ECLI:NL:RBBRE:2012:BW3493

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
19 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
247842 FA RK 12-1647
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. Schoonen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een bijzonder curator voor een minderjarige in het kader van ondertoezichtstelling

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Breda op 19 april 2012 uitspraak gedaan over de benoeming van een bijzonder curator voor de minderjarige [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het gezag over de minderjarige feitelijk niet wordt uitgeoefend en dat de minderjarige lijdt onder een gebrek aan verzorging. De moeder van de minderjarige draagt niet bij aan haar verzorging, terwijl de financiële ondersteuning van de vader onvoldoende is om in de basisbehoeften van de minderjarige te voorzien. De advocaat van de minderjarige heeft verklaard dat er pogingen zullen worden ondernomen om het contact tussen de minderjarige en haar ouders te herstellen, met name met de moeder. Gezien deze omstandigheden heeft de kinderrechter geoordeeld dat er voldaan is aan de vereisten voor de benoeming van een bijzonder curator, zoals vastgelegd in artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank heeft het verzoek tot benoeming van mr. A.M.C.J. Klostermann als bijzonder curator toegewezen. Deze beslissing is genomen in het belang van de minderjarige, die behoefte heeft aan verzorging en ondersteuning die momenteel niet adequaat wordt geboden. De beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij de griffier Baremans aanwezig was. De zaak is behandeld in het kader van een verzoek tot ondertoezichtstelling, dat gelijktijdig met het verzoek tot benoeming van de curator is behandeld. De rechtbank heeft eerder een verzoek tot ondertoezichtstelling afgewezen, maar heeft nu, gezien de nieuwe omstandigheden, besloten tot de benoeming van een bijzonder curator.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Team jeugdrecht
Enkelvoudige Kamer
Zaaknummer: 247842 FA RK 12-1647
19 april 2012
beschikking betreffende benoeming van een bijzonder curator,
in de zaak van
[Naam minderjarige]
geboren te [plaats en datum]
wonende te [adres]
hierna ook te noemen de minderjarige,
advocaat mr. A.M.C.J. Klostermann.
1. De stukken
Tot de stukken behoren:
- het op 6 april 2012 ontvangen verzoekschrift, met producties;
- de beschikking van de kinderrechter te Breda van 18 april 2012 (247483 JE RK 12-551);
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 12 april 2012.
Als belanghebbenden in deze zaak zijn aangemerkt:
1. mevrouw [naam moeder], moeder en gezagdragende ouder van de minderjarige,
2. de heer [naam vader], vader en gezagdragende ouder van de minderjarige,
3. de Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant, gevestigd Alleenhouderstraat 25, 5041 LC Tilburg, hierna te noemen de stichting,
4. de Raad voor de Kinderbescherming, regio Midden- en West-Brabant, gevestigd Spoorlaan 394, 5038 CG Tilburg, hierna te noemen de raad.
2. De beoordeling
2.1 Het verzoek strekt ertoe over de minderjarige mr A.M.C.J. Klostermann te benoemen tot bijzonder curator. Het verzoek is gedaan in verband met een door de moeder
- hiervóór genoemd - ingediend verzoekschrift strekkende tot ondertoezichtstelling van de minderjarige. Het verzoek tot benoeming van een bijzonder curator is gelijktijdig behandeld met het verzoek tot ondertoezichtstelling van de minderjarige ter terechtzitting van 12 april 2012.
2.2 Bij voormelde beschikking van 18 april 2012 is het verzoek tot ondertoezichtstelling
van de minderjarige afgewezen. In die beschikking is onder meer overwogen dat de beslissing houdende afwijzing van het verzoek tot ondertoezichtstelling tevens met zich brengt dat bij [voornaam minderjaige] in die specifieke zaak enig belang ontbreekt om te komen tot benoeming van een bijzonder curator, als door haar advocaat verzocht.
Eveneens is overwogen dat de omstandigheid dat over [voornaam minderjaige] thans feitelijk geen
gezag wordt uitgeoefend een aandachtspunt is dat in elk geval door de raad dient te worden opgepakt en, indien de raad alsnog tot een onderzoek mocht besluiten, dit aspect daarin centraal dient te staan.
2.3 In het licht van de beoordeling van het door haar advocaat namens de minderjarige verzochte - bij wijze van zelfstandig verzoek - overweegt de kinderrechter als volgt.
Ter zitting is gebleken dat het gezag over de minderjarige feitelijk niet wordt uitgeoefend en dat [voornaam minderjaige] niet zozeer last ondervindt van een gebrek aan opvoeding voor wat betreft haar zelfstandigheid, maar dat het haar wel ontbreekt aan nagenoeg iedere vorm van verzorging. Onweersproken is komen vast te staan dat de moeder in het geheel niet bijdraagt in de verzorging van [voornaam minderjaige]. Verder heeft [voornaam minderjaige] onweersproken gesteld dat zij soms mee eet bij vader en dat zij een geringe financiële ondersteuning van hem ontvangt. Deze is echter onvoldoende om in haar basisbehoeften te voorzien. Gelet hierop stelt de kinderrechter vast dat is voldaan aan de vereisten voor benoeming van een bijzonder curator, als genoemd in artikel 1:250 Burgerlijk Wetboek, nu het belang van de ouders in strijd is met dat van [voornaam minderjaige], in aanmerking genomen dat laatstgenoemde verzorging en financiële ondersteuning behoeft maar zij die niet dan wel in onvoldoende mate krijgt. Daarbij speelt tevens een rol dat ter zitting door de advocaat van de minderjarige is verklaard dat zij zal gaan trachten te komen tot (verder) contactherstel tussen de minderjarige en haar ouders - specifiek waar het moeder betreft. Met inachtneming hiervan zal het onderhavige verzoek worden toegewezen.
3. De beslissing
De rechtbank
benoemt mr. A.M.C.J. Klostermann, voornoemd tot bijzonder curator over
[voornaam minderjaige] Hoogkamer, geboren te [plaats en datum]
wonende te Tilburg.
Deze beschikking is gegeven door mr. Schoonen, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 april 2012 in tegenwoordigheid van Baremans, griffier.
verzonden: