4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de primair tenlastegelegde poging tot moord wettig en overtuigend bewezen. Zij baseert zich daarbij op de aangifte van het slachtoffer [naam slachtoffer], waarin deze stelt dat verdachte bij de confrontatie direct een mes trok en hem in zijn been stak. Vervolgens heeft verdachte [naam slachtoffer] in zijn borst gestoken. Tijdens de daarop volgende worsteling heeft verdachte nog diverse keren in de rug van [naam slachtoffer] gestoken. Dat verdachte gestoken zou hebben omdat [naam slachtoffer] op hém afkwam, acht de officier van justitie niet aannemelijk. Naast de aangifte zijn er de medische informatie over het letsel van [naam slachtoffer] en het proces-verbaal van bevindingen, waaruit blijkt dat verdachte op de luchtplaats tegen een medegedetineerde heeft verteld dat hij iemand vijf keer had gestoken.
Door [naam slachtoffer] bij de rechtertepel te steken, heeft verdachte welbewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat [naam slachtoffer] hierdoor om het leven zou komen.
Voorts is de officier van justitie van mening dat verdachte met voorbedachten rade heeft gehandeld. Zowel in de voorfase als tijdens de confrontatie heeft verdachte verschillende momenten gehad om tot bezinning te komen. Desondanks heeft hij welbewust de confrontatie met [naam slachtoffer] opgezocht en is hij, ook tijdens de worsteling, blijven steken. Verdachte heeft het telkens weer nagelaten om het mes op de grond te laten vallen.
Alles afwegende dient dit volgens de officier van justitie te leiden tot een bewezenverklaring van een poging tot moord.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen van de primair tenlastegelegde poging tot moord of doodslag en slechts tot een bewezenverklaring van het subsidiaire zou kunnen komen. Hij wijst daarbij op het volgende.
Verdachte heeft bewust in het been van [naam slachtoffer] gestoken, juist omdat hij hem níet dood wilde hebben. Van een bewezenverklaring van een poging tot moord of doodslag kan daarmee volgens de raadsman geen sprake zijn. Dat verdachte tijdens het luchten heeft gesproken over vijf keer steken was om stoer te doen en was mogelijk omdat hij dit van de raadsman had gehoord. Dit viel immers af te leiden uit de aangifte van [naam slachtoffer] en de medische informatie. Uit diezelfde medische informatie blijkt dat het gaat om vijf minimale verwondingen die niet direct tot de dood konden leiden. Verdachte heeft juist geprobeerd om het mes van [naam slachtoffer] weg te houden. Doordat er een worsteling ontstond, waarvoor ook [naam slachtoffer] zelf verantwoordelijk moet worden gehouden, zijn vermoedelijk de overige steekverwondingen ontstaan.
Het subsidiair tenlastegelegde toebrengen van zwaar lichamelijk letsel kan wel wettig en overtuigend worden bewezen, aldus de raadsman.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
Verdachte is op 11 maart 2010 naar het werk van zijn vrouw in Oosterhout gegaan. Daar wilde hij naar eigen zeggen verhaal gaan halen bij het latere slachtoffer [slachtoffer], die naar het idee van verdachte een verhouding had met de vrouw van verdachte. Verdachte is hiertoe met een mes onder zijn broekriem naar Oosterhout gereden om [naam slachtoffer] met dit mes te bedreigen.
Toen verdachte het slachtoffer [naam slachtoffer] trof op diens werk, is het buiten tot een confrontatie tussen de twee mannen gekomen. Verdachte heeft daarbij gezegd “dat hij [naam slachtoffer] verdacht”. Verdachte bleef dit herhalen, liet op enig moment het door hem meegebrachte mes zien en begon toen direct te stoten met het mes. Verdachte stak aangever in zijn been, hetgeen overigens ook door verdachte is bekend.
Na de steek in het been van [naam slachtoffer] heeft verdachte hem vervolgens in zijn borst gestoken. Tijdens de daarop volgende worsteling heeft verdachte [naam slachtoffer] nog in diens buik en rug gestoken. [naam slachtoffer] zag en voelde dat verdachte hem meerdere malen stak. [naam slachtoffer] is onder meer vlak boven zijn rechtertepel gestoken.
[naam slachtoffer] is aan zijn verwondingen onderzocht en geholpen in het Amphia Ziekenhuis in Breda. De opgemaakte medische informatie bevestigt dat [naam slachtoffer] op 11 maart 2010 in totaal vijf steekverwondingen heeft opgelopen.