ECLI:NL:RBBRE:2012:BW9171
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Kooijman
- A. Louwerse
- J. de Weert
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak bedreiging en bewezenverklaring mishandeling met ontslag van rechtsvervolging en plaatsing in psychiatrisch ziekenhuis
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 19 juni 2012, stond de verdachte terecht voor bedreiging van medewerkers van de Rabobank en mishandeling van zijn tandarts. De rechtbank oordeelde dat de bedreiging niet wettig en overtuigend bewezen kon worden, omdat de verdachte, die lijdt aan een psychiatrische stoornis (schizofrenie), niet het opzet had om de bankmedewerkers te bedreigen. De rechtbank sprak de verdachte dan ook vrij van dit feit.
Wat betreft de mishandeling van de tandarts, oordeelde de rechtbank dat deze wel bewezen was. De verdachte had de tandarts met een vuistslag in het gezicht geraakt, wat leidde tot pijn bij het slachtoffer. De rechtbank nam de conclusies van deskundigen over die de verdachte als volledig ontoerekeningsvatbaar beschouwden. Dit leidde tot het ontslag van alle rechtsvervolging op grond van artikel 39 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank legde de maatregel van plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis op, omdat de verdachte een gevaar vormde voor de algemene veiligheid van personen zonder behandeling. De rechtbank oordeelde dat de verdachte intensieve behandeling nodig had in een gedwongen kader, gezien zijn psychische toestand en het recidiverisico. De vordering van de benadeelde partij, de tandarts, werd gedeeltelijk toegewezen, waarbij de rechtbank de verdachte aansprakelijk stelde voor materiële schade tot een bedrag van € 500,00.
De beslissing van de rechtbank is gebaseerd op de artikelen 24c, 36f, 37, 39 en 300 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde feit.