ECLI:NL:RBBRE:2011:BP3311

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
1 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
626571 OV VERZ 10-4666
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • I. Peeters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van de vereffening van een nalatenschap en publicatieplicht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Breda op 1 februari 2011 uitspraak gedaan over een verzoek tot opheffing van de vereffening van de nalatenschap van een overledene, die op 18 januari 2010 is overleden. De verzoeker, die de enige erfgenaam en vereffenaar is van de beneficiair aanvaarde nalatenschap, heeft verzocht om de opheffing van de vereffening op grond van artikel 4:209 van het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de waarde van de baten van de nalatenschap zo gering is dat het niet in het belang van de betrokkenen is om de vereffening voort te zetten. De kosten van publicatie in de Staatscourant en twee nieuwsbladen zijn niet voorgeschreven, omdat de bekendmaking op internet een even goede, zo niet betere, mogelijkheid biedt voor belanghebbenden om geïnformeerd te worden over de nalatenschap.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de wettelijke publicatieplicht niet van toepassing is in dit geval, gezien de geringe baten en de kosten die anders gemaakt zouden moeten worden. De beschikking zal bekendgemaakt worden via rechtspraak.nl/uitspraken, wat in de huidige tijd beter aansluit bij de mogelijkheden van informatievoorziening. De vereffeningkosten zijn vastgesteld op EUR 150,00, welke ten laste van de boedel komen. De griffier is belast met de inschrijving van de opheffing van de vereffening in het boedelregister. De beschikking is gegeven door mr. Ides Peeters en is uitgesproken op de openbare terechtzitting.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
team kanton Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 626571 OV VERZ 10-4666
beschikking d.d. 1 februari 2011 op een verzoek tot opheffing ex artikel 4:209 van het Burgerlijk Wetboek (BW)
ingediend door:
[verzoeker], wonende te 4725 RB Wouwse Plantage,
Plantagebaan 109,
in de nalatenschap van:
[Overledene],
laatstelijk gewoond hebbende te 4703 KA Roosendaal, Jan Vermeerlaan 7,
overleden te Roosendaal op 18 januari 2010,
nader te noemen erflaatster.
Het verzoekschrift is ingediend door tussenkomst van mw.mr. L.F. Vermunt-van den Heuvel, advocaat te 4701 LJ Roosendaal, Brugstraat 44.
1. Het verloop van het geding
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. het op 21 oktober 2010 ter griffie ontvangen verzoekschrift, met bijlagen;
b. de brief, ter griffie ingekomen op 12 januari 2011, houdende een opgave van de vereffeningskosten;
c. de telefoonnotitie d.d. 27 januari 2011.
De inhoud van deze stukken geldt hier als ingelast.
2. Het verzoek
2.1 Verzoeker, zijnde enig erfgenaam, tevens vereffenaar van de beneficiair aanvaarde nalatenschap van erflaatster, verzoekt op grond van het bepaalde in artikel 4:209 BW opheffing van de vereffening te bevelen, vanwege de geringe waarde van de baten van de nalatenschap.
2.2 Ter onderbouwing van het verzoek is een vermogensbeschrijving overgelegd.
2.3 Verzoeker heeft afgezien van verhoor door de kantonrechter.
3. De beoordeling
3.1 De kantonrechter is van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat de waarde van
de baten van de nalatenschap zodanig gering is, dat er -gelet op de waarde van de schulden-
aanleiding is om de opheffing van de vereffening te bevelen.
3.2 De wet bepaalt dat deze opheffing dient te worden gepubliceerd. Nu er vrijwel geen baten zijn, wordt geoordeeld dat het in niemands belang is om daarvoor nog kosten te maken. Omdat de nalatenschap beneficiair aanvaard is zouden de kosten van publicatie voor rekening van het budget voor de rechtspraak komen, dus voor rekening van de Staat. Nu geen publicatie heeft plaatsgevonden van het vereffenaarschap en er ook verder geen dwingende noodzaak bestaat voor de -kostbare- wettelijk voorgeschreven wijze van bekendmaking (publicatie in de Staatscourant en advertentie in twee nieuwsbladen), zal deze niet worden voorgeschreven. De belanghebbenden kunnen immers ook op een andere wijze, namelijk via internet, worden geïnformeerd, hetgeen iedere belanghebbende een even goede, wellicht betere, mogelijkheid geeft om de financiële situatie van de nalatenschap te kunnen inzien. Dit brengt ook geen nieuwe kosten met zich mee. De bekendmaking van de beschikking zal plaatsvinden op rechtspraak.nl/uitspraken. Deze wijze van bekendmaking komt in de huidige tijd met internet beter tegemoet aan de bedoeling van de wetgever, dan met de publicatiemiddelen uit de tijd waarin het huidige erfrecht werd ontworpen, toen de toegang tot internet nog niet algemeen was. Verzoeker zal daarom worden ontheven van de wettelijke publicatieplicht.
3.3 De kantonrechter zal de vereffeningkosten, conform de opgave van verzoek(st)er, vaststellen op EUR 150,00.
3.4 De griffier zal zorg dragen voor inschrijving van de opheffing van de vereffening in het boedelregister.
4. De beslissing
De kantonrechter:
- beveelt de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van erflaatster;
- stelt de reeds gemaakte vereffeningkosten vast op EUR 150,00 en brengt deze kosten ten laste van de boedel;
- verstaat dat deze beschikking bekend gemaakt zal worden door plaatsing op rechtspraak.nl/uitspraken;
- wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. Ides Peeters, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 1 februari 2011, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld:
door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroepschrift moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof te 's Hertogenbosch.