ECLI:NL:RBBRE:2012:BW3493
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Schoonen
- Rechtspraak.nl
Benoeming van een bijzonder curator voor een minderjarige in het kader van ondertoezichtstelling
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Breda op 19 april 2012 uitspraak gedaan over de benoeming van een bijzonder curator voor de minderjarige [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het gezag over de minderjarige feitelijk niet wordt uitgeoefend en dat de minderjarige lijdt onder een gebrek aan verzorging. De moeder van de minderjarige draagt niet bij aan haar verzorging, terwijl de financiële ondersteuning van de vader onvoldoende is om in de basisbehoeften van de minderjarige te voorzien. De advocaat van de minderjarige heeft verklaard dat er pogingen zullen worden ondernomen om het contact tussen de minderjarige en haar ouders te herstellen, met name met de moeder. Gezien deze omstandigheden heeft de kinderrechter geoordeeld dat er voldaan is aan de vereisten voor de benoeming van een bijzonder curator, zoals vastgelegd in artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank heeft het verzoek tot benoeming van mr. A.M.C.J. Klostermann als bijzonder curator toegewezen. Deze beslissing is genomen in het belang van de minderjarige, die behoefte heeft aan verzorging en ondersteuning die momenteel niet adequaat wordt geboden. De beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij de griffier Baremans aanwezig was. De zaak is behandeld in het kader van een verzoek tot ondertoezichtstelling, dat gelijktijdig met het verzoek tot benoeming van de curator is behandeld. De rechtbank heeft eerder een verzoek tot ondertoezichtstelling afgewezen, maar heeft nu, gezien de nieuwe omstandigheden, besloten tot de benoeming van een bijzonder curator.