ECLI:NL:RBBRE:2012:BX1338
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzuimboete wegens te late aangifte inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 26 april 2012 uitspraak gedaan over de verzuimboete van € 226 die aan belanghebbende was opgelegd wegens het te laat indienen van de aangifte inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PH) voor het jaar 2008. De rechtbank oordeelde dat de verzuimboete terecht was opgelegd, omdat belanghebbende niet had aangetoond dat er sprake was van afwezigheid van alle schuld (avas).
Belanghebbende had de aangifte uitbesteed aan haar belastingadviseur en had verzocht om uitstel tot 1 mei 2010. Ondanks herinneringen en aanmaningen van de Belastingdienst, heeft belanghebbende de aangifte niet tijdig ingediend. De rechtbank stelde vast dat de belastingadviseur in de veronderstelling verkeerde dat de aangifte op 19 juli 2010 elektronisch was ingediend, maar dat dit niet was gebeurd.
De rechtbank benadrukte dat het aan belanghebbende was om aan te tonen dat zij aan haar zorgplicht had voldaan en dat zij alle redelijke maatregelen had getroffen om de aangifte tijdig in te dienen. De rechtbank concludeerde dat het enkel doorsturen van de herinneringen en aanmaningen naar de belastingadviseur niet voldoende was om te concluderen dat belanghebbende aan haar zorgplicht had voldaan.
De rechtbank oordeelde dat de opgelegde verzuimboete zowel relatief als absoluut passend en geboden was, gezien het doel van de boetebepaling om fiscale verplichtingen te waarborgen. Het beroep van belanghebbende werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.