3.1 Tussen partijen staan de volgende feiten vast.
a. [Y], geboren op [geboortedatum], is op 22 mei 2000 in dienst van [X] getreden, laatstelijk in de functie van winkel space manager tegen een salaris van € 3.057,06 bruto per maand, te vermeerderen met vakantietoeslag.
b. [Y] is op 11 april 2011 uitgevallen wegens spanningsklachten als gevolg van omstandigheden in zijn privésituatie, te weten het vertrek van zijn ex-vriendin met hun pas geboren dochter.
c. Op 11 mei 2011 heeft de bedrijfsarts geadviseerd om, hoewel nog sprake was van een zeer spanningsvolle privésituatie, het werk te hervatten voor in eerste instantie 3 dagdelen per week, ook om de afstand tot het werk niet te groot te laten worden.
d. Op 24 mei 2011 heeft de bedrijfsarts geconcludeerd dat [Y] arbeidsongeschikt is, dat hij – de bedrijfsarts – wil aansturen op partiële werkhervatting omdat dat ook voor [Y] het beste is, maar dat op dat moment van enige belastbaarheid geen sprake is.
e. Op 7 juni 2011 heeft de bedrijfsarts geconcludeerd dat de belastbaarheid van [Y] aanzienlijk verbeterd was en heeft hij geadviseerd om vanaf 14 juni 2011 het werk voor 75% te hervatten, daarbij rekeninghoudend met enige beperkingen, en na twee weken het werk weer volledig te hervatten.
f. [Y] heeft daarop zijn werkzaamheden hervat, maar is wederom uitgevallen.
g. Op 29 juli 2011 heeft de bedrijfsarts [Y] geschikt geacht om per 3 augustus 2011 gedurende 5 dagen per week en 6 uur per dag aangepaste werkzaamheden uit te voeren, waarna hij na twee weken in staat zou moeten zijn om zijn eigen werk weer volledig te hervatten.
h. Op 30 augustus 2011 heeft de bedrijfsarts [Y] niet in staat geacht zijn eigen of andere werkzaamheden uit te voeren omdat de klachten en daarmee de inzetbaarheid per dag sterk kunnen variëren. Voor werk waarbij het geen probleem is dat [Y] af en toe één of meerdere dagen uitvalt, heeft de bedrijfsarts hem voor 75% geschikt geacht.
i. Op 16 september 2011 hebben partijen een gesprek gehad om tot afspraken te komen over de re-integratie van [Y]. Hij achtte zichzelf daartoe echter niet in staat omdat hij volkomen in beslag werd genomen door de rechtszaken tegen zijn ex-vriendin.
j. Een tussen partijen gepland vervolggesprek op 26 september 2011 heeft evenmin geleid tot afspraken over de re-integratie van [Y] omdat hij heeft aangegeven dat hij van de internist vanwege darmklachten gedurende zes weken in het geheel niet mocht werken. Op 27 september 2011 heeft de bedrijfsarts [Y], op basis van diens mededelingen over adviezen van de internist, niet in staat geacht werkzaamheden te verrichten.
k. Op 7 oktober 2011 heeft [C] bij [Y] thuis een gesprek met hem gehad, maar dat heeft niet geleid tot afspraken over re-integratie.
l. Op 15 november 2011 heeft de bedrijfsarts gerapporteerd dat uit een brief van de internist niet valt op te maken dat [Y] helemaal niet zou mogen werken. De bedrijfsarts concludeert voorts dat het in het belang van [Y] is dat hij terugkeert in het arbeidsproces voor 3 dagdelen per week. Hij rapporteert dat [Y] heeft aangegeven te verwachten daar niet toe in staat te zijn. De bedrijfsarts stelt dat [Y] ofwel daadwerkelijk zijn werkzaamheden zal hervatten, ofwel bij het UWV in bezwaar zal gaan, ofwel een verklaring van zijn huisarts/behandelaar zal verstrekken waaruit onomstotelijk blijkt dat hem op goede gronden wordt ontraden om gedeeltelijk te hervatten.
m. Op 22 november 2011 heeft een gesprek plaatsgehad tussen [X] en [Y]. [Y] heeft daarin aangegeven zich nog niet in staat te achten tot gedeeltelijk werkhervatting en daaromtrent een deskundigenoordeel aan te zullen vragen. [X] heeft in afwachting daarvan de salarisbetaling opgeschort.
n. Op 29 december 2011 heeft het UWV een deskundigenoordeel gegeven, inhoudende dat [Y] per geschildatum 24 november 2011 wel geschikt te achten was voor het verrichten van aangepast werk gedurende 3 dagdelen per week.
o. Per brief van vrijdag 6 januari 2012 heeft [X] [Y] opgeroepen om op maandag 9 januari 2012 het eerder aangeboden aangepaste werk te hervatten.
p. Op woensdag 11 januari 2012 heeft [Y] telefonisch contact opgenomen met [X]. Partijen hebben afgesproken om op vrijdag 13 januari 2012 de werkhervatting te bespreken.
q. [Y] heeft zich voor de afspraak op vrijdagochtend 13 januari 2012 ziek gemeld.
r. Bij brief van 16 januari 2012 heeft [X] medegedeeld te streven naar beëindiging van de arbeidsovereenkomst en heeft zij de door haar aan [Y] beschikbaar gestelde telefoon geblokkeerd en deze, alsmede de door haar beschikbaar gestelde leaseauto, ingevorderd.
s. Op 21 maart 2012 heeft de arbeidsdeskundige van het UWV in een deskundigenoordeel naar aanleiding van een aanvraag daartoe van [Y], het door [X] aangeboden werk niet passend geacht gelet op de beperkingen van [Y].