ECLI:NL:RBBRE:2011:BU3989

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
8 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
241171 / KG ZA 11-574
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • mr. Leijten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot toekenning van prijsopslagen voor zorgdiensten door zorgaanbieder

In deze zaak vorderde de stichting TanteLouise-Vivensis (TLV) van CZ Zorgkantoor BV (CZ) een prijsopslag voor de prestaties 'Zorg dichtbij in de buurt' en 'Innovatie' conform het Zorginkoopdocument 2012. De voorzieningenrechter heeft de vordering afgewezen. TLV stelde dat CZ in strijd met de precontractuele redelijkheid en billijkheid handelde door de prijsopslagen niet toe te kennen, omdat TLV in haar bestuursverklaring had nagelaten om aan te geven dat zij aanspraak wilde maken op deze prijsopslagen. CZ voerde aan dat TLV niet had voldaan aan de voorwaarden die in het inkoopdocument waren opgenomen, en dat het voor een normaal zorgvuldig inschrijver duidelijk was dat de bestuursverklaring het basisdocument was voor de inschrijving. De voorzieningenrechter oordeelde dat TLV niet ontvankelijk was in haar vorderingen, omdat CZ onbestreden had gesteld dat TLV geen inschrijving had ingediend voor een overeenkomst voor 2012 en dat niet was aangegeven voor welk eigen belang TLV opkwam. De rechter concludeerde dat TLV niet had voldaan aan de eisen van de inkoopprocedure en dat het niet aanvinken van de prijsopslagen in de bestuursverklaring een elementair verzuim was. TLV werd veroordeeld in de proceskosten van CZ, die op EUR 1.376,00 werden begroot.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK BREDA
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 241171 / KG ZA 11-574
Vonnis in kort geding van 8 november 2011
in de zaak van
1. de stichting STICHTING TANTELOUISE-VIVENSIS,
2. de stichting STICHTING TANTELOUISE-VIVENSIS ZORG,
beide gevestigd te Bergen op Zoom,
eiseressen,
advocaat mr. C.J. de Boer,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CZ ZORGKANTOOR BV,
gevestigd te Tilburg,
gedaagde,
advocaat mr. A.J.H.W.M. Versteeg te Amsterdam.
Eiseres sub 2 zal hierna worden aan geduid als TLV en gedaagde als CZ.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de mondelinge behandeling;
- de pleitnota van eiseressen;
- de pleitnota van CZ.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. Het geschil
2.1. Eiseressen vorderen dat de voorzieningenrechter bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. CZ gebiedt uiterlijk op 1 november 2011, dan wel binnen twee werkdagen na datum van (betekening van) dit vonnis indien dit later wordt gewezen, met TLV een productieafspraak te maken conform de voorlopige gunning van 6 oktober 2011, maar waarbij de tariefopslagen van 1% elk voor “Zorg dichtbij in de buurt” en “Innovatie” wel zijn toegekend voor intramurale AWBZ-zorg;
2. CZ gebiedt uiterlijk op 1 november, dan wel binnen twee werkdagen na datum van (betekening van) dit vonnis indien dit later wordt gewezen, het als productie 10 bijgevoegde budgetformulier voor 2012 te ondertekenen waarmee deze tariefopslagen van elk 1% voor intramurale AWBZ-zorg ter vaststelling aan de Nza zullen worden aangeboden middels een gezamenlijk verzoek;
3. de (overige) voorzieningen treft die de voorzieningenrechter gerade acht;
4. een en ander onder oplegging van een dwangsom van EUR 25.000,00 voor iedere dag dat CZ in gebreke blijft aan (een onderdeel van) de uitgesproken voorzieningen te voldoen;
5. CZ veroordeelt in de kosten van dit geding.
2.2. CZ voert verweer.
2.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
3. De feiten
3.1. Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen en de overgelegde producties wordt uitgegaan van de navolgende feiten:
a. CZ is één van de zorgkantoren die op grond van een mandaats- en volmachtovereenkomst de voor de uitvoering van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (hierna te noemen: AWBZ) toegelaten zorgverzekeraar vertegenwoordigen in de regio waarvoor zij als verbindingskantoor zijn aangewezen.
b. Voor de zorg waarop aanspraak bestaat uit hoofde van de AWBZ wordt het tarief dat een zorgverzekeraar ten hoogste in rekening mag brengen en een zorgkantoor ten hoogste mag betalen, vastgesteld door de Nederlandse Zorg Autoriteit.
c. Voor het gebruik van haar contracteerbevoegdheid heeft CZ een inkoopprocedure vorm gegeven die opgenomen is in het Zorginkoopdocument 2012, gepubliceerd op 1 juni 2012, dat van toepassing is voor de sector waarbinnen zorg wordt geboden.
