ECLI:NL:RBBRE:2012:BX0194
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E.J.G. Eijssen-Vruwink
- Rechtspraak.nl
Betwisting van betalingsregeling en hoofdelijke aansprakelijkheid in civiele procedure
In deze civiele procedure vorderde eiseres, een besloten vennootschap [X] B.V., betaling van een openstaande factuur van € 5.636,08, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, van gedaagden [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2]. De zaak betreft een betalingsregeling die op 27 oktober 2011 was getroffen, waarbij gedaagde sub 1 zich had verbonden om maandelijks € 10,00 te betalen. Eiseres stelde dat deze regeling niet kon worden nagekomen gezien de hoogte van de vordering, waardoor het jaren zou duren voordat de schuld zou zijn afgelost. Gedaagde sub 1 voerde aan dat de betalingsregeling ten onrechte was beëindigd door eiseres, maar de kantonrechter oordeelde dat eiseres in redelijkheid niet aan de regeling kon worden gehouden, gezien de niet-tijdige betalingen door gedaagde sub 1 en de expliciete voorwaarden van de regeling.
De kantonrechter oordeelde dat de vordering van eiseres op 30 januari 2012 opeisbaar was en dat gedaagden hoofdelijk aansprakelijk waren voor de betaling van de hoofdsom. De rechter wees de vordering van eiseres toe, met uitzondering van de gevorderde buitengerechtelijke kosten, omdat deze niet voldoende waren onderbouwd. De wettelijke rente werd toegewezen vanaf de datum van de dagvaarding. De kosten van de procedure werden eveneens aan gedaagden opgelegd, waarbij de kantonrechter de proceskosten begrootte op € 1.228,34. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.