ECLI:NL:RBBRE:2011:BR3897
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W. Brouwer
- M.P.J. Tillie
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de waardering van onroerende zaak en aanslag onroerende-zaakbelasting
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 15 april 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van de gemeente Moerdijk. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de beschikking waarbij de onroerende zaak, gelegen aan [adres] te [woonplaats], was gewaardeerd op € 491.000 op basis van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De heffingsambtenaar had deze waarde in een eerdere uitspraak op bezwaar verlaagd tot € 412.000. De belanghebbende stelde echter dat de waarde nog verder verlaagd moest worden naar € 361.000. Tijdens de zitting op 1 april 2011, waar de gemachtigde van de belanghebbende en een taxateur aanwezig waren, heeft de rechtbank de argumenten van beide partijen gehoord.
De rechtbank heeft het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard en de waarde van de onroerende zaak vastgesteld op € 361.000. Tevens heeft de rechtbank de aanslag onroerende-zaakbelasting 2010 dienovereenkomstig verminderd. De rechtbank heeft de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende, die zijn vastgesteld op € 1.237, en heeft gelast dat het griffierecht van € 41 aan de belanghebbende wordt vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
De rechtbank heeft in haar beslissing ook aandacht besteed aan de proceskostenveroordeling en de vergoeding van de taxatiekosten die door de belanghebbende zijn gemaakt. De rechtbank heeft geoordeeld dat de kosten voor de taxatie redelijk zijn en heeft deze vergoed. De uitspraak is onherroepelijk indien binnen zes weken na verzending geen rechtsmiddel is aangewend.