ECLI:NL:RBBRE:2011:BQ2928
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Tempelaar
- A. Combee
- J. Ebben
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in drugszaken wegens onvoldoende bewijs van betrokkenheid bij synthetische drugsproductie
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 14 april 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van betrokkenheid bij de productie van synthetische drugs. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, als marktdeelnemer, samen met anderen, in strijd met de Wet voorkoming misbruik chemicaliën, een hoeveelheid 1-fenyl-2-propanon (BMK) en BMK bisulfiet adduct zonder vergunning in zijn bezit heeft gehad. Daarnaast werd de verdachte verweten voorbereidingshandelingen te hebben verricht voor de productie van synthetische harddrugs en/of de verwerking van cocaïne. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De rechtbank heeft overwogen dat de bestellingen van laboratoriumbenodigdheden en chemicaliën, hoewel verdacht, ook legale toepassingen kennen en dat er geen bewijs was dat deze goederen daadwerkelijk zijn aangetroffen of gebruikt voor drugsgerelateerde feiten. Medeverdachten hebben verklaard dat de verdachte geen bemoeienis had met de loods waar de verdachte huurder van was, en er was geen bewijs dat de verdachte betrokken was bij de loods na de overdracht aan een medeverdachte. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte niet opzettelijk de tenlastegelegde handelingen heeft verricht met het oogmerk om drugsgerelateerde feiten te bevorderen of voor te bereiden. Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten.