ECLI:NL:RBBRE:2011:BR2438

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
17 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
219645 FA RK 10-2310
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M. Scheij
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot stiefouderadoptie wegens niet voldoen aan leeftijdsvereiste

In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 17 juni 2011 uitspraak gedaan in een verzoek tot stiefouderadoptie. De verzoekers, een man en een vrouw, hebben sinds 2005 een relatie en wonen sinds 2006 samen. De man zorgt al vijf jaar voor de minderjarige, die hij als zijn dochter beschouwt. De verzoekers willen de band tussen de man en de minderjarige versterken door middel van stiefouderadoptie. Echter, de rechtbank heeft het verzoek afgewezen omdat niet voldaan is aan het leeftijdsvereiste van artikel 1:228, eerste lid, aanhef en onder c, van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel vereist dat de adoptant ten minste 18 jaar ouder is dan het kind. In dit geval is de man 17 jaar, 8 maanden en 11 dagen ouder dan de minderjarige, wat niet voldoet aan de wettelijke eis.

De rechtbank heeft in haar overwegingen verwezen naar de vaste jurisprudentie en de wetsgeschiedenis, waaruit blijkt dat het leeftijdsverschil van minimaal 18 jaar een dwingende voorwaarde is voor adoptie. De Hoge Raad heeft in eerdere uitspraken benadrukt dat de wetgever deze eis heeft gesteld in het belang van het kind, en dat de rechter niet de vrijheid heeft om hiervan af te wijken. De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel de vader van de minderjarige zich niet verzet tegen het verzoek, het leeftijdsverschil een beletsel vormt voor de adoptie.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat, omdat niet aan de voorwaarden van artikel 1:228 BW is voldaan, het verzoek tot adoptie niet kan worden toegewezen. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de griffier en de vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming, die het verzoek had geadviseerd. De rechtbank heeft de beschikking uitgesproken en medegedeeld dat tegen deze beschikking hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Team jeugdrecht
Enkelvoudige Kamer
Zaaknummer: 219645 FA RK 10-2310
beschikking betreffende adoptie,
in de zaak van
[verzoekster]
geboren te Bergen op Zoom op 30 mei 1973,
hierna te noemen de vrouw,
en
[verzoeker],
geboren te Roosendaal en Nispen op 22 december 1977,
hierna te noemen de man,
gezamenlijk te noemen de verzoekers,
beiden wonende te Wouw, gemeente Roosendaal,
advocaat mr. D. Doreleijers,
ter terechtzitting waargenomen door mr. M. Czarnota.
1. Het verloop van het geding
Dit blijkt uit de volgende stukken:
- het op 21 mei 2010 ontvangen verzoekschrift met bijlagen;
- het uittreksel uit het gezagsregister betreffende na te noemen minderjarige;
- de op 16 juni 2010 ontvangen referteverklaring van de hierna te noemen belanghebbende;
- de op 4 februari 2011 ontvangen rapportage van de Raad voor de Kinderbescherming locatie Breda;
- de brieven van de griffier van 18 april 2011 aan de verzoekers en de hierna te noemen belanghebbende;
- het proces-verbaal van de behandeling ter terechtzitting van 13 mei 2011.
Als belanghebbende wordt aangemerkt de heer [naam vader minderjarige] de vader van de minderjarige.
Ter terechtzitting is tevens aanwezig geweest een vertegenwoordigster van de Raad voor de Kinderbescherming, regio Midden- en West-Brabant, gevestigd Meerten Verhoffstraat 18, 4811 AS Breda, hierna te noemen de raad, om de rechtbank over het verzoek te adviseren.
2. Het verzoek
Het verzoek strekt tot adoptie van [naam minderjarige], geboren te Bergen op Zoom op [geboortedatum] door de man en te bepalen dat de minderjarige voortaan de geslachtsnaam “[achternaam verzoeker]” zal dragen.
3. De beoordeling
3.1 Blijkens de stukken staat het volgende vast.
- De vrouw heeft een affectieve relatie gehad met de vader van de minderjarige.
- Uit deze relatie is de minderjarige geboren.
- De vader is nimmer belast geweest met het gezag over de minderjarige.
- Verzoekers zijn gehuwd.
