3.1 Tussen partijen staan de volgende feiten in rechte vast:
a. STAR houdt zich bedrijfsmatig bezig met onder meer het plaatsen van technisch (hoog) gekwalificeerde vakmensen bij ondernemingen die voor specifieke projecten tijdelijk behoefte hebben aan specialisten. STAR sluit daartoe overeenkomsten met opdrachtgevers en zoekt voor de uitvoering van werkzaamheden/projecten bij haar opdrachtgevers, de juiste mensen;
b. [eiser] is op 19 juli 2009 voor bepaalde tijd in dienst getreden bij STAR, in de functie van superintendant tegen een loon van € 6.767,00 bruto per vier weken, exclusief 8% vakantietoeslag en onkostenvergoedingen; in de arbeidsovereenkomst is een opzegtermijn van één week overeengekomen;
c. in zijn functie was [eiser] belast met de supervisie tijdens de sloop van een fabriek in Turkije;
d. Vopak was de opdrachtgever van voornoemd project;
e. bij de aanvang van het dienstverband was de duur van het project door STAR geschat op drie maanden;
f. bij de tussen STAR en [eiser] gesloten arbeidsovereenkomst behoren algemene bepalingen (hierna te noemen: ‘algemene bepalingen’), waarvan artikel 2 -voor zover van belang- als volgt luidt: “artikel 2. Aard en duur arbeidsovereenkomst
Deze arbeidsovereenkomst wordt aangegaan voor de duur van werknemer’s bijdrage aan bedoeld project en zal derhalve van rechtswege eindigen bij voltooiing van werknemer’s bijdrage aan bedoeld project, zonder dat hiervoor enige opzegging of waarschuwing van een der partijen noodzakelijk is. Het einde van werknemer’s bijdrage aan bedoeld project wordt bepaald door een buiten de wil van betrokken partijen staande gebeurtenis, namelijk door de mededeling van de opdrachtgever dat werknemer’s bijdrage aan het project is voltooid of indien werknemer, ongeacht de omstandigheden, niet meer in staat is op genoemd project te werken of door opdrachtgever niet meer wordt toegelaten zijn werkzaamheden uit te voeren.”;
g. artikel 11 luidt -voor zover van belang- als volgt:
“artikel 11 Tussentijdse beëindiging van het dienstverband
Na het verstrijken van de proeftijd is tussentijdse beëindiging van het dienstverband te allen tijde mogelijk, met inachtneming van een voor opzeggingtermijn ter hoogte van het in de algemene gegevens/voorwaarde (zie Arbeidsovereenkomst) vermelde tijdsduur. Voorts behoudt de werkgever zich het recht voor het dienstverband met onmiddellijke ingang te beëindigen wegens dringende redenen. Onder dringende redenen worden onder meer verstaan, een of meerdere van de hierna vermelde omstandigheden, welke opsomming echter niet wordt geacht limitatief te zijn.
b. Werkgever´s en/of opdrachtgever´s misnoegen over werknemer´s arbeidsprestatie en/of gedrag.
e. Het begaan van handelingen, daaronder mede te begrijpen politieke uitingen, die de belangen en/of goede naam van werkgever of diens opdrachtgever kunnen schaden.
f. Indien houding of gedrag van werknemer ten opzichte van de opdrachtgever een negatieve invloed heeft op het arbeidstempo en/of arbeidsklimaat.”
h. in januari 2010 werd de heer [X], commercial manager van Vopak United Kingdom, aangesteld als interim projectleider van Vopak bij het project in Turkije;
i. op 23 februari 2010 heeft [X] een mail gestuurd naar [eiser] waarin opheldering wordt gevraagd over een telefoonrekening van € 2.835,00 en de geboekte vliegtickets waaruit blijkt dat [eiser] vaker dan eens in de drie weken naar Nederland gaat;
j. diezelfde dag heeft [eiser] de mail beantwoord. Hij opent met de mededeling dat hij zijn functie zal neerleggen als de vlieg- en telefoniekosten niet akkoord worden bevonden. Verder heeft hij aangegeven dat hij zijn Nederlandse telefoon heeft gebruikt waardoor de kosten vanwege roaming hoog opliepen, maar dat deze kosten nu fors zijn gereduceerd, aangezien de telefoon inmiddels is aangesloten op een Turks netwerk. Met betrekking tot de vliegtickets merkt hij op dat privé omstandigheden vereisen dat hij er eens per 14 dagen is;
k. [X] mailt diezelfde terug dat hij een dag later om 10 uur ’s ochtends telefonisch contact met [eiser] op zal nemen om deze kwestie te bespreken;
l. op 24 februari 2010 mailt [eiser] om 8:56 naar [X]. In deze mail geeft hij -onder meer- aan dat er geen reden is om iets te bespreken en dat sinds [X] is gekomen, alles slechter is gaan lopen. [eiser] stelt dat [X] zijn telefoon niet oppakt en niet reageert op mails, waardoor bepaalde contracten niet gesloten konden worden. Verder geeft [eiser] aan niet te begrijpen waarom [X] op het project is gekomen, omdat hij 100% overhead is;
m. [X] stuurt voorgaande mailwisseling diezelfde dag door naar de HR Director van Vopak, waarbij hij -verkort weergegeven- aangeeft, dat hij niet kan werken met iemand met zo’n houding en dat [eiser] zo snel mogelijk weg moet;
n. op 25 februari 2010 ontvangt [eiser] een mail van de heer [Y], consultant bij STAR, waarin [Y] onder meer aangeeft dat hem het trieste bericht heeft bereikt dat [eiser] per direct is opgezegd door Vopak voor het project in Turkije. STAR deelt mee dat zij conform contractuele afspraken niet anders kan, dan [eiser] per direct, dus per 25 februari 2010, opzeggen;
o. [eiser] reageert d.d. 26 februari 2010 op deze mail, waarbij hij zijn hart lucht over voornoemde kwestie. Vervolgens hebben [eiser] en [Y] telefonisch contact, waarna [eiser] diezelfde dag de volgende mail aan [Y] zendt: “Middels deze mail ga ik akkoord met de opzegging door Vopak. Laatste werkdag is 25 februari 2010, Voorwaarde is wel dat alle resterende bedragen ten goede van mij tot en met 25 februari, zoals salaris, onkosten en resterende vakantie uren uitbetaald worden. Verder is er geen verhaal mogelijk van uit het verleden gemaakte kosten van mij. Laatst gemaakte kosten dienen nog nagevorderd te worden.”
p. met ingang van 1 maart 2010 (week 9) heeft STAR de loonbetalingen aan [eiser] gestaakt;
q. op 15 maart 2010 heeft STAR het bedrag van de eindafrekening aan [eiser] overgemaakt;
r. op 10 maart 2010 heeft STAR aan [eiser] laten weten een mogelijk nieuwe plaatsing voor hem te kunnen realiseren; deze opdracht is -uiteindelijk- niet door [eiser] aangenomen;
s. bij brief van 18 maart 2010 heeft de gemachtigde van [eiser] aangegeven dat [eiser] direct bezwaar heeft gemaakt tegen de onmiddellijke beëindiging van het dienstverband en dat [eiser] aanspraak maakt op doorbetaling van het loon vanaf week 9 tot aan de datum van beëindiging van het dienstverband. Tevens geeft hij aan dat [eiser] nog steeds beschikbaar is om op eerste afroep de bedongen werkzaamheden te hervatten;
t. bij brief van 19 maart 2010 reageert STAR hierop met de mededeling dat -kort samengevat- door het gebeuren bij Vopak, de arbeidsovereenkomst tussen STAR en [eiser] is geëindigd. In haar brief verwijst STAR in het bijzonder naar artikel 2 en artikel 11, onderdelen b, e en f van de algemene bepalingen;
u. omstreeks 23 maart 2010 heeft STAR aan [eiser] laten weten een mogelijk nieuwe plaatsing voor hem te kunnen realiseren; dit leidde echter niet tot een plaatsing;
v. op 13 april 2010 heeft [Y] wederom een interview voor [eiser] georganiseerd, hetgeen leidde tot een opdracht: STAR en [eiser] sluiten ter zake van dit project een arbeidsoverkomst voor bepaalde duur, met ingang van 21 april 2010, zijnde de startdatum van de werkzaamheden van [eiser] op het -nieuwe- project.