ECLI:NL:RBBRE:2011:BP6958
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Hinfelaar
- A. de Graaf
- J. Scheij
- Rechtspraak.nl
Afpersing en dreiging met openbaring van een geheim in de context van seksuele afspraken met minderjarigen
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 8 maart 2011, stond de verdachte terecht voor het afpersen van een homoseksuele man, waarbij hij samen met anderen dreigde met de openbaring van een geheim. De feiten vonden plaats in de periode van 4 tot 5 mei 2010 in Bergen op Zoom. De verdachte en zijn medeverdachten hadden een afspraak gemaakt met het slachtoffer, die dacht te daten met een minderjarige. Tijdens deze ontmoeting werd het slachtoffer geconfronteerd met de aanwezigheid van de verdachte en zijn medeverdachten, die hem onder druk zetten door te dreigen naar de politie te gaan. Het slachtoffer, bang voor de gevolgen van zijn afspraak, bood aan geld te pinnen, wat resulteerde in een afgifte van 690 euro.
De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de primair ten laste gelegde afpersing, maar dat er wel voldoende bewijs was voor de subsidiair ten laste gelegde afdreiging. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de afpersing, maar verklaarde de dreiging met openbaring van een geheim bewezen. De rechtbank hield rekening met het strafblad van de verdachte en de aanbevelingen van de jeugdreclassering. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 120 uren, een leerstraf van 30 uren en een voorwaardelijke jeugddetentie van 63 dagen, met bijzondere voorwaarden voor begeleiding door de jeugdreclassering.
De uitspraak benadrukt de ernst van de gedragingen van de verdachte en zijn medeverdachten, die niet alleen het slachtoffer schade toebrachten, maar ook een gevoel van onveiligheid in de maatschappij creëerden. De rechtbank vond de handelingen van de verdachte en zijn medeverdachten uiterst laf en kwalijk, en benadrukte het belang van het beschermen van kwetsbare individuen tegen dergelijke misdragingen.