ECLI:NL:RBBRE:2010:BN2021
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Van Bergen
- mr. Bakx
- mr. Dekker
- Rechtspraak.nl
Verduistering van gelden in een tennisvereniging
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 15 juli 2010, stond de verdachte terecht voor verduistering van gelden en valsheid in geschrifte binnen de context van haar functie als kasbeheerster van de kantine van tennisvereniging [benadeelde partij]. De officier van justitie had de verdachte aangeklaagd voor het verduisteren van een bedrag van € 806,22 van de algemene kantineopbrengsten en € 636,80 van de opbrengsten van het [naam] toernooi, alsook voor het valselijk opmaken van de administratie van het toernooi. De verdediging voerde aan dat de aangifte niet rechtsgeldig was gedaan, omdat deze niet op de agenda van de algemene ledenvergadering stond, en dat er onvoldoende bewijs was voor de tenlastegelegde feiten. De rechtbank oordeelde dat de aangifte wel degelijk rechtsgeldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. Na beoordeling van de bewijsstukken concludeerde de rechtbank dat er onvoldoende bewijs was om de verduistering en valsheid in geschrifte wettig en overtuigend te bewijzen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten, omdat de administratie niet aantoonde dat de verdachte de bedragen had verduisterd. De benadeelde partij, tennisvereniging [benadeelde partij], werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken van de feiten waaruit de schade zou zijn ontstaan.