ECLI:NL:RBBRE:2012:BW8360

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
12 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
02-800901-11
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Schoonen
  • A. Hinfelaar
  • J. Bogaert
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zedendelicten door minderjarige verdachte met ernstige gevolgen voor slachtoffers

Op 12 juni 2012 heeft de Rechtbank Breda uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige jongen die zijn zusje heeft verkracht en daarnaast opnames heeft gemaakt van een ander meisje dat hij heeft gedwongen tot seksuele handelingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere zedendelicten, waaronder ontucht met zijn zusje en het verspreiden van kinderporno. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten, maar heeft geconcludeerd dat de gepleegde feiten ernstig zijn en dat de verdachte intensieve behandeling nodig heeft om recidive te voorkomen. De rechtbank heeft een voorwaardelijke PIJ-maatregel opgelegd, met als bijzondere voorwaarden de voortzetting van de MST-PSB therapie en behandeling in een forensische polikliniek. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het blanco strafblad van de verdachte en de impact van de feiten op de slachtoffers. De beslissing is genomen op basis van rapportages van gedragsdeskundigen en de Raad voor de Kinderbescherming, die allen hebben geadviseerd tot behandeling in plaats van een straf. De rechtbank heeft de in beslag genomen voorwerpen, waaronder een laptop en systeemkast, verbeurd verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Sector strafrecht
parketnummer: 02/800901-11
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 12 juni 2012
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [datum en plaats]
wonende te [adres]
raadsman mr.R.E. Drenth, advocaat te Breda
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 29 mei 2012, waarbij de officier van justitie, mr. Kerkhofs, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1: in de periode van 1 januari 2010 tot en met 8 augustus 2011 [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen onder bedreiging de met de webcam opgenomen beelden van de ontuchtige handelingen te publiceren op internet dan wel dat hij door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht [slachtoffer 1] heeft bewogen tot ontuchtige handelingen;
feit 2: in de periode van 1 november 2010 tot en met 31 december 2010 ontucht heeft gepleegd met zijn zusje, [slachtoffer 2] (geboren op [geboortsdatum]);
feit 3: kinderporno heeft verspreid (door het te plaatsen op YouTube), vervaardigd, ingevoerd, uitgevoerd, verworven en/of in bezit gehad.
3 De voorvragen
De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht feit 1 primair wettig en overtuigend bewezen en baseert zich daarbij op de aangifte van mevrouw [moeder slachtoffer 1] de moeder van [slachtoffer 1], de verklaring van [slachtoffer 1] en de bekennende verklaring van verdachte.
De officier van justitie acht feit 2 wettig en overtuigend bewezen en baseert zich daarbij op de verklaring van [slachtoffer 2] het zusje van verdachte en de bekennende verklaring van verdachte.
De officier van justitie acht eveneens feit 3 wettig een overtuigend bewezen en baseert zich daarbij op de bekennende verklaring van verdachte en het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot de filmpjes die zijn aangetroffen op de computer van verdachte.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging refereert zich ten aanzien van de bewezenverklaring aan het oordeel van de rechtbank.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht feit 1 primair wettig en overtuigend bewezen gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd bij de politie ;
- de aangifte van [initialen]. [moeder slachtoffer 1], de moeder van [slachtoffer 1] ;
- de verklaring van [slachtoffer 1] ;
De rechtbank acht feit 2 wettig en overtuigend bewezen gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd bij de politie ;
- de verklaring van [slachtoffer 2] ;
- de verklaring van getuige [getuige 1]
De rechtbank acht feit 3 wettig en overtuigend bewezen gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd bij de politie ;
- het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot de filmpjes aangetroffen op de computer van verdachte .
