ECLI:NL:RBBRE:2012:BW2459
Rechtbank Breda
- Voorlopige voorziening
- mr. Janssen
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wijziging van gezag na traumatische gebeurtenis
In deze zaak heeft de rechtbank Breda op 6 maart 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van het gezag over een minderjarige, ingediend door de vrouw. Het verzoek was gebaseerd op artikel 1:253n van het Burgerlijk Wetboek, waarin wordt gesteld dat het gezag aan één ouder kan worden toebedeeld indien er een onaanvaardbaar risico bestaat dat het kind klem of verloren raakt tussen de ouders. De vrouw, die alleen belast wil worden met het gezag, heeft aangevoerd dat de man verantwoordelijk is voor een zeer traumatiserende gebeurtenis die haar heeft overkomen na de beëindiging van hun relatie. Deze gebeurtenis heeft niet alleen een grote impact op haar leven gehad, maar ook op de minderjarige, die getuige was van de mishandeling door de man. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw door deze situatie niet in staat is om contact met de man te onderhouden, wat onmiskenbaar negatieve gevolgen voor de minderjarige zou hebben.
De rechtbank heeft ook overwogen dat een constructie van 'uitgekleed gezag', waarbij de man geen inmenging heeft in de opvoeding, onvoldoende tegemoetkomt aan de belangen van zowel de vrouw als de minderjarige. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de omstandigheden sinds de aanvang van het gezamenlijk gezag zijn gewijzigd en dat het in het belang van de minderjarige noodzakelijk is om het gezag aan de vrouw alleen toe te kennen. De vrouw zal de man jaarlijks schriftelijk informeren over de ontwikkeling van de minderjarige, haar schoolresultaten en gezondheid. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen.