De officier van justitie vordert vrijspraak van het onder 7 ten laste gelegde feit.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen van de feiten 1, 2, 5 en 7.
Ten aanzien van de feiten 1 en 2 wordt door de verdediging getwijfeld aan de betrouwbaarheid van de processen-verbaal van de betrokken verbalisanten, nu gedeeltes van de processen-verbaal van bevindingen overgenomen zijn in andere processen-verbaal.
Voorts zijn processen-verbaal van bevindingen in de wij-vorm opgemaakt, terwijl deze maar door één verbalisant zijn ondertekend.
Volgens de verdediging kan niet worden bewezen dat er een aanraking tussen de Alfa Romeo – bestuurd door verdachte – en de Skoda – bestuurd door verbalisant [verbalisant1] – is geweest. In ieder geval ontkent verdachte daar de veroorzaker van te zijn geweest. De schade aan de Skoda wijst er niet op dat er enig opzet gericht tegen het leven of op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aanwezig is geweest. Verdachte ontkent ook dat opzet te hebben gehad.
Ten aanzien van feit 5 merkt de raadsman op dat zijn cliënt niet de bestuurder van de auto was toen getankt werd bij het tankstation in Hank en dat hij aannam dat de vrouwelijke passagier de benzine had betaald. Van de diefstal van benzine in Nieuwegein is slechts een aangifte voorhanden.
Ten aanzien van feit 7 heeft de aangeefster uitsluitend aangifte gedaan, omdat zij niet wilde opdraaien voor de gevolgen.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
Feiten 1 en 2
Op vrijdag 19 maart reden de verbalisanten [verbalisant4] en [verbalisant5] belast met algehele surveillance, over de Oude Vest in de richting van de Claudius Prinsenlaan in Breda . Ter hoogte van de parkeerplaatsen aldaar merkten zij een persoon op – naar later bleek verdachte – die naar een aldaar geparkeerde rode Alfa Romeo liep. De auto was voorzien van kenteken [ - - ]. Omdat de auto rondom beschadigd was, werd de aandacht van de verbalisanten getrokken. Verbalisanten reden door en hebben vervolgens het kenteken bevraagd bij de meldkamer en hoorden dat de rode Alfa Romeo met het betreffende kenteken als gestolen gesignaleerd stond. Toen bij hun terugkomst op de locatie waar de Alfa stond, deze weg bleek te zijn, hebben de verbalisanten hun bevindingen aan de andere dienstdoende eenheden doorgegeven.
Enige minuten laten hoorden de verbalisanten dat via de portofoon werd doorgegeven dat een eenheid van het Joint Hit Team (hierna: JHT) de Alfa Romeo zag en dat zij inmiddels de rijksweg A27 opreden in de richting van Utrecht.