ECLI:NL:RBBRE:2011:BR1497
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing belastingverdrag Nederland-V.S. door Amerikaanse staatsburger woonachtig in Canada
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 10 juni 2011 uitspraak gedaan in een belastingkwestie waarbij een Amerikaanse staatsburger, die feitelijk in Canada woont, geen aanspraak kan maken op het belastingverdrag tussen Nederland en de Verenigde Staten. De eiser, die in Canada woont, had bezwaar gemaakt tegen de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen die hem was opgelegd voor het jaar 2007. De inspecteur van de Belastingdienst had de aanslag opgelegd op basis van de inkomsten die de eiser had ontvangen uit Nederland, waaronder een AOW-uitkering en pensioen van de [Universiteit].
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser, hoewel hij de Amerikaanse nationaliteit heeft, feitelijk in Canada woont en daarom als inwoner van Canada wordt aangemerkt volgens het belastingverdrag tussen Canada en de Verenigde Staten. Dit betekent dat hij niet als inwoner van de Verenigde Staten kan worden beschouwd voor de toepassing van het belastingverdrag Nederland-V.S. De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de eiser recht heeft op toepassing van het belastingverdrag tussen Canada en Nederland, maar niet op het verdrag met de Verenigde Staten.
De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard, omdat hij niet kon aantonen dat hij recht had op de voordelen van het belastingverdrag Nederland-V.S. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, aangezien er geen aanleiding voor was. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.