ECLI:NL:RBBRE:2010:BN3805

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
9 augustus 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
219556 FA RK 10-2279
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Gimbrère-Straetmans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwikkeling huwelijkse voorwaarden na echtscheiding; verzoekschriftprocedure niet mogelijk

In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 9 augustus 2010 uitspraak gedaan in een verzoek tot vaststelling van de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden. Partijen waren gehuwd op huwelijkse voorwaarden en de echtscheidingsbeschikking was op 7 januari 2010 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. De rechtbank heeft vastgesteld dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid om een zelfstandig geschil inzake de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden via een verzoekschriftprocedure te behandelen. Dit betekent dat de procedure tot afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden bij dagvaarding moet worden ingeleid. De rechtbank heeft de vrouw bevolen om binnen tien dagen na de uitspraak een exploit met de beschikking aan de man te betekenen en hem op te roepen voor een roldatum binnen veertien dagen daarna.

De rechtbank heeft in haar beoordeling verwezen naar artikel 261 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat bepaalt dat alleen die zaken bij verzoekschrift ingeleid kunnen worden waarvan dit uit de wet voortvloeit. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat, hoewel de Memorie van Toelichting bij artikel 1:135 BW anders suggereert, dit niet afdoet aan de wettelijke vereisten voor de procedure. De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw om de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden te regelen, afgewezen en het geschil doorverwezen naar het team handelsrecht van de sector civiel van de rechtbank.

De uitspraak is gedaan door mr. Gimbrère-Straetmans en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier Van der Veeken. De zaak is geregistreerd onder zaaknummer 219556 FA RK 10-2279.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Team familierecht
Enkelvoudige Kamer
Zaaknummer: 219556 FA RK 10-2279
beschikking betreffende afwikkeling huwelijkse voorwaarden,
in de zaak van
(naam),
wonende te (plaatsnaam),
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. M.E.J. de Hart,
en
(naam),
wonende te (plaatsnaam),
hierna te noemen de man,
advocaat mr. M.J.M. van Campen.
1. Het verloop van het geding
Dit blijkt uit de volgende stukken:
- het op 21 april 2010 ontvangen verzoekschrift met bijlagen;
- de op 26 juli 2010 ontvangen brief van de advocaat van de man.
2. Het verzoek
Het verzoek strekt tot vaststelling van de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden.
3. De beoordeling
3.1 Partijen zijn gehuwd geweest op huwelijkse voorwaarden. De echtscheidings¬beschikking is op 7 januari 2010 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
3.2 Zoals ook door de man in voornoemde brief is aangevoerd, dient, nu er geen echtscheidingsprocedure (meer) aanhangig is, de procedure tot afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden bij dagvaarding te worden ingeleid.
Volgens artikel 261 lid 2 Rv worden alleen die zaken bij verzoekschrift ingeleid ten aanzien waarvan dit uit de wet voortvloeit. Indien afwikkeling van huwelijkse voorwaarden als nevenvoorziening bij echtscheiding wordt verzocht, maakt artikel 827 Rv de verzoekschriftprocedure expliciet mogelijk. De wet voorziet thans niet in een mogelijkheid om een zelfstandig geschil inzake de afwikkeling van huwelijksvoorwaarden via een verzoekschriftprocedure te behandelen. Dat de tekst van de Memorie van Toelichting bij artikel 1:135 BW anders suggereert doet hieraan niet af.
Op grond van artikel 69 lid 2 Rv zal de rechtbank het geschil dan ook verwijzen naar het team handelsrecht, sector civiel, van deze rechtbank met bevel aan de vrouw om binnen tien dagen na heden volgens de regels van de dagvaardingsprocedure een exploit en de onderhavige beschikking aan de man te doen betekenen en hem tevens op te roepen voor een binnen 14 dagen daarna gelegen datum (een woensdag).
4. De beslissing
De rechtbank
verwijst het verzoek naar team handelsrecht van de sector civiel van deze rechtbank en beveelt de vrouw binnen tien dagen na heden volgens de regels van de dagvaardingsprocedure een exploit met als bijlage de onderhavige beschikking aan de man te doen betekenen en hem tevens op te roepen voor een binnen 14 dagen daarna gelegen roldatum (een woensdag).
Deze beschikking is gegeven door mr. Gimbrère-Straetmans, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
in tegenwoordigheid van Van der Veeken, griffier.
verzonden op: