6.3Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft het slachtoffer [slachtoffer] gesneden en gestoken met een mes in zijn hals/nek/keel en zijn lichaam. [slachtoffer] heeft daar ernstig letsel aan overgehouden. Verdachte heeft verklaard dat zij tot dit feit is gekomen, omdat [slachtoffer] haar seksueel benaderde. Zij had [slachtoffer] een paar keer gewaarschuwd dat hij dat moest laten, maar, ondanks dat zij hem tijdens die waarschuwingen het mes op de keel zette, ging hij toch door. Volgens verdachte is er bij haar toen, mede in verband met het seksueel misbruik dat haar op jonge leeftijd is aangedaan, iets geknapt, kreeg zij een black out en is zij gaan steken met het mes. Op een gegeven moment kwam zij, toen [slachtoffer] "au" riep, bij haar positieven en is zij gestopt met steken/snijden met het mes. Zij is naar buiten gegaan en heeft een vrouw weten te bewegen om de politie te bellen. Gelukkig heeft verdachte de politie de plaats van het misdrijf gewezen, waardoor [slachtoffer] snel naar het ziekenhuis gebracht kon worden en daar meteen behandeld kon worden, hetgeen hem het leven heeft gered.
Verdachte is reeds meerdere malen veroordeeld voor geweldsdelicten.
De psychiater, drs. Landvreugd, geeft in het rapport d.d. 8 december 2010 aan dat verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis van haar geestvermogens in de zin van een al lang bestaande ernstige borderline persoonlijkheidsstoornis (angststoornis NAO) met kenmerken van een posttraumatische stressstoornis, alcoholafhankelijkheid en middelenmisbruik. Deze geven ernstige stoornissen in de copingmechanismen, vooral op het gebied van de impulscontrole (agressie). De inname van alcohol kan deze stoornissen alleen maar versterken. Gezien de situatie waarin verdachte die avond/nacht verkeerde en de seksuele dreiging die zij heeft ervaren, lijkt, aldus de psychiater een impulsdoorbraak op basis van extreme angst en woede zeer aannemelijk. Op grond hiervan komt de psychiater tot de conclusie dat verdachte ten tijde van het plegen van het onderhavige feit sterk verminderd toerekeningsvatbaar was.
De kans op recidive is, aldus de psychiater, gezien de ernst van de stoornissen en de antecedenten uit het verleden, als hoog in te schatten.
Aangezien een behandeling in de reguliere psychiatrie te kortdurend en te vrijblijvend is om een verandering te kunnen bewerkstelligen en verdachte lange tijd begeleiding en toezicht nodig heeft in een gesloten zorg/behandel setting om haar te ondersteunen in levenssituaties die risico kunnen opleveren, heeft de psychiater geadviseerd haar TBS met dwangverpleging op te leggen.
De psycholoog, drs. Zuidhof, geeft in het rapport d.d. 9 december 20 l O aan dat verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis van haar geestvermogens in de zin van een angststoornis met kenmerken van een posttraumatische stressstoornis en een als ernstig te beschouwen borderline persoonlijkheidsstoornis met antisociale kenmerken, alsmede alcoholafhankelijkheid en middelmisbruik. Deze geven een ernstig gebrek aan algemene copingmechanismen en ernstige problemen van de impulscontrole, met name agressie, in situaties van dreiging. Als de dreiging gerelateerd is aan de verleden seksuele traumata. kan de angst en de daarbij behorende afweer middels agressie dermate worden opgestuwd dat zich dissociatieve reacties kunnen voordoen. In een dergelijke toestand kan verdachte tot
buitenproportioneel agressief gedrag komen. Een dergelijke situatie is, aldus de psycholoog, herkenbaar in de delictsituatie. Op grond hiervan komt de psycholoog tot de conclusie dat verdachte ten tijde van het plegen van het onderhavige feit verminderd toerekeningsvatbaar was.
Recidive is, aldus de psycholoog, gezien de ernst van de psychiatrische en persoonlijkheidsstoornis, alsmede gelet op de strafrechtelijke antecedenten en het gebleken onvermogen zich aan behandelrichtlijnen te houden, erg waarschijnlijk.
Verdachte kan zich, aldus de psycholoog, gezien haar stoornissen en agressieproblematiek niet op een ordentelijke wijze handhaven in de samenleving en binnen een reguliere hulpverleningssetting. Zonder een gesloten c.q. beveiligd zorg- c.q. behandelkader zal zij snel terug vallen in haar "oude stiel", waarbij verdere deraillering voor de hand ligt, met zowel aanzienlijke persoonlijke als maatschappelijke risico's. De psycholoog adviseert daarom verdachte TBS met dwangverpleging op te leggen.
0 Verdachte is het met de adviezen van de psychiater en de psycholoog eens. Zij beseft dat ze
een lange behandeling nodig heeft in een gesloten setting omdat ze bang is dat, als zij niet zodanig behandeld zal worden, het op een gegeven moment nog meer uit de hand zal gaan lopen, te meer daar zij nu gebruik heeft gemaakt van een mes, hetgeen zij nooit eerder heeft gedaan. Zij zegt zeer gemotiveerd te zijn voor een behandeling in het kader van een TBS met dwangverpleging.
De rechtbank is het eens met de conclusies van de psychiater en de psycholoog en neemt deze over.
Gelet op de inhoud van de rapporten, de ernst van de feiten en het strafblad van verdachte is de rechtbank van oordeel dat een tbs noodzakelijk is.
Daarbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat voldaan wordt aan de eisen die de wet daaraan stelt, te weten:
- bij verdachte bestond ten tijde van het plegen van het feit een ziekelijke stoornis van haar geestvermogens;
- op het gepleegde misdrijf is een gevangenisstraf van vier jaren of meer gesteld;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist die maatregel.
De rechtbank acht, gelet op de ernst van de problematiek en het gevaar dat verdachte voor anderen oplevert, dwangverpleging noodzakelijk.
De rechtbank overweegt voorts dat de maatregel van terbeschikkingstelling zal worden opgelegd terzake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De totale duur van de maatregel kan daarom een periode van vier jaar te boven gaan.
Daarnaast acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden noodzakelijk. Bij de bepaling van de duur van die straf heeft de rechtbank -naast de hiervoor geschetste problematiek en de omstandigheden waaronder het is begaan - tevens acht geslagen op de impact die het gepleegde feit op het slachtoffer en de samenleving heeft gehad.
Gezien de problematiek van verdachte en het feit dat zij thans nog geen behandeling ondergaat, adviseert de rechtbank de behandeling in het kader van de TBS met
dwangverpleging te doen aanvangen, nadat 1/3 deel van de opgelegde gevangenisstraf is uitgezeten door verdachte.