ECLI:NL:RBBRE:2010:BN2132
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Alferink
- A. Prenger
- J. Bennenbroek
- Rechtspraak.nl
Deelneming aan een criminele organisatie en opiumdelicten
In deze zaak heeft de rechtbank Breda op 22 juli 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van deelneming aan een criminele organisatie en verschillende opiumdelicten. De verdachte was betrokken bij de handel in hennep, hash en cocaïne, en werd op 31 maart 2010 aangehouden na een politieonderzoek dat was gestart naar aanleiding van anonieme meldingen over drugshandel in zijn winkel. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten, waaronder het medeplegen van het opzettelijk aanwezig hebben van grote hoeveelheden verdovende middelen en het buiten het grondgebied van Nederland brengen van deze middelen. De rechtbank achtte het wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte een actieve rol had in de criminele organisatie, waarbij hij klanten ontving en hen doorverwees naar de dealer. De verdachte had een belangrijke rol in de organisatie, ondanks dat hij niet de leiding had. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en sprak de verdachte vrij van enkele andere tenlastegelegde feiten. De uitspraak benadrukt de ernst van de drugshandel en de noodzaak om deze criminaliteit te bestrijden.