4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen en wijst daarbij op het volgende.
De beelden zijn niet erg duidelijk en de belastende verklaringen zijn veelal opgehangen aan kledingkenmerken, terwijl het gros van de supporters dergelijke kleding draagt en deze kledingkenmerken dus voor veel supporters kunnen gelden. De verdediging wijst op de aanwezigheid van een ander persoon, waarop de specifieke kenmerken van de kleding ook aanwezig zijn.
Het noemen van dergelijke kledingkenmerken is niet toereikend voor een bewezenverklaring.
Op basis van deze beelden is er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat verdachte betrokken is geweest bij de schermutselingen in het stadion dan wel dat verdachte een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de rellen.
Daar komt bij dat de verdediging vraagtekens plaatst bij de tijdstippen waarop verdachte op diverse plaatsen in het stadion zou moeten zijn geweest.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
Op 27 januari 2010 was brigadier [verbalisant] in zijn functie van supporters-coördinator/begeleider in het NAC-stadion aanwezig . Uit hoofde van zijn functie kent hij zeer veel supporters van NAC-Breda. In de 2e helft van de voetbalwedstrijd NAC-Go Ahead Eagles (GAE) ziet hij omstreeks 21.25 uur een aantal supporters van NAC uit vak G het tribunevak A1 oplopen. Op dit tribunevak zitten enkele supporters van GAE. Om bij dit vak te komen moeten supporters van NAC het stadion ¾ rondlopen via de gracht. Hij ziet dat de GAE-supporters worden aangevallen door een aantal supporters van NAC. Tijdens dit gebeuren ziet hij dat een persoon aan komt lopen en bij de schermutselingen er actief aan deelneemt. Te zien is dat die persoon geweld gebruikt tegen de GAE-supporters. Deze zijn gedwongen hun plaats te verlaten en een veilig heenkomen te zoeken. Hij ziet ook dat op een ander tribunegedeelte vanuit deze groep, waaronder door dezelfde persoon, een ander persoon op dat tribunevak opzettelijk verwondingen worden toegebracht. [verbalisant] heeft de camerabeelden, die van deze ongeregeldheden zijn gemaakt, uitgekeken. Ook de foto’s die van deze beelden zijn gemaakt, heeft hij bekeken. Deze foto’s zijn bij het proces-verbaal gevoegd.
Foto 1: Op deze foto ziet [verbalisant] de binnenkomst van een persoon die hij herkent als [verdachte]. De persoon op de achtergrond herkent hij als de eveneens aangehouden [voornaam] [mededader].
Foto 2: Op deze foto ziet [verbalisant] dat de groep aan komt lopen in de gracht voor de hoofdtribune. Ook hier herkent hij de persoon als [verdachte]. De persoon als eerste voor de groep herkent hij als [voornaam] [mededader].
Foto 3: Op deze foto ziet [verbalisant] een persoon op de voorgrond, die opvalt door de witte baan, die onder de jas uitkomt. Dit in combinatie met de haardracht en de witte schoenen, de jas met aan de achterzijde een soort streep over de rug en de lichtere vlekken op de spijkerbroek. Op de beelden die ter beschikking zijn gesteld door een supporter van GAE en een deel van het gebeuren heeft opgenomen, herkent hij de persoon duidelijk als [verdachte].
Foto 4: Op de foto’s 3 en 4 ziet [verbalisant] dat deze persoon actief deelneemt aan de geweldplegingen met een aantal andere personen tegen een andere groep personen op dit tribune deel.
Foto 5: Op deze foto ziet [verbalisant] dat die persoon met meerdere personen een ander deel van het tribunevak opgaat.
Foto 6: [verbalisant] ziet dat met meerdere personen de groep enkele andere supporters op dat vak aanvalt.
Foto 7: Ook hier ziet [verbalisant] dat de persoon deelneemt aan geweldplegingen tegen enkele andere personen.
Foto 8 en 9: Op deze foto’s, die enkele minuten later zijn genomen in de gracht van vak G, ziet [verbalisant] de persoon, die hij wederom herkent als [verdachte]. De foto’s zijn gemaakt van de voor- en achterzijde van de persoon. Opvallend zijn de haardracht, zijn jas, de witte baan onder zijn jas en de kleurverschillen op de spijkerbroek.
[verbalisant] herkende deze persoon op de foto’s als [verdachte]. Hij herkent deze persoon aan zijn uiterlijk en haardracht en postuur. Deze persoon is eerder aangehouden bij de voetbalwedstrijd Jong Willem II – Jong NAC in 2009 en heeft toen een civiel stadionstrafverbod gehad. Tevens heeft [verbalisant] afgelopen voetbalwedstrijd Willem II-NAC Breda op 5 februari 2010 een gesprek met hem gehad. [verdachte] erkende dat hij op dat tribunevak was geweest.
[verbalisant] heeft op de beelden gezien dat rondom de gebeurtenis, vastgelegd op foto’s 3 en 4, [verdachte] enkele slaande bewegingen maakt naar enkele personen, die proberen het tribunevak te verlaten. Deze worden van diverse kanten belaagd. Vervolgens ziet [verbalisant] dat [verdachte] met diverse andere personen naar een ander tribunedeel gaat. Hij ziet dat [verdachte] ook daar enkele slaande bewegingen naar een persoon maakt. Dit is vastgelegd op de foto’s 6 en 7. Ook ziet hij dat [verdachte] een schoppende beweging maakt naar een andere persoon en vervolgens wordt weggetrokken door een persoon in een gele jas, een beveiligingsmedewerker of een steward. Hij zag dat [verdachte] in bovengenoemde situatie in ieder geval twee maal een slaande beweging en eenmaal een schoppende beweging heeft gemaakt. [verdachte] maakte zich in ieder geval schuldig aan het in een groep deelnemen aan een openlijke geweldpleging tegen personen op diverse plekken op het tribunevak in het stadion. Op de beelden heeft [verbalisant] gezien dat [verdachte] slaande bewegingen maakte en schoppende bewegingen maakte.
