkster. Dat is niet in geschil.
Verweerder heeft voor de bepaling van de restverdiencapaciteit van eiseres in aanmerking genomen de drie in de arbeidsmogelijkhedenlijst van 3 juni 2008 vermelde functies van produktiemedewerker textiel, geen kleding (Sbc-code 272043), huishoudelijk medewerker gebouwen (Sbc-code 111334) en huishoudelijk medewerker (Sbc-code 111333).
De bezwaararbeidsdeskundige heeft naar aanleiding van vragen van de rechtbank in de rapportage van 11 juni 2009 nader gerapporteerd.
De rechtbank heeft de functiebelasting van de geduide functies vergeleken met de door de verzekeringsarts opgestelde FML. De rechtbank constateert dat op het formulier Resultaat Functiebeoordeling signaleringen [M en *] voorkomen. Voorts stelt de rechtbank vast dat de FML een verborgen beperking kent, namelijk bij het item vervoer (2.10.1). Ten aanzien van al deze signaleringen en de verborgen beperking dient te worden toegelicht waarom de geduide functies door eiseres kunnen worden verricht.
De rechtbank heeft bij voormelde vergelijking de toelichtingen betrokken die de arbeidsdeskundigen hebben gegeven bij de mogelijke overschrijdingen van de belastbaarheid. De rechtbank is voldoende overtuigd dat de medische beperkingen van eiseres in deze functies niet worden overschreden, ook niet gelet op de combinaties van de functiebelastingen.
Eiseres heeft verder aangevoerd dat zij vanwege haar psychische beperkingen niet in staat is om de voor de functies produktiemedewerker textiel, geen kleding (Sbc-code 272043) en huishoudelijk medewerker gebouwen (Sbc-code 111334) vereiste opleiding te volgen. De bezwaararbeidsdeskundige heeft hierover aangegeven dat deze cursussen in werktijd plaatsvinden en de maximale werkdag van eiseres van 4 uur per dag niet overschrijden. De rechtbank ziet geen aanleiding dit standpunt van de bezwaararbeidsdeskundige voor onjuist te houden. Ook overigens ziet de rechtbank niet in waarom eiseres met de vastgestelde beperkingen niet in staat zou zijn deze opleidingen te volgen.
Naar aanleiding van de beroepsgrond van eiseres dat de functies huishoudelijk medewerker gebouwen (Sbc-code 111334) en huishoudelijk medewerker (Sbc-code 111333) vanwege hun overeenkomsten als één functie dienen te worden aangemerkt overweegt de rechtbank het volgende. Verweerder heeft naar aanleiding van het door haar ingestelde onderzoek door een arbeidskundig analist aan de rechtbank laten weten dat daaruit geconcludeerd kan worden dat de functie met Sbc-code 111334 destijds verkeerd is ingedeeld, feitelijk in Sbc-code 111333 thuishoort en daar inmiddels ook inzit. Het betreft derhalve gelijksoortige functies, aldus verweerder. Er is naar het oordeel van de rechtbank bij die functies dan ook geen sprake van verschillende in Nederland uitgeoefende functies als bedoeld in artikel 9, aanhef en onder a, tweede zin, van het Schattingsbesluit. Daaruit volgt dat de functie huishoudelijk medewerker gebouwen (Sbc-code 111334) niet als zelfstandige functie naast de functie huishoudelijk medewerker (Sbc-code 111333) aan de schatting ten grondslag mocht worden gelegd. De rechtbank stelt vervolgens vast dat de bezwaararbeidsdeskundige in bezwaar de op de arbeidsmogelijkhedenlijst van 16 december 2008 vermelde functie van medewerker tuinbouw (planten, bloemen en vruchten) (Sbc-code 111010) heeft laten vervallen. Op de arbeidsmogelijkhedenlijst van 16 december 2008 stonden vier Sbc-codes, waarvan er dus twee zijn vervallen. De rechtbank concludeert op grond van het voorgaande dat niet kan worden gezegd dat aan de schatting voldoende (ten minste drie) verschillende in Nederland uitgeoefende functies ten grondslag liggen als bedoeld in artikel 9, aanhef en onder a, tweede zin, van het Schattingsbesluit. Het beroep dient daarom gegrond te worden verklaard en het bestreden besluit te worden vernietigd. Verweerder zal opnieuw op het bezwaarschrift dienen te beslissen.
2.6 Nu het beroep gegrond wordt verklaard, dient het griffierecht aan eiseres te worden vergoed. Tevens zal de rechtbank verweerder veroordelen in de proceskosten van eiseres, die op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht worden vastgesteld op het hieronder opgenomen bedrag. De rechtbank kent 0,5 punt extra toe in verband met de reactie van de gemachtigde van eiseres van 24 augustus 2009.
De rechtbank ziet geen aanleiding om verweerder te veroordelen in de proceskosten die verband houden met de bezwaarprocedure omdat hierom in de bezwaarfase niet is gevraagd.
Eiseres heeft de rechtbank verzocht verweerder te veroordelen tot betaling van de schade die zij heeft geleden door het bestreden besluit, bestaande uit wettelijke rente over de eventueel ten onrechte niet betaalde WAO-uitkering. De rechtbank zal hierover om redenen van proceseconomie in deze procedure evenwel geen uitspraak doen. Nu vernietiging plaatsvindt met opdracht aan verweerder een nieuw besluit te nemen, is immers niet uitgesloten dat het nieuw te nemen besluit voor eiseres geen ander inhoudelijk resultaat oplevert dan het bestreden besluit. Bij de voorbereiding van het nieuwe besluit kan verweerder aandacht besteden aan de vraag in hoeverre er aanleiding bestaat schade te vergoeden. Zo nodig kan daarover een zelfstandig besluit worden genomen.
verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit;
draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen op het bezwaarschrift met inachtneming van deze uitspraak;
veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 805,-;
gelast dat verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht van € 39,- vergoedt.
Aldus gedaan door mr. C.A.F. van Ginneken, rechter, en door deze en mr. R.J.Tolner, griffier, ondertekend.
Uitgesproken in het openbaar op 9 juni 2010.
Tegen deze uitspraak kunnen partijen en andere belanghebbenden hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
De termijn daarvoor bedraagt zes weken en vangt aan op de dag na verzending van deze uitspraak.
In deze uitspraak is het beroep (deels) gegrond verklaard en is het bestreden besluit vernietigd. De rechtbank heeft daarbij gronden van uw beroep (ook ‘grieven’ genoemd) uitdrukkelijk verworpen. Indien u daarin niet wilt berusten, moet u tegen de uitspraak binnen bovengenoemde termijn hoger beroep instellen.