ECLI:NL:RBBRE:2012:BV3841

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
31 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
695784 ov 11-5850
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van de vereffening van een nalatenschap en publicatievereisten

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Breda op 31 januari 2012 uitspraak gedaan over een verzoek tot opheffing van de vereffening van de nalatenschap van Wilhelmus Johannes Marinus Raijmakers, die op 26 april 2011 is overleden. De verzoekers, erfgenamen van de erflater, hebben op basis van artikel 4:209 van het Burgerlijk Wetboek (BW) verzocht om de opheffing van de vereffening, omdat de waarde van de baten van de nalatenschap zo gering is dat deze niet opweegt tegen de schulden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de kosten van publicatie in de Staatscourant en twee nieuwsbladen niet voorgeschreven hoeven te worden, aangezien de bekendmaking op internet een even goede, zo niet betere, mogelijkheid biedt voor belanghebbenden om geïnformeerd te worden over de nalatenschap.

De procesgang omvatte een verzoekschrift dat op 15 december 2011 is ingediend, en een brief van 24 december 2011 waarin werd aangegeven dat er geen behoefte was aan een hoorzitting. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de kosten van publicatie voor rekening van de Staat zouden komen, gezien de beneficiaire aanvaarding van de nalatenschap. De beschikking is bekendgemaakt op rechtspraak.nl/uitspraken, wat in de huidige tijd beter aansluit bij de wetgeving dan de traditionele publicatiemethoden.

De kantonrechter heeft de opheffing van de vereffening bevolen, de reeds gemaakte vereffeningskosten vastgesteld op nihil, en de griffier opgedragen om de opheffing in het boedelregister in te schrijven. Tegen deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld door de verzoeker en andere belanghebbenden, afhankelijk van de wijze van bekendmaking.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
team kanton Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 695784 OV VERZ 11-5850
beschikking d.d. 31 januari 2012 op een verzoek tot opheffing ex artikel 4:209 van het Burgerlijk Wetboek (BW)
ingediend door:
1. Wilhelmus Arnoldus Raijmakers, wonende te 5993 AM Maasbree, Dorpstraat 71A,
2. Alexander Willem Raijmakers, wonende te 4385 GC Vlissingen, Sandenburg 25
in de nalatenschap van:
Wilhelmus Johannes Marinus Raijmakers
laatstelijk gewoond hebbende te 4611 BC Bergen op Zoom, Zuid-Oostsingel 45,
overleden te Bergen op Zoom op 26 april 2011,
nader te noemen erflater.
1. Het verloop van het geding
1.1 De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. het op 15 december 2011 ter griffie ontvangen verzoekschrift, met bijlagen;
b. de brief d.d. 24 december 2011 houdende de mededeling dat afgezien wordt van het recht om op het verzoek te worden gehoord;
1.2 De inhoud van deze stukken geldt hier als ingelast.
2. Het verzoek
2.1 Verzoekers, erfgenamen van erflater, zijn vereffenaar van de beneficiair aanvaarde nalatenschap van erflater en verzoeken op grond van het bepaalde in artikel 4:209 BW opheffing van de vereffening, vanwege de geringe waarde van de baten van de nalatenschap.
2.2 Ter onderbouwing van het verzoek is een vermogensbeschrijving overgelegd.
2.3 Verzoeker en de overige erfgenamen hebben afgezien van verhoor door de kantonrechter.
3. De beoordeling
3.1 De kantonrechter is van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat de waarde van
de baten van de nalatenschap zodanig gering is, dat er - gelet op de waarde van de schulden -
aanleiding is om de opheffing van de vereffening te bevelen.
3.2 De wet bepaalt dat deze opheffing dient te worden gepubliceerd. Nu er vrijwel geen baten zijn, wordt geoordeeld dat het in niemands belang is om daarvoor nog kosten te maken. Omdat de nalatenschap beneficiair aanvaard is zouden de kosten van publicatie voor rekening van het budget voor de rechtspraak komen, dus voor rekening van de Staat. Nu geen publicatie heeft plaatsgevonden van het vereffenaarschap en er ook verder geen dwingende noodzaak bestaat voor de -kostbare- wettelijk voorgeschreven wijze van bekendmaking (publicatie in de Staatscourant en advertentie in twee nieuwsbladen), zal deze niet worden voorgeschreven. De belanghebbenden kunnen immers ook op een andere wijze, namelijk via internet, worden geïnformeerd, hetgeen iedere belanghebbende een even goede, wellicht betere, mogelijkheid geeft om de financiële situatie van de nalatenschap te kunnen inzien. Dit brengt ook geen nieuwe kosten met zich mee. De bekendmaking van de beschikking zal plaatsvinden op rechtspraak.nl/uitspraken. Deze wijze van bekendmaking komt in de huidige tijd met internet beter tegemoet aan de bedoeling van de wetgever, dan met de publicatiemiddelen uit de tijd waarin het huidige erfrecht werd ontworpen, toen de toegang tot internet nog niet algemeen was. Verzoeker zal daarom worden ontheven van de wettelijke publicatieplicht.
3.3 De reeds gemaakte vereffeningskosten worden vastgesteld op nihil.
3.4 De griffier zal zorg dragen voor inschrijving van de opheffing van de vereffening in het boedelregister.
4. De beslissing
De kantonrechter:
- beveelt de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van erflater;
- stelt de reeds gemaakte vereffeningskosten vast op NIHIL;
- verstaat dat deze beschikking bekend gemaakt zal worden door plaatsing op rechtspraak.nl/uitspraken;
- wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. B.J.G.M. Ides Peeters, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 31 januari 2012, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld:
door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroepschrift moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof te 's Hertogenbosch.