4.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
in de periode van 1 januari 2010 tot en met 8 augustus 2011 te [plaatsnaam]
door een feitelijkheid en bedreiging met andere feitelijkheden, M.[slachtoffer 1], heeft gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen, bestaande uit
- het tonen van de borsten en/of
- het zichzelf vingeren en/of
- het in de vagina en/of in de anus binnenbrengen van een borstel en/of een vibrator en/of
- het op en neer bewegen van die borstel en/of die vibrator in de vagina
en/of in de anus en bestaande die feitelijkheid uit het opnemen van die ontuchtige handelingen en bestaande die bedreiging met die feitelijkheden uit het opnemen van die ontuchtige handelingen en het dreigen die camera ontuchtige opnamen te publiceren op het internet (youtube en/of hyves);
2.
in de periode van 1 november 2010 tot en met 31 december 2010 te [plaatsnaam] met zijn zusje [initialen] [slachtoffer 2] geboren op [geboortsdatum], die de leeftijd
van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt,
ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2], hebbende verdachte zijn penis gebracht in de vagina van [slachtoffer 2] en met zijn penis op en neer gaande bewegingen gemaakt en/of is
verdachte klaargekomen in de vagina van [slachtoffer 2];
3.
in de periode van 1 januari 2011 tot en met 8 augustus 2011 te [plaatsnaam] meermalen afbeeldingen en/of filmfragmenten en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, heeft verspreid door het plaatsen op internet [YouTube] en/of aangeboden en/of vervaardigd en/of in bezit
gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met
gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn,
waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
- het tonen van de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18
jaren nog niet heeft bereikt en/of
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij door de
stand van de camera en/of de (onnatuurlijke) pose van die persoon
nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden
(@-cv-@filmpje’s 1-1: blote borsten zichtbaar en het zichzelf vingeren en
@-cv-@filmpje2’s 1-2: blote borsten zichtbaar en blote vagina zichtbaar en
het in de vagina binnenbrengen van een borstel en @-cv-@filmpje’s 1-5: blote borsten zichtbaar en het in de vagina binnenbrengen van een borstel en
@-cv-@filmpje’s 1-6: blote vagina zichtbaar en het in de vagina
binnenbrengen van een borstel en het in de anus binnenbrengen van een
borstel.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
De rechtbank heeft de tenlastelegging aangepast, door welke aanpassingen verdachte niet is benadeeld.
5 De strafbaarheid
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
6 De strafoplegging
6.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een jeugddetentie van 10 dagen met aftrek van voorarrest en een voorwaardelijke PIJ-maatregel, met een proeftijd van 2 jaar, met als bijzondere voorwaarden voortzetting van de MST-PSB therapie, behandeling in de forensische polikliniek De Catamaran en begeleiding door de jeugdreclassering.
6.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman bepleit een voorwaardelijke werkstraf met als bijzondere voorwaarde voortzetting van de MST-PSB behandeling. De gedragsdeskundigen hebben geadviseerd op te leggen een voorwaardelijke PIJ-maatregel met als bijzondere voorwaarde behandeling in de forensische polikliniek De Catamaran. Echter deze adviezen dateren van februari 2012. Sindsdien is er al heel wat gebeurd aan behandeling. Verdachte volgt heel intensief de MST-PSB behandeling. Daardoor is de behandeling op het gebied van zeden afgerond. Naast voortzetting van de MST-PSB therapie, zou het volgen van een Equip-training als voorwaarde kunnen worden opgelegd voor traumaverwerking. Indien de rechtbank van oordeel is dat als bijzondere voorwaarde behandeling bij de forensische polikliniek De Catamaran moet worden opgelegd verzoekt de raadsman om een aanvullend rapport door de gedragsdeskundigen.
6.3 Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan drie zedendelicten. De rechtbank acht dit ernstige feiten. De feiten hebben grote impact (gehad) op de slachtoffers en de gezinnen van de slachtoffers. Bovendien kunnen de slachtoffers van dergelijke delicten nog jarenlang hinder ervan ondervinden. Bij feit 2 is het slachtoffer het zusje van verdachte.
