ECLI:NL:RBBRE:2011:BQ1126

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
25 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
230551 FTRK 11-024
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Mr. Boerma
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot schuldsanering wegens onvoldoende stabiliteit en toekomstperspectief

Op 25 maart 2011 heeft de Rechtbank Breda uitspraak gedaan in een zaak betreffende de afwijzing van een verzoek tot schuldsanering van een verzoeker die lijdt aan een bipolaire stoornis. De verzoeker had eerder deelgenomen aan een schuldsanering, maar deze was in 2008 tussentijds beëindigd omdat hij zijn verplichtingen niet nakwam. De rechtbank heeft de medische verklaringen in overweging genomen, waaruit bleek dat de reden voor het mislukken van de eerdere schuldsanering niet aan de verzoeker kon worden toegerekend. Dit leidde tot de conclusie dat het bepaalde in artikel 288 lid 2 onder d van de Faillissementswet (Fw) niet in de weg stond aan een nieuwe aanvraag voor schuldsanering.

Echter, de rechtbank had twijfels over de huidige stabiliteit van de verzoeker. Hij was pas recent uit een gesloten inrichting ontslagen en moest levenslang medicatie gebruiken. Bovendien had hij op dat moment geen werk en was het onduidelijk of en wanneer hij weer aan het werk zou kunnen gaan. De rechtbank vreesde dat de verzoeker niet in staat zou zijn om zijn verplichtingen uit de schuldsanering na te komen. Daarom werd het verzoek afgewezen op grond van artikel 288 lid 1 sub c Fw.

De rechtbank gaf aan dat de verzoeker in de toekomst opnieuw een verzoek tot schuldsanering kan indienen, mits hij kan aantonen dat hij zijn stoornis onder controle heeft en er meer duidelijkheid is over zijn mogelijkheden om weer aan het werk te gaan. De beslissing om het verzoek af te wijzen werd genomen in het belang van de verzoeker zelf, om te voorkomen dat hij opnieuw in financiële problemen zou komen.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Team insolventierecht
afwijzing schuldsanering
rekestnummer: 230551/FT-RK 11.204
nummer verklaring: BRE0111100062
uitspraakdatum: 25 maart 2011
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [adres]
[woonplaats],
verzoeker,
1. Het verloop van de procedure.
Het verzoekschrift met bijlagen.
2. Het geding.
Dit strekt ertoe te beoordelen of de schuldsaneringsregeling kan worden verleend.
3. De beoordeling.
Het verzoekschrift is behandeld ter terechtzitting van 17 maart 2011. Daarbij is de heer [verzoeker] gehoord.
Ter zitting is onder meer gebleken dat verzoeker in 2005 is toegelaten tot de schuldsanering en dat deze regeling per 15 januari 2008 tussentijds is beëindigd omdat verzoeker zijn verplichtingen niet nakwam.
Najaar 2010 is door de GGZ bij verzoeker vastgesteld dat hij een bipolaire stoornis heeft.
Deze stoornis is een deel van de oorzaak voor de problematische schuldenpositie waarin verzoeker zich thans bevindt en destijds bevond. Ook heeft dit er toe geleidt dat verzoeker enkele maanden is opgenomen in een gesloten inrichting. Daarnaast heeft hij enige dagen voorarrest gezeten in verband met een bedreiging.
Op grond van de overgelegde medische verklaringen staat voldoende vast dat de reden van het mislukken van de schuldsanering in 2008 verzoeker niet kan worden toegerekend. Het bepaalde in artikel 288 lid 2 onder d (geen toelating tot de regeling indien minder dan 10 jaar voorafgaand aan het verzoekschrift al een regeling van toepassing is geweest) staat toelating daarom niet in de weg.
De vraag die echter ook opnieuw moet worden beantwoord is of verzoeker zijn leven al weer voldoende op orde heeft om opnieuw te worden toegelaten tot de wsnp-regeling en of hij zijn verplichtingen nu wel zal nakomen.
De rechtbank heeft op dit punt nog teveel twijfels. Verzoeker is pas sinds het begin van dit jaar uit de gesloten inrichting ontslagen en zal gedurende de rest van zijn leven medicatie moeten gebruiken. Momenteel heeft verzoeker ook nog geen werk, onduidelijk is ook nog of dit en op welke termijn tot de mogelijkheden gaat behoren. Gevreesd moet worden dat verzoeker niet in staat zal zijn om zijn uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen naar behoren na zal komen. Daarom dient het verzoek thans worden afgewezen op grond van het bepaalde artikel 288 lid 1 sub c Fw.
Zodra verzoeker door een verklaring van een hulpverlenende instantie aannemelijk kan maken dat hij zijn stoornis onder controle heeft, bijvoorbeeld over een half jaar, kan opnieuw een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling worden ingediend. Ook dient dan meer dan nu inzichtelijk te zijn wat de mogelijkheden van verzoeker zijn om weer aan het werk te gaan.
Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling dient derhalve op dit moment te worden afgewezen.
4. De beslissing.
De rechtbank:
- wijst het verzoek af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Boerma, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 maart 2011 in tegenwoordigheid van de griffier.