ECLI:NL:RBBRE:2011:BQ3116

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
27 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
650374 ov 11-1125
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van de vereffening van een nalatenschap en publicatievereisten

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Breda op 27 april 2011 uitspraak gedaan over een verzoek tot opheffing van de vereffening van de nalatenschap van Patricia Krens, die op 19 augustus 2009 is overleden. De verzoeker, Antonius Wilhelmus Krens, is mede-vereffenaar van de nalatenschap en heeft verzocht om de opheffing van de vereffening op grond van artikel 4:209 van het Burgerlijk Wetboek, omdat de waarde van de baten van de nalatenschap zo gering is dat de kosten van vereffening niet opwegen tegen de baten.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de waarde van de baten van de nalatenschap inderdaad zeer beperkt is en dat er geen dwingende noodzaak bestaat voor de wettelijk voorgeschreven publicatie in de Staatscourant en in twee nieuwsbladen. De rechter oordeelt dat bekendmaking via internet een even goede, zo niet betere, mogelijkheid biedt voor belanghebbenden om geïnformeerd te worden over de nalatenschap. Hierdoor worden onnodige kosten voor publicatie voorkomen, die anders voor rekening van de Staat zouden komen.

De kantonrechter heeft de vereffeningkosten vastgesteld op € 350,00 en deze kosten ten laste van de boedel gebracht. De beschikking zal bekendgemaakt worden via rechtspraak.nl/uitspraken, wat in de huidige tijd beter aansluit bij de bedoeling van de wetgever dan de traditionele publicatiemiddelen. De kantonrechter heeft de verzoeker ontheven van de wettelijke publicatieplicht en de opheffing van de vereffening van de nalatenschap bevolen. De beschikking is gegeven door mr. B.J.G.M. Ides Peeters en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 27 april 2011.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
team kanton Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 650374 OV VERZ 11-1125
beschikking d.d. 27 april 2011 op een verzoek tot opheffing ex artikel 4:209 van het Burgerlijk Wetboek (BW)
ingediend door:
Antonius Wilhelmus Krens, wonende te 4707 XG Roosendaal, Vogelzang 11,
in de nalatenschap van:
Patricia Krens
laatstelijk gewoond hebbende te 4707 SM Roosendaal, Begijnenberg 32,
overleden te Roosendaal op 19 augustus 2009,
nader te noemen erflaatster.
Het verzoekschrift is ingediend door tussenkomst van mw.mr. L.F. Vermunt-van den Heuvel, advocaat te 4701 LJ Roosendaal, Brugstraat 44.
1. Het verloop van het geding
1.1 De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. het op 16 maart 2011 ter griffie ontvangen verzoekschrift, met bijlagen;
b. de brief ter griffie ingekomen op 14 april 2011, houdende de mededeling dat afgezien wordt van het recht om op het verzoek te worden gehoord, tevens houdende een opgave van de vereffeningskosten.
1.2 De inhoud van deze stukken geldt hier als ingelast.
2. Het verzoek
2.1 Verzoeker, zijnde mede-vereffenaar van de door hem beneficiair aanvaarde nalatenschap van erflaatster, verzoekt op grond van het bepaalde in artikel 4:209 BW opheffing van de vereffening te bevelen, vanwege de geringe waarde van de baten van de nalatenschap.
2.2 Ter onderbouwing van het verzoek is een vermogensbeschrijving overgelegd.
2.3 Verzoeker heeft afgezien van verhoor door de kantonrechter.
3. De beoordeling
3.1 De kantonrechter is van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat de waarde van
de baten van de nalatenschap zodanig gering is, dat er - gelet op de waarde van de schulden -
aanleiding is om de opheffing van de vereffening te bevelen.
3.2 De wet bepaalt dat deze opheffing dient te worden gepubliceerd. Nu er vrijwel geen baten zijn, wordt geoordeeld dat het in niemands belang is om daarvoor nog kosten te maken. Omdat de nalatenschap beneficiair aanvaard is zouden de kosten van publicatie voor rekening van het budget voor de rechtspraak komen, dus voor rekening van de Staat. Nu geen publicatie heeft plaatsgevonden van het vereffenaarschap en er ook verder geen dwingende noodzaak bestaat voor de -kostbare- wettelijk voorgeschreven wijze van bekendmaking (publicatie in de Staatscourant en advertentie in twee nieuwsbladen), zal deze niet worden voorgeschreven. De belanghebbenden kunnen immers ook op een andere wijze, namelijk via internet, worden geïnformeerd, hetgeen iedere belanghebbende een even goede, wellicht betere, mogelijkheid geeft om de financiële situatie van de nalatenschap te kunnen inzien. Dit brengt ook geen nieuwe kosten met zich mee. De bekendmaking van de beschikking zal plaatsvinden op rechtspraak.nl/uitspraken. Deze wijze van bekendmaking komt in de huidige tijd met internet beter tegemoet aan de bedoeling van de wetgever, dan met de publicatiemiddelen uit de tijd waarin het huidige erfrecht werd ontworpen, toen de toegang tot internet nog niet algemeen was. Verzoeker zal daarom worden ontheven van de wettelijke publicatieplicht.
3.3 De kantonrechter zal de vereffeningkosten, conform de opgave van verzoeker, vaststellen op € 350,00.
3.4 De griffier zal zorg dragen voor inschrijving van de opheffing van de vereffening in het boedelregister.
4. De beslissing
De kantonrechter:
- beveelt de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van erflater;
- stelt de reeds gemaakte vereffeningkosten vast op € 350,00 en brengt deze kosten ten laste van de boedel;
- verstaat dat deze beschikking bekend gemaakt zal worden door plaatsing op rechtspraak.nl/uitspraken;
- wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. B.J.G.M. Ides Peeters, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 27 april 2011, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld:
door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroepschrift moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof te 's Hertogenbosch.