ECLI:NL:RBBRE:2012:BV7184

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
28 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
02/810876-11
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. Prenger
  • mrs. Kok
  • mr. Ebben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis in strafzaak met betrekking tot moord of doodslag

Op 28 februari 2012 heeft de Rechtbank Breda een tussenvonnis gewezen in een strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van het opzettelijk doden van een slachtoffer op of omstreeks 22 maart 2011 te Breda. De rechtbank heeft het onderzoek heropend en schorste de zitting, waarbij de nieuwe zittingsdatum is vastgesteld op 26 maart 2012. De rechtbank heeft de oproeping gelast van de verdachte, deskundigen D. Daniëls, psychiater, en P.A.E.M.T. Cremers, psycholoog, alsook een tolk en de nabestaanden van het slachtoffer. Dit besluit werd genomen omdat de rechtbank behoefte had aan nadere informatie over de psychische toestand van de verdachte ten tijde van het delict en de mogelijke gevolgen daarvan voor de toerekenbaarheid. Tijdens de zitting op 14 februari 2012 hebben de officier van justitie, mr. Koning, en de verdediging hun standpunten gepresenteerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is en dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vordering. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat het onderzoek ter terechtzitting niet volledig is geweest, wat aanleiding gaf tot het heropenen van het onderzoek. De deskundigen zullen worden bevraagd over de symptomen van een dissociatieve stoornis en de impact daarvan op de toerekenbaarheid van de verdachte. De beslissing van de rechtbank is een belangrijke stap in het proces, waarbij de focus ligt op de psychische toestand van de verdachte en de juridische implicaties daarvan.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Sector strafrecht
parketnummer: 02/810876-11
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 28 februari 2012
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
thans gedetineerd in PPC te Vught,
raadsvrouw mr. Van Fraaijenhove van der Maas
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 14 februari 2012, waarbij de officier van justitie, mr. Koning, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
[slachtoffer] heeft vermoord dan wel gedood.
3 De voorvragen
De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vordering.
Er is geen reden tot schorsing van de vervolging.
4 De onvolledigheid van het onderzoek ter terechtzitting.
Tijdens de beraadslaging is gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest, aangezien de rechtbank behoefte heeft aan nadere informatie omtrent de psychische toestand van verdachte kort voor en ten tijde van het hem tenlastegelegde feit en de eventuele gevolgen daarvan voor de toerekenbaarheid. De rechtbank zal daarom het onderzoek heropenen, een nieuwe zittingsdatum bepalen en de oproeping van D. Daniëls, psychiater, en P.A.E.M.T. Cremers, psycholoog, beiden verbonden aan het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie, locatie Pieter Baan Centrum, als getuige-deskundige gelasten.
Ter zitting wenst de rechtbank vragen te stellen aan voornoemde getuige-deskundigen. De vraagstelling zal zich met name toespitsen op de volgende onderwerpen:
- wat zijn de symptomen van een dissociatieve stoornis en welke feiten en omstandigheden kunnen als trigger dienen voor deze symptomen;
- de stellingname van de deskundigen in het rapport met betrekking tot de aannemelijkheid dat verdachte ten tijde van het tenlastegelegde feit onder invloed van een stoornis in zijn algemeenheid en meer specifiek van een dissociatieve stoornis heeft gehandeld, mede gezien in het licht van hun gezamenlijke conclusie hieromtrent;
- indien ervan zou worden uitgegaan dat het tenlastegelegde feit is gepleegd onder invloed van een dissociatieve stoornis, wat zou dit betekenen voor het recidivegevaar en de wenselijkheid van een eventuele maatregel.
5 De beslissing.
De rechtbank:
- heropent en schorst het onderzoek en beveelt dat het onderzoek ter terechtzitting op 26 maart 2012 om 9.00 uur zal worden hervat;
- beveelt de oproeping van verdachte, de deskundigen D. Daniëls, psychiater, en P.A.E.M.T. Cremers, psycholoog, beiden verbonden aan het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie, locatie Pieter Baan Centrum, de tolk (Pools) en de nabestaanden van het overleden slachtoffer tegen genoemd tijdstip waarop het onderzoek ter zitting zal worden hervat.
Dit vonnis is gewezen door mr. Prenger, voorzitter, mrs. Kok en Ebben, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Oostlander-Vink, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 28 februari 2012.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
hij op of omstreeks 22 maart 2011 te Breda opzettelijk en al dan niet met
voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft
verdachte met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg, met
een hamer meermalen, althans eenmaal op en/of tegen het hoofd en/of het
lichaam van die [slachtoffer] geslagen, in elk geval een of meer vorm(en) van
uitwendig en/of mechanisch geweld op en/of tegen het hoofd en/of het lichaam
van die [slachtoffer] toegepast, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;
art 289 Wetboek van Strafrecht