ECLI:NL:RBBRE:2012:BX4339
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzuimboeten voor gebruik van de autosnelweg door belastingplichtige met vrachtauto
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 28 juni 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belastingplichtige, aangeduid als belanghebbende, en de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale Administratie. De zaak betreft de oplegging van vier verzuimboeten voor het niet tijdig betalen van de belasting zware motorrijtuigen (BZM) voor het gebruik van de autosnelweg op vier verschillende data in juli 2011. De rechtbank heeft vastgesteld dat belanghebbende op deze data gebruik heeft gemaakt van de autosnelweg zonder de verschuldigde belasting voorafgaand aan het gebruik te betalen. Dit leidde tot de oplegging van naheffingsaanslagen en verzuimboeten door de inspecteur.
De rechtbank oordeelde dat de eerste verzuimboete van € 246 passend was, maar dat de overige boeten, gezien de omstandigheden van de zaak, gematigd konden worden tot € 150 per boete. De rechtbank hield rekening met het feit dat de naheffingsaanslagen op dezelfde dag waren verzonden en dat belanghebbende na het eerste verzuim maatregelen had getroffen om aan haar fiscale verplichtingen te voldoen. De rechtbank verklaarde het beroep van belanghebbende gegrond voor de boeten onder de aanslagnummers die betrekking hadden op de tweede, derde en vierde verzuimboete, en vernietigde de uitspraken op bezwaar van de inspecteur voor deze boeten.
De rechtbank benadrukte dat het aan belanghebbende was om aan te tonen dat er sprake was van afwezigheid van alle schuld (avas) om te voorkomen dat verzuimboeten werden opgelegd. Aangezien belanghebbende hier niets had aangevoerd, werden de boeten als terecht opgelegd beschouwd. De rechtbank gelastte tevens dat de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 302 aan haar vergoedde. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak.