I. Te verklaren voor recht dat [X] jegens TC onrechtmatig heeft gehandeld door de licentie- en onderhuurovereenkomst buitengerechtelijk te vernietigen c.q. te ontbinden en toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de op haar rustende verplichtingen uit hoofde van de licentie- en onderhuurovereenkomst en aansprakelijk gehouden moet worden voor de geleden schade zijdens TC;
II. Aan The Company ten behoeve van de openstaande feebetalingen overeenkomstig artikel 5 lid a van de licentieovereenkomst tot en met 1 november 2010 te betalen een bedrag ad € 12.376,00, te vermeerderen met de verschuldigde rente overeenkomstig artikel 5 lid k van de licentieovereenkomst ten belope van € 4.477,00 en de buitengerechtelijke incassokosten overeenkomstig artikel 5 lid m van de licentie-overeenkomst ten belope van € 1.856,40 (te vermeerderen met) – deze toevoeging (ook zoals hierna vermeld) is telkens door TC geplaatst – cursivering kantonrechter;
III. Aan The Company Vastgoed ten behoeve van de openstaande huurbetalingen overeenkomstig artikel 4.1 van de onderhuurovereenkomst tot en met 1 november 2010 te betalen een bedrag ad € 16.305,15, te vermeerderen met de verschuldigde rente overeenkomstig artikel 4.4 van de onderhuurovereenkomst ten belope van € 2.970,00, te vermeerderen met de buitengerechtelijke incassokosten overeenkomstig artikel 5 lid m van de licentieovereenkomst ten belope van
€ 2.445,77, (te vermeer-deren met);
IV. Aan The Company ten behoeve van de verschuldigde feebetalingen overeenkomstig artikel 5 lid a van de licentieovereenkomst vanaf 1 november 2010 tot en met 31 mei 2014 te betalen een bedrag ad € 41.387,50, te vermeerderen met de verschuldigde rente overeenkomstig artikel 5 lid k van de licentieovereenkomst en de buitengerechtelijke incassokosten overeenkomstig artikel 5 lid m van de licentie-overeenkomst tot aan de dag der algehele voldoening, (te vermeerderen met);
V. Aan The Company Vastgoed te betalen telkens voor of op de eerste dag van de maand voor het eerst met ingang van 1 november 2010 tot en met 31 maart 2011, de huurtermijn voor het pand te (3511 JK) Utrecht aan de Steenweg 9 ten bedrage van € 6.344,23 per maand inclusief btw, welk bedrag met ingang van 1 juni van ieder kalenderjaar conform artikel 6.1 van de onderhuurovereenkomst wordt geïndexeerd, te vermeerderen met de verschuldigde rente overeenkomstig artikel 4.4 van de onderhuurovereenkomst te vermeerderen met de buitengerechtelijke incassokosten overeenkomstig artikel 5 lid m van de licentieovereenkomst; tot aan de dag der algehele voldoening althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, (te vermeerderen met);
VI. Aan The Company over de periode van 1 november 2010, zijnde de datum waarop [X] de licentieovereenkomst eenzijdig heeft vernietigd c.q. ontbonden, tot 30 maart 2011, zijnde de datum van indiening van de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie te betalen een contractuele boete conform artikel 21 van de licentieovereenkomst van € 750.000,00 tot aan de dag der algehele voldoening, (te vermeerderen met);
VII. Aan TC te voldoen de door TC gemaakte kosten voor het openhouden van de winkel vanaf 1 november 2010 tot aan de dag der algehele voldoening. Deze kosten worden tot 30 maart 2011, zijnde de datum van indiening van de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie, gesteld op € 26.604,44, (te vermeerderen met);
VIII. Aan The Company te voldoen een bedrag ad € 4.860,06, zijnde het bedrag voor de goederen die aan [X] zijn geleverd onder eigendomsvoorbehoud, maar die door haar nooit zijn voldaan of zijn geretourneerd;