ECLI:NL:RBBRE:2010:BN2021

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
15 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
812035-09
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. Van Bergen
  • mr. Bakx
  • mr. Dekker
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verduistering van gelden in een tennisvereniging

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 15 juli 2010, stond de verdachte terecht voor verduistering van gelden en valsheid in geschrifte binnen de context van haar functie als kasbeheerster van de kantine van tennisvereniging [benadeelde partij]. De officier van justitie had de verdachte aangeklaagd voor het verduisteren van een bedrag van € 806,22 van de algemene kantineopbrengsten en € 636,80 van de opbrengsten van het [naam] toernooi, alsook voor het valselijk opmaken van de administratie van het toernooi. De verdediging voerde aan dat de aangifte niet rechtsgeldig was gedaan, omdat deze niet op de agenda van de algemene ledenvergadering stond, en dat er onvoldoende bewijs was voor de tenlastegelegde feiten. De rechtbank oordeelde dat de aangifte wel degelijk rechtsgeldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. Na beoordeling van de bewijsstukken concludeerde de rechtbank dat er onvoldoende bewijs was om de verduistering en valsheid in geschrifte wettig en overtuigend te bewijzen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten, omdat de administratie niet aantoonde dat de verdachte de bedragen had verduisterd. De benadeelde partij, tennisvereniging [benadeelde partij], werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken van de feiten waaruit de schade zou zijn ontstaan.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Sector strafrecht
parketnummer: 812035-09 [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 15 juli 2010
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats]
wonende te [adres]
raadsman mr. A.C.J. Letmaath, advocaat te ‘s-Hertogenbosch
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 1 juli 2010, waarbij de officier van justitie, mr. Smale, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1: € 806,22 van de algemene kantineopbrengsten van tennisvereniging [benadeelde partij] heeft verduisterd;
feit 2: een gedeelte van de opbrengst van het ‘[naam]’ toernooi, te weten € 636,80 heeft verduisterd;
feit 3: de administratie van het ‘[naam]’ toernooi valselijk heeft opgemaakt.
3 De voorvragen
De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De ontvankelijkheid van de officier van justitie.
De raadsman heeft aangevoerd dat de aangifte tegen verdachte niet rechtsgeldig is gedaan. Tijdens de algemene ledenvergadering van 29 januari 2009 werd tot aangifte tegen verdachte besloten. Uit de statuten blijkt echter dat alle punten, waarover tijdens de algemene ledenvergadering een beslissing wordt genomen, op de oproeping vermeld dienen te worden. Dat was in dit geval niet gebeurd. Hierdoor is de aangifte volgens de raadsman niet rechtsgeldig gedaan. Nu het Openbaar Ministerie verdachte heeft vervolgd naar aanleiding van deze aangifte, dient de officier van justitie volgens de raadsman dan ook niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar vervolging.
De rechtbank stelt voorop dat een ieder die kennis draagt van een strafbaar feit op grond van de wet bevoegd is om aangifte te doen. De aangifte van de heren [betrokkene 4] en [betrokkene 5] is dus wel degelijk rechtsgeldig gedaan. Verder zijn de politie en de officier van justitie bevoegd nader onderzoek in te stellen wanneer zij kennis krijgen van een mogelijk strafbaar feit en is de officier van justitie bevoegd alle strafbare feiten te vervolgen waarvan de rechtbank kennis kan nemen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de officier van justitie wel degelijk ontvankelijk is in haar vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is van mening dat verdachte dient te worden vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. Met betrekking tot feit 1 geeft zij aan dat het wel heel toevallig is dat verdachte kort voor de algemene ledenvergadering nog een bedrag van € 306,22 heeft overgedragen aan [betrokkene] en daarnaast nog € 500,- meer heeft afgedragen door middel van een storting op de rekening van de tennisvereniging, dan zij heeft aangegeven in haar administratie. Bij elkaar opgeteld komen deze bedragen precies overeen met het bedrag van € 806,22 dat verdachte volgens feit 1 van de tenlastelegging zou hebben verduisterd. Met betrekking tot de feiten 2 en 3 is volgens de officier van justitie sprake van juridische samenloop daar beide feiten zien op de afgedragen kasopbrengsten van het [naam] toernooi. De officier van justitie is van mening dat verdachte in ieder geval met betrekking tot dit toernooi een slordige administratie heeft gevoerd. Volgens haar bevindt zich echter onvoldoende bewijs in het dossier om verduistering en valsheid in geschrifte strafrechtelijk te kunnen bewijzen. Een slordige administratie is nog geen opzet op die strafbare feiten. Daarbij mist de officier van justitie de overtuiging dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd. Zij is dan ook van mening dat de ten laste gelegde feiten niet wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging is met de officier van justitie van mening dat verdachte dient te worden vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. Ook de raadsman wijst op de twee betaalbewijzen voor de bedragen van € 500,- en € 306,22 die, bij elkaar opgeteld, precies dat bedrag vormen dat verdachte volgens feit 1 van de tenlastelegging zou hebben verduisterd. Ten aanzien van de feiten 2 en 3 meent de raadsman dat enkel sprake is van een samenraapsel van verdachtmakingen jegens verdachte. Betaalbewijzen van de afgedragen inkomsten tijdens het [naam] toernooi ontbreken namelijk in het dossier. Hierdoor is volgens de raadsman dan ook geen sprake van wettig en overtuigend bewijs. Daarbij was er volgens de verdediging geen enkele aanleiding voor verdachte om de kantineopbrengsten te verduisteren. Haar man heeft een goedlopend eigen bedrijf en zij heeft dat geld helemaal niet nodig.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
Verdachte wordt een drietal feiten ten laste gelegd. Blijkens feit 1 zou verdachte in 2008 een bedrag van € 806,22 aan algemene kantineopbrengsten hebben verduisterd. De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat dit op grond van de stukken in het dossier niet bewezen kan worden. In haar administratie legt verdachte geen verantwoording af over een bedrag van € 806,22. Uit de door haar aangeleverde betaalbewijzen blijkt echter dat zij € 806,22 meer heeft afgedragen aan de tennisvereniginig dan zij in haar administratie heeft genoteerd. Van verduistering van dit bedrag is naar het oordeel van de rechtbank dan ook geen sprake.
De feiten 2 en 3 hebben, zoals de officier van justitie en de raadsman al hebben aangegeven, beide betrekking op het [naam] toernooi dat heeft plaatsgevonden van 2 tot en met 10 augustus 2008. Tijdens dit toernooi hebben de dames [betrokkene 2] en [betrokkene 3] de kantine beheerd. Zij hebben verklaard dat zij aan het eind van iedere dag de kas hebben geteld en controlelijsten hebben ingevuld en deze ook hebben getekend. Mw. [betrokkene 2] zou gedurende de eerste drie dagen van dit toernooi de geldkist nog dezelfde dag aan verdachte hebben afgegeven. Verdachte bevestigt dit en geeft aan dat zij gedurende die eerste drie dagen inderdaad de geldkist ontvangen heeft. Na de eerste drie dagen bleef de kantine langer open waardoor het volgens mw. [betrokkene 2] niet meer mogelijk was om de kas nog dezelfde dag aan verdachte te overhandigen. Gedurende de volgende vijf dagen nam mw. [betrokkene 2] deze dan ook mee naar huis en bracht de kantineopbrengst de volgende dag in boterhamzakjes naar verdachte. Volgens mw. [betrokkene 2] heeft zij de controlelijsten daar ook iedere dag bijgevoegd maar verdachte ontkent dit. De opbrengst van de laatste dag van het toernooi is nooit aan verdachte overhandigd. De voorzitter van de tennisvereniging heeft deze toen onder zich gehouden.
De rechtbank constateert dat de bedragen die verdachte heeft genoteerd in haar administratie niet overeenkomen met de bedragen op de controlelijsten. Over het algemeen zijn de door verdachte genoteerde bedragen lager dan de bedragen op de controlelijsten, hoewel dat niet voor alle bedragen geldt. Daarnaast heeft verdachte negen bedragen genoteerd terwijl zij volgens de tennisvereniging slechts op acht dagen de kantineopbrengst heeft ontvangen. Het totaalbedrag waarvan verdachte aangeeft dat zij dit heeft ontvangen, te weten € 2515,- , is lager dan het totaalbedrag van de controlelijsten. Verdachte wordt dan ook ten laste gelegd dat zij het verschil tussen deze bedragen, te weten € 636,80, heeft verduisterd (feit 2) en de administratie van het [naam] toernooi valselijk heeft opgemaakt (feit 3).
De rechtbank is van oordeel dat op grond van de bewijsmiddelen niet valt vast te stellen welke bedragen verdachte precies heeft ontvangen. De kantineopbrengsten zijn niet geteld in haar aanwezigheid en verdachte heeft ook niet getekend voor ontvangst van de bedragen die op de controlelijsten vermeld staan. Het feit dat de opbrengst meestal de ene dag werd geteld en pas de volgende dag door verdachte werd ontvangen, laat ruimte voor de mogelijkheid dat verdachte andere bedragen heeft ontvangen dan op de controlelijsten vermeld staan. Hierdoor acht de rechtbank de verduistering van het bedrag van € 636,80 dan ook niet wettig en overtuigend bewezen. Nu de rechtbank van oordeel is dat verdachte van feit 2 dient te worden vrijgesproken, is dus onvoldoende vast komen te staan dat verdachte de bedragen zoals vermeld op de controlelijsten heeft ontvangen. Hierdoor kan naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet worden vastgesteld dat verdachte de administratie van het [naam] toernooi valselijk heeft opgemaakt.
Gelet hetgeen de rechtbank hiervoor heeft overwogen is zij van oordeel dat verdachte van alle ten laste gelegde feiten dient te worden vrijgesproken.
5 De benadeelde partij
De benadeelde partij, tennisvereniging [benadeelde partij], vordert een schadevergoeding van
€ 25.000,- voor de feiten 1 tot en met 3.
Verdachte is vrijgesproken van de feiten waaruit de schade zou zijn ontstaan.
De rechtbank zal daarom de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.
6 De beslissing
De rechtbank:
Voorvragen
- verklaart de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging van verdachte;
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van de onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde feiten;
Benadeelde partijen
- verklaart de benadeelde partij, tennisvereniging [benadeelde partij], niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt de benadeelde partij, tennisvereniging [benadeelde partij], in de kosten van verdachte, tot op heden begroot op nihil; (BP.15)
Dit vonnis is gewezen door mr. Van Bergen, voorzitter, mr. Bakx en mr. Dekker, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Heslinga, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 15 juli 2010.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
1.
zij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 januari 2008 tot en met 31 december 2008 te Hank, gemeente Werkendam, en/of (elders) in Nederland, opzettelijk een geldbedrag van ongeveer 806,22 EUR, in elk geval enig goed/geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan tennisvereniging "[benadeelde partij]", in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren)/geldbedrag(en) verdachte anders dan door misdrijf, te weten als kasbeheerster van de kantinegelden van tennisvereniging "[benadeelde partij]", onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend, door geen (middels documenten ondersteunde) onderbouwde kasverantwoording voor dat geldbedrag af te leggen en/of door dat geldbedrag niet aan tennisvereniging "[benadeelde partij]" af te dragen;
(zie proces-verbaal van bevindingen Kasadministratie blz 73-75 van het proces-verbaal en bijlage 39 van het proces-verbaal)
art 321 Wetboek van Strafrecht
2.
zij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 januari 2008 tot en met 31 december 2008 te Hank, gemeente Werkendam, en/of (elders) in Nederland, opzettelijk een geldbedrag van 636,80 EUR, in elk geval enig goed/geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan tennisvereniging " [benadeelde partij]", in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf, te weten als kasbeheerster van de kantinegelden van tennisvereniging "[benadeelde partij]", onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend, door dat geldbedrag, zijnde kantine opbrengst van het [naam] toernooi, niet aan tennisvereniging "[benadeelde partij]" af te dragen;
(zie proces-verbaal van bevindingen Kasadministratie blz 73-75 van het proces-verbaal en bijlage 39 en 40 van het proces-verbaal)
art 321 Wetboek van Strafrecht
3.
zij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 januari 2008 tot en met 31 december 2008 te Hank, gemeente Werkendam, en/of (elders) in Nederland, de administratie van tv de ooievaars 2008 - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen – valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte valselijk daarop fictieve, althans in elk geval onjuiste bedragen(kantine opbrengsten) onder "augustus double Dutch" vermeld, te weten:
620
305
210
191
236
220
418
160
155
totaal: 2515,
(zie bijlage 39, blz 234-236 [met name blz 235] van het proces-verbaal)
(zulks) terwijl de (werkelijke) kantine- opbrengsten van het [naam] toernooi bedroegen:
2-8-2008: 538,80 EUR
3-8-2008: 312,30 EUR
4-8-2008: 339,40 EUR
5-8-2008: 318,25 EUR
6-8-2008: 292,10 EUR
7-8-2008: 295,70 EUR
8-8-2008: 414,65 EUR
9-8-2008: 640,60 EUR
10-8-2008:857,70 EUR,
totaal: 4.009,50 EUR,
(zie bijlage 40, blz 237-250 [met name blz 237] van het proces-verbaal):
zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht