ECLI:NL:RBBRE:2011:BQ9899
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Eijssen-Vruwink
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank in geschil over bindend advies en geldleningsovereenkomst
In deze zaak, die voor de Rechtbank Breda is behandeld, gaat het om een incident waarbij de gedaagde, wonende te Berkel-Enschot, verzoekt om de rechtbank zich onbevoegd te verklaren in een geschil dat voortvloeit uit een geldleningsovereenkomst van 4 november 2001. De eiseres, Aventi BV, gevestigd te Tilburg, vordert in de hoofdzaak betaling van een bedrag van Euro 120.007,50, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De rechtbank dient te beoordelen of er sprake is van een 'geschil' in de zin van de overeenkomst, die bindend advies voorschrijft in geval van een geschil tussen partijen.
De rechtbank overweegt dat de overeenkomst een bindend adviesprocedure voorschrijft, maar dat de vordering van Aventi BV niet kan worden aangemerkt als een geschil dat onder deze procedure valt. De rechtbank stelt vast dat de vordering van Aventi BV betrekking heeft op de nakoming van een betalingsverplichting en dat er geen sprake is van een geschil in de zin van de overeenkomst. De rechtbank concludeert dat zij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen, ondanks de bindend adviesclausule.
De rechtbank wijst de incidentele vordering van de gedaagde af en bepaalt dat de zaak op de rol komt voor conclusie van antwoord aan de zijde van de gedaagde. De kosten van het incident worden aan de gedaagde opgelegd, die als in het ongelijk gestelde partij wordt beschouwd. Dit vonnis is uitgesproken door mr. M. Eijssen-Vruwink op 1 juni 2011.