ECLI:NL:RBBRE:2011:BP7014
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Hinfelaar
- A. de Graaf
- J. Scheij
- Rechtspraak.nl
Dreigen met openbaring van een geheim en afdreiging van een homoseksuele man
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 8 maart 2011, stond de verdachte terecht voor het dreigen met de openbaring van een geheim en afdreiging van een homoseksuele man. De zaak kwam voort uit een incident dat plaatsvond op 4 en 5 mei 2010 in Bergen op Zoom, waar de verdachte samen met medeverdachten een homoseksuele man, hierna aangeduid als [slachtoffer], onder druk zette om geld af te geven. De rechtbank oordeelde dat de verdachte en zijn medeverdachten de man hadden geconfronteerd met het feit dat hij een afspraak had gemaakt met een minderjarige, wat hen in staat stelde om de man te dwingen tot het pinnen van een geldbedrag van 690 euro. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de primair ten laste gelegde afpersing, maar dat er wel voldoende bewijs was voor de subsidiair ten laste gelegde afdreiging. De verdachte werd uiteindelijk vrijgesproken van de afpersing, maar werd wel schuldig bevonden aan de afdreiging. De rechtbank legde een werkstraf van 90 uren op, naast een leerstraf van 30 uren en een jeugddetentie van 105 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank benadrukte de ernst van de daden van de verdachte en de impact daarvan op het slachtoffer, en stelde als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich tijdens de proeftijd moet houden aan de voorschriften van de jeugdreclassering.