3.2 De verzoekers leggen aan hun verzoek ten grondslag dat zij sinds 2005 een relatie hebben met elkaar en dat zij sinds 2006 officieel met elkaar samenwonen. De man zorgt inmiddels vijf jaar voor [voornaam minderjarige]. Zij is de man als haar vader gaan beschouwen. De verzoekers wensen de band tussen [voornaam minderjarige] en de man verder te versterken en te bevestigen door middel van stiefouderadoptie. De verzoekers stellen dat aan de wettelijke vereisten die aan stiefouderadoptie worden gesteld is voldaan.
3.3 De raad heeft in voormelde rapportage geadviseerd het verzoek van de verzoekers toe te wijzen. Ter terechtzitting heeft de vertegenwoordigster van de raad aangegeven dat ten tijde van het onderzoek niet is opgemerkt dat het leeftijdsverschil tussen [voornaam minderjarige] en de man geen 18 jaar is. Indien een adoptie hierdoor niet mogelijk zou zijn, kan op een andere manier ook de geslachtsnaam van [voornaam minderjarige] worden gewijzigd en kunnen de verzoekers gezamenlijk worden belast met het gezag.
3.4 Blijkens voormelde referteverklaring verzet de vader zich niet tegen het verzoek. Hij is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter terechtzitting verschenen.
3.5 De rechtbank overweegt als volgt.
Het verzoek tot adoptie kan ingevolge artikel 1:227, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) slechts worden toegewezen, indien de adoptie in het kennelijk belang van het kind is, op het tijdstip van de adoptie vaststaat en voor de toekomst redelijkerwijs te voorzien is dat het kind niets meer van zijn ouder of ouders in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft en aan de voorwaarden van artikel 1:228 BW wordt voldaan.
Uit artikel 1:228, eerste lid, aanhef en onder c, BW volgt dat een van de voorwaarden voor adoptie is dat de adoptant ten minste 18 jaar ouder is dan het kind.
3.6 De rechtbank stelt vast dat niet is voldaan aan de in artikel 1:228, eerste lid, aanhef en onder c, BW gestelde voorwaarde, nu het leeftijdsverschil tussen de man en [voornaam minderjarige] minder dan 18 jaar bedraagt. De man is namelijk 17 jaar, 8 maanden en 11 dagen ouder dan [voornaam minderjarige].
Aan de orde is de vraag of dit leeftijdsverschil in het onderhavige geval een beletsel voor adoptie moet zijn.
3.7 De man voert aan dat er slechts sprake is van een klein leeftijdsverschil dat geen beletsel zou moeten zijn voor de adoptie. Hij zorgt al vijf jaar samen met de vrouw voor [voornaam minderjarige] en zowel de vrouw als de vader stemmen in met het verzoek. De man is van mening dat het in het belang van [voornaam minderjarige] is dat zij door hem wordt geadopteerd.
3.8 De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 30 juni 2000 (NJ 2001, 103; LJN AA6339) bepaald dat de wetgever in het belang van het kind, ter zake van het leeftijdsverschil van 18 jaar, een dwingende keuze heeft gemaakt om te voorkomen dat er een te klein verschil in leeftijd tussen de verzoeker tot adoptie en het kind bestaat. Gelet op deze bewuste keuze van de wetgever komt, aldus de Hoge Raad, aan de rechter niet de vrijheid toe aan de voorwaarde van artikel 1:228, eerste lid, aanhef en onder c, BW af te wijken, op grond van de omstandigheden van het geval. De rechtbank overweegt daarbij dat de wetgever bij de herziening van de wetgeving met betrekking tot de adoptie op 1 januari 2009 er ook niet voor heeft gekozen om het (minimum-)leeftijdsverschil los te laten.
3.9 Nu niet wordt voldaan aan de voorwaarde van artikel 1:228, eerste lid, aanhef en onder c, BW komt de rechtbank niet toe aan de beoordeling van de andere voorwaarden die de wet aan adoptie stelt. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het verzoek afwijzen.
4. De beslissing
De rechtbank
wijst het verzoek tot adoptie af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Scheij kinderrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
in tegenwoordigheid van Boink, griffier.
Mededeling van de griffier:
Tegen deze beschikking kan voor zover het een eindbeschikking betreft hoger beroep worden ingesteld:
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroepschrift moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof te
's-Hertogenbosch.
verzonden op: