ECLI:NL:RBBRE:2010:BN8716

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
30 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
223411 KG ZA 10-481
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot teruggave van gevonden hond in kort geding

In deze zaak, die voor de Rechtbank Breda werd behandeld, heeft de stichting Stichting Rescue Dogs Europe (RDE) een kort geding aangespannen tegen een gedaagde die niet verschenen was. De eiseres vorderde de teruggave van een Rottweiler-hond, die door de gedaagde in juli 2010 was gevonden. De procedure begon met een dagvaarding op 31 augustus 2010, gevolgd door een mondelinge behandeling op 20 september 2010. De eiseres stelde dat zij de eigenaar van de hond was en dat de gedaagde deze zonder recht onder zich hield. De eiseres vorderde ook dat de gedaagde moest meedelen aan wie zij de hond eventueel had afgegeven, met vermelding van de woon- en verblijfplaats van die persoon.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering voor een deel niet toewijsbaar was, omdat de vorderingen niet afzonderlijk konden worden toegewezen. Desondanks werd de gedaagde veroordeeld om de hond binnen twee dagen na betekening van het vonnis aan de eiseres ter beschikking te stellen, of, indien zij niet over de hond beschikte, de gegevens van de persoon die de hond onder zich had te verstrekken. Tevens werd een dwangsom van EUR 100,00 per dag opgelegd voor het geval de gedaagde niet aan de veroordeling voldeed, met een maximum van EUR 2.500,00.

De gedaagde werd verder veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de eiseres op EUR 863,89 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. P.H.J.G. Römers op 30 september 2010.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK BREDA
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 223411 / KG ZA 10-481
Vonnis in kort geding van 30 september 2010
in de zaak van
de stichting
STICHTING RESCUE DOGS EUROPE (RDE),
gevestigd te Ridderkerk,
eiseres,
advocaat mr. J.F. van Duin te Ridderkerk,
tegen
[gedaagde],
wonende te Ulvenhout,
gedaagde,
niet verschenen.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 31 augustus 2010 met producties, genummerd 1 tot en met 4;
- de bij faxbericht van 16 september 2010 ingediende producties, genummerd 5 en 6, van de zijde van eiseres;
- de mondelinge behandeling gehouden op 20 september 2010.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. Het geschil en de beoordeling daarvan
2.1. Eiseres vordert, samengevat, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1. gedaagde te veroordelen om de door haar op of omstreeks juli 2010 gevonden hond van het ras Rottweiler, teef, met chipnummer 250269500201529 aan eiseres ter beschikking te stellen, zulks op straffe van een dwangsom;
2. gedaagde te veroordelen met betrekking tot de onder 1. bedoelde hond aan eiseres mede te delen aan wie zij de hond (eventueel) heeft afgegeven met vermelding van de woon- en verblijfplaats van die persoon, zulks op straffe van een dwangsom;
3. gedaagde te veroordelen in de kosten van deze kort geding procedure.
2.2. Eiseres legt, kort samengevat, aan haar vordering ten grondslag dat zij de eigenaar is van de in de vordering bedoelde hond zodat zij het recht heeft hond op te eisen van een ieder die de hond zonder recht onder zich houdt, in dit geval gedaagde. Indien de hond zich niet onder gedaagde bevindt, dient gedaagde het adres van degene die de hond onder zich heeft af te geven.
2.3. Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat het gevraagde verstek zal worden verleend. De dagvaarding is rechtsgeldig aan gedaagde, mevrouw [gedaagde] wonende aan de [adres] te [plaats], betekend. Daarbij is, mede conform de brief van de voorzieningenrechter van 27 augustus 2010, de termijn van oproeping in acht genomen.
2.4. De voorzieningenrechter overweegt dat de ingestelde vordering voor een deel niet toewijsbaar is op de hierna aangegeven gronden. Het petitum valt uiteen in twee vorderingen die naar het voorshands oordeel van de voorzieningenrechter niet afzonderlijk van elkaar toegewezen kunnen worden. Toewijzing van de ene vordering sluit de andere vordering uit, zodat evenmin een dwangsom kan worden gevorderd ten aanzien van iedere vordering afzonderlijk. Voorts zal de door eiseres gevorderde dwangsom worden beperkt zoals hierna in het dictum is vermeld.
2.6. Het gevorderde komt de voorzieningenrechter voor het overige niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.
2.7. Gedaagde zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- dagvaarding EUR 73,89
- vast recht 263,00
- salaris advocaat 527,00
Totaal EUR 863,89
3. De beslissing
De voorzieningenrechter
3.1. verleent verstek tegen de niet verschenen gedaagde,
3.2. veroordeelt gedaagde om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis de door haar op of omstreeks juli 2010 gevonden hond van het ras Rottweiler, teef, met chipnummer 250269500201529 aan eiseres ter beschikking te stellen, dan wel indien zij niet over voormelde hond beschikt aan eiseres mede te delen aan wie zij de hond heeft afgegeven met vermelding van de woon- en verblijfplaats van die persoon,
3.3. veroordeelt gedaagde om aan eiseres een dwangsom te betalen van EUR 100,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 3.2. uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van EUR 2.500,00 is bereikt,
3.4. veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op EUR 863,89,
3.5. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.6. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.H.J.G. Römers en in het openbaar uitgesproken op 30 september 2010.?