ECLI:NL:RBBRE:2010:BO2885
Rechtbank Breda
- Voorlopige voorziening
- mr. Leijten
- Rechtspraak.nl
Verzekeringsrechtelijke geschil over casco-uitkering na vernietiging koopovereenkomst
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een consument en de verzekeraar Interpolis over de uitkering van een casco-verzekering na de vernietiging van de koopovereenkomst van een auto. De consument, eiser, had op 3 november 2009 een Mercedes-Benz B200 Turbo gekocht van een commanditaire vennootschap, maar vernietigde de koop op 24 maart 2010 op grond van dwaling, omdat de auto meer kilometers had gereden dan was voorgespiegeld. In een eerder kort geding werd de verkoper veroordeeld tot terugname van de auto en terugbetaling van de koopsom. Echter, de auto ging in de nacht van 28 op 29 juni 2010 door brand verloren. De consument vorderde in dit kort geding de casco-schade van de verzekeraar, die weigerde uitkering te doen, stellende dat er geen verzekerd belang was.
De voorzieningenrechter oordeelde dat het verweer van de verzekeraar niet houdbaar was. De rechter stelde vast dat elk belang bij de waarde van de auto verzekerbaar is en dat de consument, in de fase van onzekerheid over de juridische en feitelijke afloop van het geschil met de verkoper, belang had bij de casco-waarde. De rechter concludeerde dat de consument recht had op uitkering onder de verzekering, ondanks het verweer van Interpolis dat de vernietiging van de koopovereenkomst terugwerkt tot het moment van de koop, waardoor de consument geen schade zou hebben geleden.
De rechter oordeelde dat de dagwaarde van de auto ten tijde van de brand € 16.500,- bedroeg en veroordeelde Interpolis om dit bedrag aan de consument te betalen, evenals de proceskosten van € 1.483,93. Het vonnis werd uitgesproken op 4 november 2010 en is uitvoerbaar bij voorraad.