3.1 Tussen partijen staan de volgende feiten in rechte vast:
de thans 45-jarige [X] is op 1 januari 2008 in dienst getreden bij Stoncor in de functie van Territory Manager voor de provincie Overijssel, zulks tegen een laatstgenoten loon van € 3.502,00 bruto per maand, exclusief emolumenten;
Stoncor produceert kunststof gebonden vloerafwerkingen voor de industriële sector;
in de arbeidsovereenkomst is in artikel 9 een non-concurrentiebeding opgenomen, wat (voor zover van belang) luidt als volgt: “Gedurende 24 maanden na het einde van de arbeidsovereenkomst -ongeacht de wijze waarop en de redenen waarom de arbeidsovereenkomst tot een einde is gekomen- zal het Werknemer zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Werkgever, niet zijn toegestaan om in de Benelux:
a. op enigerlei wijze, direct of indirect, al dan niet gehonoreerd werkzaam of betrokken te zijn bij enige persoon, instelling, vennootschap of onderneming die concurrerende, soortgelijke of aanverwante activiteiten ontplooit als de Werkgever of de aan haar gelieerde vennootschappen, danwel daarin of daarbij enig belang te hebben;
b. op enigerlei wijze, direct of indirect zakelijke contacten te onderhouden met (rechts)personen waarmee de Werkgever gedurende de laatste twee jaar voorafgaande aan het einde van de arbeidsovereenkomst enigerlei zakelijk contact heeft gehad …”;
artikel 10 van de arbeidsovereenkomst getiteld “Boete” luidt (voor zover van belang) als volgt: “In afwijking van het in artikel 7:651 lid 3 Nederlands BW verbeurt Werknemer ingeval van overtreding van het bepaalde in de artikelen 7, 8 en 9 aan de Werkgever een terstond en zonder nadere aannaming, ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst opeisbare boete van € 4.500,00 per overtreding, ter vermeerderen met € 2.250,00 voor iedere dag dat de overtreding voortduurt en onverminderd de bevoegdheid van de Werkgever om in plaats daarvan vergoeding te vorderen van de volledige schade alsmede nakoming...”;
[X] heeft in een e-mail van 24 november 2009 onder de aandacht van Stoncor gebracht dat hij problemen met zijn gehoor ondervindt;
op 17 november 2010 heeft [X] in een brief aan zijn leidinggevende [Y] het voornemen kenbaar gemaakt om zijn arbeidsovereenkomst op te zeggen, omdat hij een aanbod had gekregen van een ander bedrijf, te weten Betonlook;
op 18 november 2010 heeft [X] formeel zijn ontslag ingediend, waardoor de arbeidsovereenkomst tussen partijen is beëindigd met ingang van 20 december 2010;
per 1 januari 2011 is [X] bij Betonlook in dienst getreden als Sales Manager Benelux;
[X] heeft in 2010 al enige tijd werkzaamheden bij Betonlook verricht. Dat is gebeurd omdat Stoncor in die tijd overwoog Betonlook over te nemen;
Stoncor heeft [X] bericht hem te houden aan het concurrentiebeding;
bij brief d.d. 25 januari 2011 is [X] er door Stoncor op gewezen dat hij het concurrentiebeding overtreedt, waarbij Stoncor aanspraak maakt op de door [X] verbeurde boetes van € 4.500,00 per overtreding, te vermeerderen met € 2.250,00 per dag per 1 januari 2011.