ECLI:NL:RBBRE:2012:BX4346
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
WOZ-waarde onroerende zaak en alternatieve gebruiksmogelijkheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 28 juni 2012 uitspraak gedaan over de WOZ-waarde van een onroerende zaak, gelegen in Tilburg. De heffingsambtenaar had de waarde vastgesteld op € 127.000, welke waarde in de uitspraken op bezwaar was verlaagd tot € 97.000. De belanghebbende, eigenaar van de onroerende zaak, betwistte deze waardering en stelde dat de waarde op € 40.000 moest worden vastgesteld. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar de waarde niet aannemelijk had gemaakt. De taxateur had de waarde voor een groot deel gebaseerd op toekomstige gebruiksmogelijkheden van het perceel, zoals tuinuitbreiding of parkeervoorzieningen. De rechtbank vond dat bij het bepalen van de waarde onvoldoende rekening was gehouden met de kosten en moeite die nodig zijn om de onroerende zaak in een nieuwe toestand te brengen. Bovendien was er onvoldoende inzicht in de kans dat de alternatieve gebruiksmogelijkheden gerealiseerd konden worden. De rechtbank concludeerde dat geen van de partijen aannemelijk had gemaakt op welk bedrag de waarde van de onroerende zaak moest worden vastgesteld. Uiteindelijk heeft de rechtbank de waarde vastgesteld op € 50.000, en het beroep gegrond verklaard. De heffingsambtenaar werd gelast het door de belanghebbende betaalde griffierecht van € 41 te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, drs. J.M.C. Hendriks.