ECLI:NL:RBBRE:2011:BQ2493

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
21 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
233999 FTRK 11-729
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Peters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot voorlopige voorziening in het kader van schuldsanering

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 21 april 2011, hebben verzoekers een verzoekschrift ingediend tot het verkrijgen van een voorlopige voorziening in het kader van hun schuldsaneringsverzoek. De verzoekers, beiden woonachtig in dezelfde gemeente, hebben aangegeven dat hun betalingsachterstand bij de Nederlandse Energie Maatschappij (NEM) enkel betrekking heeft op een voorschotnota van november 2010. Alle andere betalingsverplichtingen zijn na deze datum voldaan. De rechtbank heeft op 18 april 2011 het verzoekschrift ontvangen, waarin de verzoekers de rechtbank vragen om NEM te verbieden de nakoming van haar verbintenis op te schorten.

Tijdens de zitting op 21 april 2011 is NEM niet verschenen, ondanks dat zij behoorlijk was opgeroepen. De rechtbank heeft overwogen dat het niet onaannemelijk is dat verzoekers zullen worden toegelaten tot de schuldsaneringsregeling, gezien de omstandigheden van de zaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering van NEM enkel betrekking heeft op een enkele maand van niet-betaling en dat verzoekers hun overige verplichtingen nakomen. Dit heeft geleid tot de beslissing om het verzoek tot voorlopige voorziening toe te wijzen, met de voorwaarde dat verzoekers hun lopende verplichtingen jegens NEM blijven nakomen.

De rechtbank heeft verder bepaald dat de beschikking uitvoerbaar bij voorraad is, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk effect heeft, ook al kan deze nog worden aangevochten. De beslissing over het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling zal in een afzonderlijk vonnis worden genomen. De rechtbank heeft de verzoekers geïnformeerd dat de voorlopige voorziening vervalt indien zij hun verplichtingen niet nakomen of indien het verzoek tot schuldsanering wordt ingetrokken of niet-ontvankelijk wordt verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Team Insolventierecht
toewijzing verzoek ex art. 287 lid 4 Fw
rekestnummer: 233999 FT RK 11.729 en 234000 FT RK 11.730
232340 FT RK 11.462 en 232341 FT RK 11.463
nummer verklaring: BRE0111100801 en BRE011100828
uitspraakdatum: 21 april 2011
in de zaak van:
[verzoeker],
geboren op [datum] te [woonplaats], en
[verzoekster],
geboren op [datum] te [woonplaats],
beiden wonende te [postcode] [woonplaats], [adres],
verzoekers.
1. Het verloop van de procedure.
Dit blijkt uit de navolgende processtukken:
- het verzoekschrift ex artikel 287 lid 4 Fw, ter griffie binnengekomen op 18 april 2011, met bijlagen;
- het verzoekschrift ex artikel 284 Fw, ter griffie binnengekomen op 11 maart 2011, met bijlagen;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van het verzoekschrift op 21 april 2011.
2. Het verzoek.
De gevraagde voorziening houdt in Nederlandse Energie Maatschappij (hierna: NEM) te verbieden de nakoming van haar verbintenis, die voortvloeit uit een overeenkomst tot het geregeld afleveren van gas, water en elektriciteit aan verzoekers, op te schorten.
Gelijktijdig met de gevraagde voorziening is een verzoek ingediend tot toelating tot de schuldsaneringsregeling.
3. De beoordeling.
3.1. Verzoekers hebben ter zitting gesteld dat de achterstand in betaling enkel het voorschot van november 2010 betreft. Alle lopende betalingsverplichtingen aan NEM na november 2010 zijn voldaan. Op 2 mei 2011 dient het verzoek tot toelating
tot de schuldsaneringsregeling.
3.2. NEM is -hoewel behoorlijk opgeroepen- niet ter zitting verschenen.
3.3. De gevraagde voorlopige voorziening is bedoeld voor de overbrugging van de periode tussen de indiening en de beslissing op het schuldsaneringsverzoek, dat op 2 mei 2011 door de rechtbank Breda wordt behandeld. Naar het oordeel van de rechtbank is voorshands niet onaannemelijk dat verzoekers tot de schuldsanerings-regeling zullen worden toegelaten. Voorts, is van belang dat de onderhavige vordering van NEM betrekking heeft op het niet betalen van een voorschotnota energie van slechts één maand en dat verzoekers alle lopende verplichtingen jegens NEM tot heden nakomen. Het vorenstaande leidt tot de slotsom dat de gevraagde voorziening zal worden gegeven. Aan deze toewijzing wordt de voorwaarde verbonden dat verzoekers de lopende verplichtingen jegens NEM blijven nakomen.
3.4. Op het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling zal bij afzonderlijk vonnis worden beslist.
3.5. De beschikking zal uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.
4. De beslissing.
De rechtbank:
wijst het verzoek tot de voorlopige voorziening toe;
bepaalt dat genoemde voorziening geldt totdat op het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling is beslist, te rekenen vanaf de datum van dit vonnis;
bepaalt dat de voorziening in ieder geval vervalt op het moment dat het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt ingetrokken, niet-ontvankelijk wordt verklaard, danwel een beslissing daarop in kracht van gewijsde is gegaan;
bepaalt dat genoemde voorziening eveneens vervalt wanneer verzoekers de lopende verplichtingen jegens Nederlandse Energie Maatschappij niet nakomen;
Verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. Peters en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 april 2011 in tegenwoordigheid van de griffier.