ECLI:NL:RBBRE:2012:BW6812
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.C.H. Jansen
- Boerma
- Lambregts-Brouwers
- Rechtspraak.nl
Vernietiging faillissement en beoordeling surseance van betaling van een onderneming
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 15 mei 2012 uitspraak gedaan in een procedure betreffende de surseance van betaling van [partij X]. De rechtbank heeft de achtergrond van de zaak uiteengezet, waarbij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 11 oktober 2011 de eerdere faillietverklaring van [partij X] heeft vernietigd. Dit gebeurde omdat de rechtbank [partij X] niet de gelegenheid had gegeven om een verzoek tot schuldsanering in te dienen, wat noodzakelijk is voordat een faillietverklaring kan worden uitgesproken. Het Gerechtshof heeft de zaak terugverwezen naar de rechtbank voor verdere behandeling van het verzoek tot schuldsanering.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de surseance van betaling op 19 oktober 2011 is geëindigd, ondanks de overweging van het Gerechtshof dat de surseance gehandhaafd blijft. De rechtbank concludeert dat de surseance niet meer bestaat en dat er geen grond is voor een ambtshalve faillietverklaring. Het verzoek van mr. Jansen om de surseance in te trekken en tegelijkertijd faillietverklaring aan te vragen, is door de rechtbank niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er geen bewijs is geleverd dat [partij X] zijn schuldeisers een akkoord kan aanbieden, wat de beslissing verder onderbouwt.
De rechtbank heeft de beslissing genomen dat het verzoek van mr. Jansen niet-ontvankelijk is, en de kosten van de bewindvoerder zullen in een aparte beschikking worden vastgesteld. Deze uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. Lambregts-Brouwers, en is openbaar uitgesproken.