De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij is doorgegaan met het dwingen tot ontuchtige handelingen van [slachtoffer 1], nadat gebleken was dat zijn [slachtoffer 2] zwanger was van hem, en een abortus had ondergaan. De zedendelicten beslaan aldus een lange periode en overlappen elkaar.
Drs. [naam psycholoog], psycholoog, heeft een rapport uitgebracht over verdachte d.d. 19 december 2011. Zij concludeert dat er bij verdachte sprake is van het herhaaldelijk niet respecteren van grenzen en rechten van anderen en van een onverschilligheid voor de gevoelens van anderen ondanks verzet van die ander en van de ander manipuleren voor eigen plezier. Hij gaat hierin zo ver dat er sprake lijkt te zijn van pervasieve ontwikkelingskenmerken. Zij acht verdachte licht verminderd tot verminderd toerekeningsvatbaar. Voor het recidivegevaar is zorgelijk het gebrek aan empathie, het zich terugtrekken en afsluiten, het niet nadenken over de consequenties van zijn gedrag en het niet stoppen van eigen grensoverschrijdend gedrag, ook niet als de ander zich verzet. Zij adviseert aan verdachte een voorwaardelijke PIJ-maatregel op te leggen met als bijzonder voorwaarden voortzetting van de MST-PSB behandeling van de Viersprong en behandeling bij een forensische polikliniek zoals bijvoorbeeld de Catamaran te Eindhoven.
Drs. [naam psychiater], psychiater, heeft eveneens een rapport uitgebracht over verdachte d.d. 30 december 2011. Zij concludeert dat er bij verdachte sprake is van ADHD en dat er aanwijzingen zijn voor een gestoorde seksuele ontwikkeling. Zij acht verdachte verminderd toerekeningsvatbaar. Indien verdachte niet wordt behandeld, is er kans op recidive. Zij adviseert een voorwaardelijke PIJ-maatregel met als bijzondere voorwaarde behandeling in een forensisch jeugdpsychiatrische polikliniek.
Gelet op de combinatie van kindproblematiek, opvoedingsmoeilijkheden en ernstige delicten is gerichte behandeling in het kader van en voorwaardelijke PIJ-maatregel meer passend, dan een gedragsbeïnvloedende maatregel, omdat dan, indien verdachte zich niet aan de voorwaarden houdt, hij wordt geplaatst in een justitiële jeugdinrichting.
[naam therapeut] MST-PSB therapeut bij de Viersprong heeft naar aanleiding van de rapporten van de gedragsdeskundigen een brief geschreven d.d. 10 februari 2012. Zij is van mening dat een behandeling bij de forensische polikliniek De Catamaran een grote overlap heeft met de MST-PSB therapie en dat deze derhalve na het volgen van de MST-PSB therapie niet meer nodig is. Eventueel zal na het volgen van de MST-PSB therapie een therapie richting rouwverwerking worden geadviseerd.
De Raad voor de Kinderbescherming (de Raad) heeft eveneens een rapport uitgebracht over verdachte d.d. 22 mei 2012. De Raad acht het behandeladvies van de Viersprong onvoldoende. De Raad kan zich vinden in het advies van de gedragsdeskundigen.
Ter zitting hebben de twee gedragsdeskundigen, de MST-PSB therapeut en de vertegenwoordiger van de Raad hun standpunten nader toegelicht. Zij blijven bij hun advies. De psychiater, [naam psychiater], heeft verklaard dat de MST-PSB behandeling een systeem gerichte behandeling is en dat verdachte daarnaast ook een individuele behandeling nodig heeft, gelet op zijn problematiek.
De rechtbank is, gelet op de rapportages, met de gedragdeskundigen [naam psycholoog] en [naam psychiater] en de Raad van oordeel dat naast de MST-PSB therapie, hetgeen een systeem therapie is, ook een individuele behandeling noodzakelijk is gelet op de problematiek van verdachte en de beschermende houding van de ouders. De raadsman heeft gesteld dat de rapporten van de gedragsdeskundigen, nu deze dateren van eind 2011, achterhaald zijn. Ter terechtzitting d.d. 29 mei 2012 hebben de gedragsdeskundigen hun adviezen echter nader toegelicht, rekening houdend met de MST-PSB therapie.
De rechtbank stelt vast dat een (voorwaardelijke) PIJ-maatregel dient te worden opgelegd. De gepleegde feiten zijn misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten en de veiligheid van personen is in het geding geweest. Bovendien is voldoende vast komen te staan, dat de maatregel in het belang is van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van verdachte. Op grond van hetgeen de psycholoog, de psychiater en de Raad in hun rapporten vermelden, is de rechtbank tot het oordeel gekomen dat verdachte intensieve behandeling nodig heeft ter voorkoming van recidive. De voorkeur voor een voorwaardelijke PIJ-maatregel boven een voorwaardelijke jeugddetentie is gelegen in het feit dat indien verdachte zich niet houdt aan de voorwaarden hij wordt geplaatst in een inrichting voor jeugdigen waar hij ook behandeling krijgt en dat is wat verdachte behoeft. De feiten zijn te ernstig om een voorwaardelijke werkstraf op te leggen.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging tevens rekening gehouden met het blanco strafblad van verdachte.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank, met de officier van justitie, van oordeel dat een voorwaardelijke PIJ-maatregel met als bijzondere voorwaarden begeleiding door de jeugdreclassering, voortzetting van de MST-PSB therapie en behandeling in de forensisch polikliniek De Catamaran te Eindhoven voor verdachte passend en geboden is.
Ten aanzien van de MST-PSB therapie merkt de rechtbank op dat vast is komen te staan dat [slachtoffer 2] op geen enkele wijze betrokken wordt binnen deze gezinstherapie. Deze handelwijze acht de rechtbank opmerkelijk nu de rechtbank [voornaam slachtoffer 2] als slachtoffer ziet, verdachte als dader en zij beiden binnen het gezin verblijven.
7 Het beslag
7.1 De verbeurdverklaring
De in beslag genomen voorwerpen, te weten
-1 laptop, kleur zwart, merk Toshiba Satellite,
-1 systeemkast, kleur zwart, merk Asus,
zijn vatbaar voor verbeurdverklaring.
Gebleken is dat verdachte deze voorwerpen ten eigen bate kan aanwenden en feiten 1 en 3
zijn begaan met behulp van deze voorwerpen.
8 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 77a, 77g, 77h, 77s, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 240b, 245 en 246 van het Wetboek van Strafrecht.
9 De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 primair: Feitelijke aanranding van de eerbaarheid;
feit 2: Met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
feit 3: Een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verspreiden, vervaardigen en in bezit hebben;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
Maatregel
- beveelt de voorwaardelijke plaatsing van verdachte in een inrichting voor jeugdigen, met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat deze maatregel niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
* omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* omdat verdachte tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat:
* verdachte zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens de jeugdreclassering;
* dat verdachte de MST-PSB therapie voortzet;
* dat verdachte meewerkt aan de behandeling in de forensische polikliniek De Catamaran te Eindhoven, of soortgelijke instelling;
- draagt de jeugdreclassering op verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van de voorwaarden;
Beslag
- verklaart verbeurd de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten
1 laptop, kleur zwart, merk Toshiba Satellite,
1 systeemkast, kleur zwart, merk Asus;
-heft het geschorste bevel voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. Schoonen, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. Hinfelaar en mr. Bogaert, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Persoons, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 12 juni 2012.
Mr. Hinfelaar is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
1.