De verbalisanten [verbalisant2] en [verbalisant 3] hebben de videobeelden bekeken van de ongeregeldheden. Zij herkenden op de beelden de verdachte [verdachte]. Zij zagen dat [verdachte] aan het vechten was. Zij herkenden hem aan zijn postuur, haardracht en uiterlijk. [verdachte] is de persoon die op deze beelden te zien is, gekleed in een donkere jas, blauwe spijkerbroek en witte schoenen. Tevens is te zien dat er aan de achterzijde van zijn jas een soort streep loopt over de rug. De persoon die zij herkenden als de verdachte [verdachte] betreft dezelfde persoon welke door verbalisant [verbalisant] wordt herkend en in zijn proces-verbaal van bevindingen wordt omschreven.
De verbalisant [verbalisant 4] heeft eveneens de beelden bekeken . Hij zag dat de persoon die door de verbalisanten [naam verbal[verbalisant]] [verbalisant2] en [verbalisant 3] zijn herkend als [verdachte], de tribune opkomt en gelijk naar 5, vermoedelijk GAE-supporters toeloopt. Deze zitten naast elkaar op de tribune. [verdachte] benadert hen langs de voorkant. Een andere man valt hen van links aan en een derde man benadert hen langs achteren. Zij kwamen vanaf de rechterzijde aangelopen. Van de rechterzijde komen nog meer NAC-supporters vak A1 opgelopen. Hij ziet dat [verdachte] gelijk in gevecht gaat met een man. Hij slaat deze man en krijgt enkele klappen terug. Deze man vlucht weg naar links en wil kennelijk bij een trap de tribune naar beneden verlaten, maar wordt bij de trappen tegengehouden. Hij vlucht weg over de tribunestoeltjes naar boven, verder de tribune op. Hij ziet dat [verdachte] intussen – tegelijkertijd met anderen – ook die kant is opgelopen en pakt deze man vast en trekt hem achterover de trap af. Een andere man schopt dan naar de man die achterover door [verdachte] de trap wordt afgetrokken. Als dit slachtoffer op de grond ligt, staan er NAC-ers om hem heen. Hij ziet dat [verdachte] schopt naar de man die op de grond ligt. [verdachte] wordt dan van achteren vastgepakt door vermoedelijk een steward van NAC, die herkenbaar is aan een fel geelgekleurde jas. Hierna stopt het gevecht en loopt [verdachte] de tribune af. Tegelijkertijd met deze schermutselingen wordt in hetzelfde tribunevak de aangever [slachtoffer 1] mishandeld.
[slachtoffer 1] heeft van deze mishandeling aangifte gedaan en heeft verklaard dat hij scout is bij NAC. Op 27 januari 2010 omstreeks 19.45 uur was hij in het stadion in Breda. Op een gegeven moment zag hij over de hoofdtribune vanuit de B-side een groep jongens aan komen lopen. Het waren er een stuk of 10. Voor hem was het duidelijk dat het NAC-supporters waren. Ze kwamen gewoon aanstormen op zijn vak. Hij zag dat de groep NAC-supporters naar de groep GAE-supporters liep die voor hem in het vak zaten. Hij zag dat het mis ging. De NAC-supporters vielen de GAE-supporters aan. Een van de NAC-supporters liep bovenlangs en de rest onderlangs. De jongen die bovenlangs liep, heeft hij beet gepakt. Hij heeft hem tegen een stoeltje gedrukt. Hij heeft hem ongeveer 30 seconden vastgehouden. Daarna heeft hij hem naar beneden geduwd. Hij zag gelijktijdig dat er volop gevochten werd. Hij liet de jongen los maar hij bleef hem wel goed in de gaten houden. [slachtoffer 1] stond met zijn gezicht richting veld. Rechts van hem werd er gevochten. Op dat moment voelde hij een harde klap van achteren tegen zijn achterhoofd. Hij dacht dat hij geslagen werd. Door de harde klap viel hij voorover. Voor zijn gevoel stond hij direct op, maar een vriend van hem heeft tegen hem gezegd dat hij even op de grond heeft gelegen. Ook heeft die vriend gezegd dat hij, terwijl hij op de grond lag nog een trap heeft gekregen tegen zijn lijf. Zijn hoofd doet nog zeer en zijn nekspieren doen nog pijn. Verder heeft hij een gekneusde rechterhand. Ook heeft hij een schaafplek op zijn rechterscheenbeen. Het laatste gedeelte van deze wedstrijd is hij helemaal kwijt. Hij was versuft.
De medeverdachte [mededader] heeft verklaard dat hij en de rest van de groep naar vak A zouden gaan om de GAE-supporters aan te vallen. Op de beelden die hem worden getoond, zegt hij te zien dat een persoon uit de groep waar hij mee was een steward van NAC heel hard slaat. Op de foto 7 herkent hij twee personen en wel [voornaam] en [voornaam verdachte].
Op de zitting heeft verdachte erkend dat hij degene is die op deze foto te zien is. Op deze foto is te zien dat er onder zijn jack een witte streep zichtbaar is.