4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zijn ambtsgeheim heeft geschonden door opzettelijk geheime informatie openbaar te maken en baseert zich daarbij op de aangifte, getuigenverhoren, besprekingsverslagen van de gemeente en de verhoren van verdachte.
4.2 Het standpunt van de verdediging
Verdachte is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen en wijst daarbij op de omstandigheid dat hij als raadslid een controlerende taak heeft en dat hij deze naar eer en geweten heeft uitgeoefend. Bovendien heeft hij de relevante stukken ingezien na een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur, zodat hij er van uit kon gaan dat de informatie in deze stukken niet geheim was. Op geen der stukken heeft gestaan dat deze geheim waren. Tot slot was de informatie, waarvan de gemeente nu beweert dat deze geheim was, reeds uit andere bronnen bekend en dus niet meer geheim.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
Verdachte, gemeenteraadslid van de gemeente Bergen op Zoom namens de fractie Bergse Sociaal Democraten (BSD), heeft op 21 september 2009 aan het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Bergen op Zoom een brief, gedateerd op 21 september 2009 , met bijlage 1 en 2 betreffende “Vragen Bergse Haven” toegezonden via de raadsgriffier. Hij heeft daarbij aangegeven dat deze brief en bijlage 1 een openbaar karakter hebben. De brief heeft hij bekend gemaakt door publicatie op zijn website, www.[naam verdachte].nl en door de pers hierover te informeren.
Op 5 januari 2010 heeft [naam aangever] namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom aangifte gedaan van schending van het ambtsgeheim door verdachte. Aangeefster verklaart dat verdachte in de brief van 21 september 2009 citeert uit de notitie “Risicoprofiel Bergse Haven” d.d. 21 maart 2007. In de vragen 52 en 53 noemt verdachte de verschillen in de cijfers tussen de grondexploitatie en de actuele begrotingen. Deze informatie is vertrouwelijk omdat individuele grondeigenaren meer informatie over hun onderhandelingspositie krijgen en bedrijven die meedoen aan het aanbestedingstraject hiervan gebruik zouden kunnen maken, waardoor de onderhandelingspositie van de gemeente en de GEM wordt geschaad.
Op 23 januari 2009 was verdachte, als lid van de commissie Voortgang Project Bergse Haven, aanwezig bij een besloten vergadering. Blijkens de notulen van deze vergadering heeft de voorzitter aan het begin van de vergadering meegedeeld dat het college had besloten om geheimhouding te leggen op de informatie welke die dag zou worden verstrekt en besproken.
De voorzitter van de gemeenteraadsvergadering van Bergen op Zoom van 25 juni 2009, bij welke vergadering verdachte aanwezig was, heeft – naar aanleiding van daartoe strekkende opmerkingen/vragen – meegedeeld dat de gemeenteraad alle informatie, ook vertrouwelijke informatie, geheime informatie, mag inzien omdat de leden van de gemeenteraad de eed of belofte hebben afgelegd. Voorts deelde de voorzitter mee dat dit betekent dat ook de stukken van de commissie Bergse Haven, die de dinsdag daarvoor vertrouwelijk waren gewisseld, voor de aanwezigen, als raad, ter inzage lagen bij de griffie. Indien men toch alles vanaf een bepaald jaartal wil hebben dan is het goed om in overleg te gaan met de ambtelijke organisaties, aldus de voorzitter.
Op 15 juli 2009 heeft een dergelijk overleg plaatsgevonden, te weten een gesprek tussen verdachte en gemeenteambtenaren. Tijdens dit overleg zijn afspraken gemaakt die zijn neergelegd in de notitie “Afspraken ter behandeling van het verzoek van raadslid [verdachte] tot inzage dossiers Bergse Haven.” Van dit gesprek is tevens een verslag opgemaakt. Blijkens dit verslag heeft verdachte aangegeven dat hij de informatie wilde hebben als vooronderzoek en voorbereiding voor een mogelijke raadsenquête. Voorts geeft verdachte aan dat hij beseft dat er zaken in het dossier kunnen staan die niet voor publicatie bedoeld zijn.
Verdachte verklaart dat hij de notitie “Risicoprofiel Bergse Haven” als raadslid heeft ontvangen en dat het hem verbaasde dat op dit stuk geen geheimhoudingstempel stond. Een dergelijke stempel zou doorgaans op een stuk worden gezet als dit aan de gemeenteraad wordt verstrekt. De notitie “Risicoprofiel Bergse Haven” is niet aan de gemeenteraad verstrekt. Verder verklaart hij dat hij veel ervaring heeft met stukken van rekenkamercommissies. Hij heeft veel grondexploitaties en ook risicoprofielen gezien. Het karakter van een risicoprofiel brengt een zekere mate van vertrouwelijkheid met zich, aldus verdachte. Tot slot verklaart verdachte dat de gemeente op 21 september 2009, formeel bezien, nog niet volledig was gestopt met onteigenen.
Op 12 december 2009 heeft verdachte een open brief/verklaring op zijn website geplaatst waarin hij wijst op de eerder door hem gestelde vragen.