d. In het Zorginkoopdocument 2012 is aangegeven dat een zorgaanbieder door deel te nemen aan de inkoopprocedure te kennen geeft in te stemmen met de voorwaarden die in het inkoopdocument zijn opgenomen. In paragraaf 7.3 is aangegeven dat tot uiterlijk 15 juni 2011 de mogelijkheid bestaat tot het stellen van vragen over Inkoopdocument 2012 door zorgaanbieders en mogelijkheid van bezwaar tegen het Inkoopdocument 2012.
e. In het Zorginkoopdocument 2012 heeft CZ aangegeven dat sturing via de prijs een van de instrumenten is die zij in het kader van haar inkoopbeleid inzet. Voor het bepalen van de prijs als factor van de productieafspraak hanteert CZ een methode die zowel opslagen als afslagen kent.
f. In het Inkoopdocument 2012 is beschreven onder welke voorwaarden aanbieders in aanmerking kunnen komen voor een prijsopslag van1% elk voor de prestaties “Zorg dichtbij in de buurt” en “Innovatie”.
g. TLV heeft tijdig een volledige inschrijving, inclusief een bestuursverklaring, ingediend en aldus kenbaar gemaakt voor een overeenkomst voor 2012 in aanmerking te willen komen.
h. TLV heeft in haar bestuursverklaring nagelaten aan te vinken dat zij aanspraak wilde maken op de prijsopslagen voor de prestatie “Zorg dichtbij in te buurt” en voor “innovatie” beide in het kader van intramuraal te verlenen zorg.
i. Bij brief van 31 augustus 2011 heeft TLV aan CZ een tweetal plannen van aanpak voor de prestaties “Zorg dichtbij in te buurt” en voor “innovatie” in het kader van intramuraal te verlenen zorg ontvangen.
j. Bij e-mailbericht van 6 oktober heeft CZ aan TLV een voorstel voor een productieafspraak gedaan waarin de prijsopslagen voor de prestaties “Zorg dichtbij in te buurt” en voor “innovatie” in het kader van intramuraal te verlenen zorg niet waren toegekend.
k. Bij brief van 13 oktober 2011 heeft TLV bij CZ bezwaar gemaakt tegen de weigering om voornoemde toeslagen toe te kennen.
4. De beoordeling
4.1. De voorzieningenrechter verklaart Stichting tanteLouise-Vivensis niet ontvankelijk in haar vorderingen omdat CZ onbestreden heeft gesteld dat deze Stichting, die optreedt als bestuurder van Stichting tanteLouise-Vivensis Zorg, geen inschrijving heeft ingediend voor een overeenkomst voor 2012 en dat niet is aangegeven voor welk eigen belang Stichting tanteLouise-Vivensis opkomt.
4.2. TLV grondt haar vorderingen op de stelling dat CZ in strijd met de precontractuele redelijkheid en billijkheid handelt door de prijsopslagen van 1% elk voor de prestaties “Zorg dichtbij in de buurt” en “Innovatie” niet toe te kennen uitsluitend om reden dat TLV heeft nagelaten bij die prestaties twee vinkjes te zetten in de bestuursverklaring, terwijl TLV wel heeft voldaan aan de eis om uiterlijk 1 september 2011 twee plannen van aanpak in te dienen, die beide inhoudelijk voldoen aan de eisen die CZ daaraan heeft gesteld.
Volgens TLV maakt de wijze waarop CZ de zorginkoopprocedure heeft vormgegeven dat TLV niet wist, althans niet behoefde te weten dat de twee “vinkjes” van invloed waren op haar aanbod. Door CZ is immers nergens als eis is gesteld dat twee vinkjes in de bestuursverklaring moeten worden aangevinkt om in aanmerking te komen voor de beide tariefopslagen. Subsidiair voert TLV aan dat CZ door aan het ontbreken van twee vinkjes in de bestuursverklaring een doorslaggevende betekenis toe te kennen misbruik maakt van haar economische machtspositie door vast te houden aan een formaliteit terwijl op inhoud door TLV wordt voldaan aan alle gestelde eisen van CZ.
4.3. CZ voert als verweer dat zij beide prijsopslagen niet heeft toegekend omdat TLV in haar inschrijving heeft nagelaten aan te geven dat zij aanspraak wilde maken op de prijsopslagen voor de prestaties “zorg dichtbij in de buurt” en voor “innovatie” beide in het kader van intramuraal te verlenen zorg. CZ stelt zich op het standpunt dat het voor een redelijk geïnformeerd en normaal zorgvuldig inschrijver duidelijk is dat de bestuursverklaring het basisdocument voor de inschrijving is en kan dit document niet anders worden begrepen dan dat hij heeft aan te geven voor welke prijsopslagen hij in aanmerking wil komen. Indien een aanbieder nalaat bepaalde prijscriteria aan te vinken, dan kan CZ niet anders dan uitgaan van wat er in de verklaring is aangegeven.
In dit verband wijst CZ erop dat TLV in haar bestuursverklaring heeft aangegeven dat zij wel voor de prijsopslagen voor extramuraal te verlenen zorg in aanmerking wil komen, maar niet heeft aangegeven die prijsopslagen ook te verlangen voor intramuraal te verlenen zorg terwijl zij wel een andere prijsopslag voor die intramuraal te verlenen zorg heeft aangevinkt. Volgens CZ was het niet aanvinken door TLV van de prestaties “Zorg dichtbij in de buurt” en “Innovatie” voor intramurale zorg voor haar duidelijk en was er voor CZ geen enkele reden om te veronderstellen dat sprake was van een kennelijke vergissing.
CZ stelt dat zij bij het voeren van deze inkoopprocedure aansluit bij de beginselen van het aanbestedingsrecht en dat het gelijkheidsbeginsel er aan in de weg staat dat een individuele zorgaanbieder na sluiting van de inschrijvingstermijn de gelegenheid krijgt zijn aanbieding aan te vullen of te wijzigen. Een zorgaanbieder mag zijn aanbod herroep en/of wijzigen met inachtneming van de voorwaarden die gesteld zijn in het Inkoopdocument en die de zorgaanbieder met zijn inschrijving heeft aanvaard. Het is echter niet toegestaan de inschrijving ná sluiting van de inschrijvingstermijn nog te wijzigen omdat CZ op grond van het gelijkheidsbeginsel gehouden is alle inschrijvende partijen te houden aan de voorschriften van het Inkoopdocument 2012, die zij met de inschrijving hebben aanvaard. CZ verwijst naar vaste aanbestedingsrechtspraak dat een aanvulling na sluiting van de inschrijvingstermijn alleen is toegelaten van ondergeschikte gegevens die de beoordeling van de bieding niet veranderen.
4.4. Ter beoordeling staat welke betekenis toegekend dient te worden aan de door TLV ingediende bestuursverklaring waarmee zij te kennen heeft gegeven voor een overeenkomst voor 2012 in aanmerking te willen komen en waarin zij niet heeft aangegeven dat zij voldoet aan de voorwaarden verbonden aan de prijsopslagen voor de prestaties “Zorg dichtbij in de buurt” en “Innovatie”, beide in het kader van intramuraal te verlenen zorg.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat een redelijk geïnformeerd en normaal zorgvuldig inschrijver de bestuursverklaring niet anders kan hebben begrepen dan dat hij heeft aan te geven voor welke opslagen hij in aanmerking wil komen. De omstandigheid dat TLV wel vinkjes heeft gezet bij andere prijsopslagen verdraagt zich niet met de stelling van TLV dat het haar niet duidelijk was dat er vinkjes moesten worden gezet om in aanmerking te kunnen komen voor prijsopslagen. Desgevraagd heeft TLV ter zitting geantwoord dat de beide vinkjes onbedoeld niet zijn gezet en dat TLV de verwachting had dat het indienen van een plan van aanpak voor iedere prijsopslag voldoende zou zijn. Voor het feit dat andere vinkjes door TLV wèl in de bestuursverklaring zijn aangekruist en deze twee vinkjes niet heeft TLV geen andere verklaring dan dat haar interne procedure heeft gefaald.
Volgens TLV was het voor CZ heel de tijd wel duidelijk dat TLV in aanmerking wilde komen voor de beide prijsopslagen omdat TLV de intentie had aangegeven dat zij dat die twee prijsopslagen wel wilden halen. Dat CZ op 1 augustus 2011 had moeten beseffen dat TLV toch in aanmerking wilde komen voor de beide prijsopslagen die zij niet had aangevinkt in de bestuursverklaring is door CZ betwist en door TLV niet nader onderbouwd en derhalve niet aannemelijk gemaakt. De conclusie luidt dat sprake is van elementair verzuim, vergelijkbaar met niet inschrijven en later alsnog willen meedoen. Indien CZ alsnog TLV in aanmerking zou laten komen voor de beide prijsopslagen kan dit gaan ten koste van andere zorgaanbieders die wel zorgvuldig hebben ingeschreven. De vorderingen komen dan ook niet voor toewijzing in aanmerking.
5. De kostenveroordeling
5.1. TLV zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
De kosten aan de zijde van CZ worden begroot op:
- griffierecht EUR 560,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal EUR 1.376,00
6. De beslissing
De voorzieningenrechter
6.1. wijst de vorderingen af,
6.2. veroordeelt TLV in de proceskosten, aan de zijde van CZ tot op heden begroot op EUR 1.376,00,
6.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Leijten en in het openbaar uitgesproken op 8 november 2011 in aanwezigheid van de griffier, mr. Van de Kreeke-Schütz.