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari
2010 tot en met 8 augustus 2011 te [plaatsnaam] en/of te [plaatsnaam],
door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of
(een) andere feitelijkhe(i)d(en), te weten [slachtoffer 1] (tijdens
chatgesprekken) heeft gedwongen tot het plegen van een of meer (steeds
verdergaande) ontuchtige handeling(en), bestaande uit telkens
- het tonen van de borsten en/of
- het zichzelf vingeren en/of
- het in de vagina en/of in de anus binnenbrengen van een borstel en/of een
vibrator en/of
- het op en neer bewegen van die borstel en/of die vibrator in de vagina
en/of in de anus
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het (telkens) (met een
webcam) opnemen van die (ontuchtige) handelingen en het (telkens) dreigen die
(camera) (ontuchtige) opnamen te publiceren op het internet (youtube en/of
hyves);
art 246 Wetboek van Strafrecht
subsidiair, althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari
2010 tot en met 8 augustus 2011 te [plaatsnaam] en/of te [plaatsnaam]
in elk geval in Nederland,
door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, een
persoon, [slachtoffer 1] ([geboortedatum]), waarvan hij, verdachte,
wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien
jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen
te plegen,
bestaande die ontuchtige handelingen hierin dat hij, verdachte, met [slachtoffer 1] (middels gebruikmaking van een computer en/of zogeheten "webcam")
(een) seksueel geladen en/of seksueel prikkelend(e) (chat) gesprek(ken) heeft
gevoerd en/of gehad en/of die [slachtoffer 1] op dwingende toon heeft gezegd
dat zij (seksueel getinte) filmjes van zichzelf moest maken en/of seksueel
getinte handelingen bij zichzelf moest verrichten
en/of (vervolgens) daarvan beeldopnames moest maken waardoor [slachtoffer 1] (op verzoek van hem, verdachte) haar lichaam heeft ontbloot en/of
(middels die webcam) haar ontblote lichaam heeft getoond aan hem, verdachte
en/of die [slachtoffer 1] (vervolgens) met haar vinger(s) haar vagina in is
gegaan en/of die [slachtoffer 1] zich heeft gevingerd en/of [slachtoffer 1] een borstel en/of een vibrator in haar vagina en/of anus heeft
binnengebracht en/of die borstel en/of vibrator in haar vagina en/of anus op
en neer heeft bewogen
en bestaande dat misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend
overwicht uit het feit dat hij verdachte die [slachtoffer 1] heeft gedreigd
de gemaakte film(s) op internet (hyves en/of Youtube) te zetten als zij niet
zou doen wat hij, verdachte, wilde;
art 248a Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 november
2010 tot en met 31 december 2010 te [plaatsnaam], met (zijn
zusje) [slachtoffer 2] (geboren op [geboortsdatum]), die de leeftijd
van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt,
een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of
mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer 2] hebbende verdachte zijn penis gebracht in de vagina van [slachtoffer 2] en/of met zijn penis op en neer gaande bewegingen gemaakt en/of is
verdachte klaargekomen in de vagina van [slachtoffer 2];
art 245 Wetboek van Strafrecht
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2011 tot en met 8 augustus 2011
te [plaatsnaam] in elk geval in Nederland, één of meermalen
een (aantal) afbeelding(en) en/of (film)fragment(en) en/of (een)
gegevensdrager(s), bevattende één of meer afbeeldingen van seksuele
gedragingen, heeft
verspreid (door het plaatsen op internet [YouTube]) en/of aangeboden en/of
vervaardigd en/of ingevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of in bezit
gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met
gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
- het tonen van de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18
jaren nog niet heeft bereikt en/of
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij door de
stand van de camera en/of de (onnatuurlijke) pose van die persoon
nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden
(@-cv-@filmpje 1-1: blote borsten zichtbaar en/of het zichzelf vingeren en/of
@-cv-@filmpje 1-2: blote borsten zichtbaar en/of blote vagina zichtbaar en/of
het in de vagina binnenbrengen van een borstel en/of
@-cv-@filmpje 1-5: blote borsten zichtbaar en/of het in de vagina
binnenbrengen van een borstel en/of
@-cv-@filmpje 1-6: blote vagina zichtbaar en/of het in de vagina
binnenbrengen van een borstel en/of het in de anus binnenbrengen van een
borstel) ;
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht