ECLI:NL:RBBRE:2012:BX2082

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
10 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
724111 ov 12-2492
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van de vereffening van een nalatenschap met betrekking tot de kosten van publicatie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Breda op 10 juli 2012 uitspraak gedaan over een verzoek tot opheffing van de vereffening van de nalatenschap van Adrianus Petronella van Loon, die op 18 maart 2012 in Yogyakarta (Indonesië) is overleden. De verzoekers, erfgenamen van de overledene, hebben verzocht om de opheffing van de vereffening op grond van artikel 4:209 van het Burgerlijk Wetboek, omdat de waarde van de baten van de nalatenschap zo gering is dat het niet in het belang van de betrokkenen is om de vereffening voort te zetten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de kosten van publicatie in de Staatscourant en twee nieuwsbladen niet voorgeschreven hoeven te worden, aangezien de bekendmaking op internet een even goede, zo niet betere, mogelijkheid biedt voor belanghebbenden om geïnformeerd te worden over de nalatenschap. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de reeds gemaakte vereffeningskosten op nihil worden vastgesteld en dat de opheffing van de vereffening zal worden ingeschreven in het boedelregister. De beschikking is bekendgemaakt op rechtspraak.nl/uitspraken, en de verzoekers zijn ontheven van de wettelijke publicatieplicht. Tegen deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift is verstrekt.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
team kanton Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 724111 OV VERZ 12-2492
beschikking d.d. 10 juli 2012 op een verzoek tot opheffing ex artikel 4:209 van het Burgerlijk Wetboek (BW)
ingediend door:
1. Petronella Maria Helena van Loon, wonende te (4661 BB) Halsteren, Griegstraat 11,
2. Gerardus Adrianus van Loon, wonende te (4661 HX) Halsteren, Burgemeester Mastboomplein 14,
3. Henricus Cornelis van Loon, wonende te (4611 AM) Bergen op Zoom, Antwerpsestraatweg 105,
4. Cornelis Petrus van Loon, wonende te (4611 RR) Bergen op Zoom, Engelsestraat 6a,
5. Maria Petronella Jacoba van Loon, wonende te (2950) Kapellen (België), Kapelsestraat 308 en
6. Peter Adriaan Loeff, wonende te (3334 KA) Zwijndrecht, Fruiteniersstraat 23, in zijn hoedanigheid van bewindvoerder in de wettelijke schuldsaneringsregeling van Gideon Henricus van Loon, wonende te (3071 VS) Rotterdam, Tulpstraat 40,
erfgenamen in de nalatenschap van:
Adrianus Petronella van Loon,
laatstelijk gewoond hebbende te (4701 HM) Roosendaal, Burgemeester Prinsensingel 4d,
overleden te Yogyakarta (Indonesië) op 18 maart 2012,
nader te noemen erflater.
Het verzoekschrift is ingediend door tussenkomst van mr. T.C. de Vries, waarnemende het vacante kantoor van mr. J.A.I.M. Schul, destijds notaris te Halsteren.
1. Het verloop van het geding
De procesgang blijkt uit de op 12 juni 2012 ter griffie ontvangen verzoekschriften, met bijlage, waarvan de inhoud hier als ingelast wordt beschouwd.
2. Het verzoek
2.1 Verzoekers, erfgenamen van erflater, zijn vereffenaar van de beneficiair aanvaarde nalatenschap van erflater en verzoeken op grond van het bepaalde in artikel 4:209 BW opheffing van de vereffening, vanwege de geringe waarde van de baten van de nalatenschap.
2.2 Ter onderbouwing van het verzoek is een vermogensbeschrijving overgelegd.
2.3 Verzoekers hebben afgezien van verhoor door de kantonrechter.
3. De beoordeling
3.1 De kantonrechter is van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat de waarde van
de baten van de nalatenschap zodanig gering is, dat er -gelet op de waarde van de schulden-
aanleiding is om de opheffing van de vereffening te bevelen.
3.2 De wet bepaalt dat deze opheffing dient te worden gepubliceerd. Nu er vrijwel geen baten zijn, wordt geoordeeld dat het in niemands belang is om daarvoor nog kosten te maken. Omdat de nalatenschap beneficiair aanvaard is zouden de kosten van publicatie voor rekening van het budget voor de rechtspraak komen, dus voor rekening van de Staat. Nu geen publicatie heeft plaatsgevonden van het vereffenaarschap en er ook verder geen dwingende noodzaak bestaat voor de -kostbare- wettelijk voorgeschreven wijze van bekendmaking (publicatie in de Staatscourant en advertentie in twee nieuwsbladen), zal deze niet worden voorgeschreven. De belanghebbenden kunnen immers ook op een andere wijze, namelijk via internet, worden geïnformeerd, hetgeen iedere belanghebbende een even goede, wellicht betere, mogelijkheid geeft om de financiële situatie van de nalatenschap te kunnen inzien. Dit brengt ook geen nieuwe kosten met zich mee. De bekendmaking van de beschikking zal plaatsvinden op rechtspraak.nl/uitspraken. Deze wijze van bekendmaking komt in de huidige tijd met internet beter tegemoet aan de bedoeling van de wetgever, dan met de publicatiemiddelen uit de tijd waarin het huidige erfrecht werd ontworpen, toen de toegang tot internet nog niet algemeen was. Verzoekers zullen daarom worden ontheven van de wettelijke publicatieplicht.
3.3 De reeds gemaakte vereffeningskosten worden vastgesteld op nihil.
3.4 De griffier zal zorg dragen voor inschrijving van de opheffing van de vereffening in het boedelregister.
4. De beslissing
De kantonrechter:
- beveelt de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van erflater;
- stelt de reeds gemaakte vereffeningskosten vast op NIHIL;
- verstaat dat deze beschikking bekend gemaakt zal worden door plaatsing op rechtspraak.nl/uitspraken;
- wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. B.J.G.M. Ides Peeters, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 10 juli 2012, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld:
door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroepschrift moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof te 's Hertogenbosch.