ECLI:NL:RBBRE:2010:BN1031
Rechtbank Breda
- Voorlopige voorziening
- mr. Leijten
- Rechtspraak.nl
Toegang tot tandartsenpraktijk en onrechtmatige opzegging van samenwerkingsovereenkomst
In deze zaak vorderde eiseres, Tandheelkundigcentrum Etten-Leur B.V., een voorlopige voorziening om toegang te krijgen tot haar tandartsenpraktijk, nadat gedaagden, JOYA B.V. en Tandarts 3 Praktijk B.V., de samenwerkingsovereenkomst met onmiddellijke ingang hadden opgezegd. De opzegging was gebaseerd op beschuldigingen van ongeoorloofd declareren door eiseres, wat zou leiden tot valsheid in geschrifte. Eiseres stelde dat de opzegging onrechtmatig was, omdat deze niet was gemotiveerd en de ernstige verwijten niet waren onderbouwd. De procedure omvatte een dagvaarding, producties, en een mondelinge behandeling op 22 juni 2010.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de opzegging naar aannemelijkheid rechtsgeldig was, gezien de ernstige beschuldigingen van gedaagden over het frauduleuze handelen van eiseres. De rechter concludeerde dat eiseres stelselmatig te veel had gedeclareerd, wat schadelijk was voor de reputatie van de tandheelkundige praktijk. De vorderingen van eiseres om onbelemmerde toegang tot het pand en om gedaagden te verbieden contact met haar patiënten te hebben, werden afgewezen. Eiseres werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagden tot op heden waren begroot op EUR 1.342,00.
De uitspraak benadrukt het belang van een goede onderbouwing bij het beëindigen van een samenwerkingsovereenkomst en de gevolgen van onrechtmatig handelen in de zorgsector. De rechter gaf aan dat de bodemrechter waarschijnlijk ook een dringende reden voor de opzegging aanwezig zou oordelen, wat de beslissing van de voorzieningenrechter versterkte.