ECLI:NL:RBBRE:2011:BQ6673
Rechtbank Breda
- Raadkamer
- W. Warnaar
- Rechtspraak.nl
Afwijzing nevenvoorzieningen bij echtscheiding na niet verschijnen van partijen
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 25 mei 2011, is een verzoek tot echtscheiding ingediend door partijen die op 29 oktober 1990 met elkaar zijn gehuwd. De rechtbank ontving op 5 april 2011 een verzoek van partijen om uitstel van de behandeling van de zitting op 7 april 2011, omdat zij in onderling overleg waren om de vermogensrechtelijke afwikkeling en alimentatie te regelen. Dit verzoek werd echter afgewezen door de rechtbank. Op de dag van de zitting gaven partijen aan niet te verschijnen, maar dat zij het minnelijk overleg wilden voortzetten. De rechtbank oordeelde dat, ondanks het verzoek om uitstel, de zittingscapaciteit benut had moeten worden en dat het niet verschijnen van partijen leidde tot onvoldoende informatie om een beslissing te nemen over de nevenverzoeken.
De rechtbank sprak de echtscheiding uit en compenseerde de proceskosten, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. De overige verzoeken van partijen werden afgewezen, omdat er geen nadere toelichting was gegeven op de nevenverzoeken en er geen overeenkomst was ontvangen na de niet gehouden zitting. De rechtbank benadrukte dat het risico van het niet verschijnen voor partijen kwam en dat er onduidelijkheid bestond over eventuele geschilpunten. De beschikking werd gegeven door mr. Warnaar en is ter openbare terechtzitting uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.