ECLI:NL:RBBRE:2010:BN1427

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
19 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
02/800382-10 [P
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Kooijman
  • A. Hopmans
  • J. Bennenbroek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overval op benzinestation met geweld en meerdere diefstallen

In deze strafzaak heeft de rechtbank Breda op 19 juli 2010 uitspraak gedaan in een zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van een overval op een benzinestation en meerdere diefstallen. De verdachte heeft op 26 maart 2010 een overval gepleegd op een Avia benzinepomp in Breda, waarbij hij het slachtoffer, [slachtoffer1], heeft bedreigd met een mes en gedwongen om geld af te geven. Daarnaast heeft hij op 20 en 24 maart 2010 inbraken gepleegd in twee auto’s, waarbij hij navigatiesystemen heeft gestolen. De officier van justitie vorderde een gevangenisstraf van vier jaar, maar de rechtbank besloot tot een lagere straf van 30 maanden, rekening houdend met het strafblad van de verdachte en de huidige oriëntatiepunten voor strafoplegging. De rechtbank achtte de verdachte strafbaar, omdat er geen omstandigheden waren die zijn strafbaarheid uitsloten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft verschillende in beslag genomen voorwerpen verbeurd verklaard of onttrokken aan het verkeer. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de rechters M. Kooijman, A. Hopmans en J. Bennenbroek, in aanwezigheid van griffier mr. Van de Vrede.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Sector strafrecht
parketnummer: 02/800382-10 [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 19 juli 2010
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [datum en plaats]
thans gedetineerd in het huis van de bewaring De Boschpoort te Breda
raadsvrouw mr. R.A.H. Vullings, advocaat te Prinsenbeek
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 5 juli 2010, waarbij de officier van justitie, mr. Laheij, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1: een roofoverval op een benzinepomp heeft gepleegd, dan wel door geweld of bedreiging daarmee [slachtoffer1] heeft gedwongen om geld af te geven;
feit 2: een navigatiesysteem en een daarbij behorende houder uit een auto heeft gestolen;
feit 3: een routenavigatie uit een auto heeft gestolen;
feit 4: koek en snoep heeft gestolen bij een benzinepomp.
3 De voorvragen
De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het oordeel van de rechtbank
Evenals de officier van justitie en de verdediging acht de rechtbank de onder 1 primair, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte;
- de aangifte van [slachtoffer1] ten aanzien van feit 1;
- de aangifte van [slachtoffer2] ten aanzien van feit 1;
- de aangifte van [slachtoffer3] ten aanzien van feit 2;
- de aangifte van [slachtoffer4] ten aanzien van feit 3;
- de aangifte van [slachtoffer5] ten aanzien van feit 4.
4.2 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
feit 1 primair: op 26 maart 2010 te Breda met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen van een geldbedrag van (ongeveer) 195 euro, toebehorende aan Avia Benzinepomp (gevestigd aan de [adres]), welke diefstal werd vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte,
- die [slachtoffer1] dreigend heeft toegevoegd "dit is een overval" en (vervolgens)
- die [slachtoffer1] heeft vastgepakt en in de richting van de kassa heeft geduwd en (vervolgens)
- die [slachtoffer1] dreigende heeft toegevoegd "kassa open" en
- die [slachtoffer1] een mes, heeft getoond en
- een mes dichtbij het lichaam van die [slachtoffer1] heeft gehouden;
feit 2: hij op 20 maart 2010 te Breda met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (personenauto) (merk BMW type 320D Sedan aut. met kenteken
[ - - ]) heeft weggenomen een navigatiesysteem (merk Becker type High Speed Traffic Assist) en een houder voor een navigatiesysteem, toebehorende aan J.R. [slachtoffer3], waarbij verdachte de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
feit 3: op 24 maart 2010 te Breda met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (personen)auto (Mitsubishi, Space Star, kleur grijs) heeft weggenomen een routenavigatie, toebehorende aan M. [slachtoffer4], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
feit 4: op 21 maart 2010 te Breda met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een (gevulde) koek en een hoeveelheid snoep, toebehorende aan Avia benzinepomp (gelegen aan de [adres]).
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5 De strafbaarheid
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
6 De strafoplegging
6.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 4 jaar.
Zij heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, het strafblad van verdachte en de toekomstige strafmaatrichtlijnen van het openbaar ministerie.
Het zwaartepunt van de straf ligt bij feit 1, voor de feiten 2, 3 en 4 samen heeft de officier van justitie een half jaar gevangenisstraf opgenomen in haar eis. Na het uitzitten van de straf kan verdachte werken aan terugkeer in de maatschappij in het kader van het nog lopende ISD-traject, aldus de officier van justitie.
6.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ten aanzien van de persoon verdachte opgemerkt dat verdachte altijd erg goed zijn best heeft gedaan. Hij heeft vaak goed meegewerkt en erkent dat hij behoefte heeft aan hulp. Hij was niet tevreden over het verloop van het ISD-traject. Zo heeft onder meer de tussentijdse toetsing van de maatregel tot twee keer toe niet plaats gevonden.
De raadsvrouw heeft daarnaast aangevoerd dat verdachte zijn excuses heeft gemaakt aan het slachtoffer van feit 1.
6.3 Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft een overval gepleegd op een winkel van een benzinepomp, daarnaast heeft hij eerder uit die winkel een koek en snoep gestolen en heeft hij in twee auto’s ingebroken en de navigatiesystemen uit die auto’s gestolen.
Door het plegen van dergelijke feiten wordt aan de slachtoffers daarvan materiële schade toegebracht. Bij de auto-inbraken werden niet alleen goederen weggenomen, maar werden die auto's ook beschadigd. Dit heeft voor de slachtoffers tot gevolg gehad dat zij van deze feiten veel ergernis en ongemak hebben ondervonden. De schade is vaak groter dan de waarde van de gestolen goederen.
Bij de overval heeft verdachte het slachtoffer vastgepakt en bedreigd met een mes . Het spreekt voor zich dat een op deze manier uitgevoerde overval voor het slachtoffer een traumatische ervaring moet zijn geweest. Hierbij heeft verdachte kennelijk in het geheel niet stilgestaan. Het heeft hem er in ieder geval niet van weerhouden om, ten koste van een ander, op deze manier snel aan geld te komen. Dit feit weegt naar het oordeel van de rechtbank zwaar door in de strafmaat.
Bij de bepaling van de op te leggen straf houdt de rechtbank ook rekening met het strafblad van verdachte, waaruit blijkt dat hij reeds vele malen eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten. Daarnaast liep verdachte ten tijde van de gepleegde feiten in een ISD-maatregel.
In tegenstelling tot de officier van justitie zal de rechtbank bij de bepaling van de op te leggen straf niet uitgaan van toekomstige richtlijnen. De rechtbank beschikt nog niet over die richtlijnen en ze zijn nog niet binnen de rechtbanken besproken. De rechtbank zal uitgaan van de op dit moment gehanteerde oriëntatiepunten. Zij ziet geen redenen om daarvan af te wijken en zal daarom een lagere straf opleggen dan door de officier van justitie is gevorderd.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, met aftrek van voorarrest, passend en geboden is.
7 Het beslag
7.1 De verbeurdverklaring
Het hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerp is vatbaar voor verbeurdverklaring.
Gebleken is dat de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten zijn begaan met behulp van dat voorwerp.
7.2 De onttrekking aan het verkeer
Het hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerp is vatbaar voor onttrekking aan het verkeer.
Gebleken is dat het onder 1 ten laste gelegde feit is begaan met betrekking tot dat voorwerp.
Verder is dat voorwerp van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.
7.3 De teruggave
De rechtbank zal de teruggave gelasten van de hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen aan Avia Benzinepomp, omdat deze redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.
De op de beslaglijst vermeldde cd-rom betreft bewijsmateriaal en kan naar het oordeel van de rechtbank pas teruggegeven worden aan Avia Benzinepomp zodra de zaak in kracht van gewijsde is gegaan.
7.4 De teruggave aan verdachte
De rechtbank zal de teruggave gelasten van de hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen aan verdachte, aangezien die voorwerpen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en onder verdachte in beslag zijn genomen.
8 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 10, 27, 33, 33a, 36b, 36c, 57, 310, 311 en 312 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
9 De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.2 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1: diefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken;
feit 2 en 3, telkens: diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
feit 4: diefstal;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 30 maanden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Beslag
- verklaart verbeurd het in beslag genomen voorwerp, te weten de schroevendraaier;
- verklaart onttrokken aan het verkeer het in beslag genomen voorwerp, te weten: het mes;
- gelast de teruggave aan verdachte van de in beslag genomen voorwerpen, te weten de trui, het vest, schoeisel, de broek, de rugzak en de jas;
- gelast de teruggave aan Avia Benzinepomp van de in beslag genomen voorwerpen, te weten twee geldkisten.
Dit vonnis is gewezen door mr. Kooijman, voorzitter, mr. Hopmans en mr. Bennenbroek, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van de Vrede, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 19 juli 2010.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
feit 1 primair: hij op of omstreeks 26 maart 2010 te Breda met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen van een geldbedrag van (ongeveer) 195 euro, in elk geval enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan Avia Benzinepomp (gevestigd aan de [adres]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte,
- die [slachtoffer1] dreigend heeft toegevoegd "dit is een overval"of woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer1] heeft vastgepakt en/of in de richting van de kassa heeft geduwd en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer1] dreigende heeft toegevoegd "kassa open" en/of woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer1] een mes, in elk geval een scherp/puntig voorwerp, heeft getoond en/of
- een mes dichtbij het lichaam van die [slachtoffer1] heeft gehouden;
feit 1 subsidiair: hij op of omstreeks 26 maart 2010 te Breda met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer1] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van ongeveer 195 euro, in elk geval van enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan Avia Benzinepomp (gevestigd aan de Allerheiligenweg, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij verdachte
- die [slachtoffer1] dreigend heeft toegevoegd "dit is een overval"of woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking; en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer1] heeft vastgepakt en/of in de richting van de kassa heeft geduwd; en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer1] dreigende heeft toegevoegd "kassa open" en/of woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking waarbij/waarvoor/waarna hij verdachte een mes, in elk geval een scherp/puntig voorwerp aan die [slachtoffer1] heeft getoond in elk geval in zijn handen had;
feit 2: hij op of omstreeks 20 maart 2010 te Breda met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (personenauto) (merk BMW type 320D Sedan aut. met kenteken [ - - ]) heeft weggenomen een navigatiesysteem (merk Becker type High Speed Traffic Assist) en/of een houder voor een navigatiesysteem, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan J.R. [slachtoffer3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
feit 3: hij op of omstreeks 24 maart 2010 te Breda met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (personen)auto (Mitsubishi, Space Star, kleur grijs) heeft weggenomen een routenavigatie, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan M. [slachtoffer4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
feit 4: een hij op of omstreeks 21 maart 2010 te Breda met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een (gevulde) koek en/of een hoeveelheid snoep, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Avia benzinepomp (gelegen aan de [adres]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.