ECLI:NL:RBBRE:2012:BX8759

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
1 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
02/801293-11
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. Prenger
  • mr. Dekker
  • mr. Schoenmakers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in overvalzaken op juwelier in Dongen door gebrek aan bewijs

Op 1 oktober 2012 heeft de Rechtbank Breda uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van twee overvallen op een juwelier in Dongen, gepleegd op 7 april en 10 juni 2011. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om de verdachte te veroordelen. Ondanks dat het dossier aanwijzingen bevatte voor de betrokkenheid van de verdachte, zoals getuigenverklaringen en een vingerafdruk op een gestolen kentekenplaat, was dit niet voldoende om tot een veroordeling te komen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van beide feiten, omdat de bewijsvoering niet voldeed aan de eisen die de wet stelt.

De officier van justitie had verzocht om de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren, omdat niet duidelijk was welke kosten door de verzekering zouden worden vergoed. De verdediging steunde dit verzoek en voerde aan dat de vordering niet-ontvankelijk verklaard moest worden in verband met de vrijspraak van de verdachte. De rechtbank heeft de benadeelde partij inderdaad niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, aangezien de verdachte was vrijgesproken van de feiten waaruit de schade zou zijn ontstaan.

De rechtbank heeft in haar oordeel benadrukt dat, hoewel er aanwijzingen waren voor de betrokkenheid van de verdachte, deze niet voldoende waren om tot een bewezenverklaring te komen. De rechtbank heeft de voorlopige hechtenis opgeheven en de beslissing om de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren, is ook in lijn met de vrijspraak van de verdachte. Dit vonnis benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rechten van de verdachte in het strafproces.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Sector strafrecht
parketnummer: 02/801293-11
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 1 oktober 2012
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [datum en plaats]
wonende te [adres]
gedetineerd in P.I. Krimpen aan den IJssel.
Raadsman mr. B.J. Visser, advocaat te Breda
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 25 september 2012, waarbij de officier van justitie, mr. A. van Triest, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de benadeelde partij.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1: op 7 april 2011 met anderen een juwelier in Dongen heeft overvallen;
feit 2: op 10 juni 2011 met anderen een juwelier in Dongen heeft overvallen.
3 De voorvragen
De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met anderen de twee overvallen op de juwelier in Dongen heeft gepleegd en baseert zich daarbij op de diverse getuigenverklaringen, het dactyspoor waarbij er een vingerafdruk van verdachte is gevonden en de beschikbare telecomgegevens, waaruit onder andere blijkt dat verdachte veelvuldig contact had met twee medeverdachten rond 10 juni 2011, die inmiddels voor die overval zijn veroordeeld. Voor beide overvallen geldt volgens de officier van justitie dezelfde modus operandi: drie overvallers, dezelfde juwelier en dezelfde vluchtroute.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen en wijst daarbij op het feit dat er zeer weinig bewijs in het dossier aanwezig is. Verdachte ontkent consequent enige betrokkenheid bij de feiten. Het feit dat bij de overval een auto met kenteken [( - - )] werd gebruikt, waar later op die kentekenplaat een vingerafdruk van verdachte is gevonden, terwijl die kentekenplaten in de nacht van 7 april 2011 is gestolen, maakt nog niet dat verdachte bij het plegen van de overval aanwezig is geweest. Verdachte geeft aan wel vaker kentekenplaten op bestelling te stelen of ze zelf te gebruiken om hier dan mee te tanken zonder te betalen.
Aan het signalement van de daders dat is afgegeven, voldoet ieder getint persoon met rasta haar. Bovendien zou het telefoonnummer [06-.......] in gebruik zijn bij verdachte. Verdachte geeft aan dat het niet zijn telefoonnummer is en uit geen enkel bewijsmiddel blijkt dat het zijn telefoonnummer was. Ten slotte is er met de pinpas van verdachte op 10 juni 2011 om 09:40 uur gepind bij de Rabobank Westland. Het is onwaarschijnlijk dat verdachte zijn pinpas aan iemand uitleent en het is dus onmogelijk dat verdachte op diezelfde dag in Dongen was.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
Vast staat dat er op 7 april 2011 en 10 juni 2011 een overval is gepleegd op de juwelier [naam juwelier] in Dongen door meerdere getinte personen. Onder de dreiging van een vuurwapen en de tweede keer ook een knuppel, hebben de overvallers diverse goederen meegenomen. Op 7 april 2011 werd er bij de vlucht gebruik gemaakt van een auto met kenteken [( - - )]. Deze kentekenplaten worden later teruggevonden. De kentekenplaten zijn in de nacht van 7 april 2011 in Capelle aan den IJssel gestolen en op één van de kentekenplaten wordt een vingerafdruk van verdachte gevonden.
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij regelmatig tankte zonder te betalen en dat hij hier ook wel eens gestolen kentekenplaten voor gebruikte. Ook heeft hij vaker kentekenplaten op bestelling gestolen. De vriendin van verdachte heeft het tanken met gestolen kentekenplaten bevestigd en ter terechtzitting wordt een brief overgelegd waaruit blijkt dat hij eerder zonder te betalen heeft getankt. Het feit dat er in de nacht van de overval in Capelle aan den IJssel kentekenplaten worden gestolen die na de overval in Dongen worden teruggevonden met een vingerafdruk van verdachte erop, maakt naar het oordeel van de rechtbank nog niet dat daarmee vaststaat dat verdachte daadwerkelijk bij de overval betrokken dan wel aanwezig was.
Voor de tweede overval zijn inmiddels twee verdachten veroordeeld. Uit telecomgegevens blijkt dat deze medeverdachten veelvuldig telefonisch contact hebben gehad met het telefoonnummer [06-.......]. Één van de medeverdachten heeft dit nummer onder de naam “[naam]” in haar telefoon staan. Uit de historische gegevens van het nummer blijkt ook dat dit nummer contact heeft met personen in de directe omgeving van verdachte. Uit de mastgegevens van dit nummer blijkt bovendien dat het nummer op 7 april 2011 om 02:09 uur in Capelle aan den IJssel is en zich om 10:26 uur vanaf de Moerdijk naar Capelle aan den IJssel verplaatst. Op 10 juni 2011 verplaatst de telefoon zich voor de overval van Capelle aan den IJssel richting Dordrecht en na de overval van Terheijden terug naar Capelle aan den IJssel.
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij het nummer [06-.......] niet kent en dat dit niet bij hem in gebruik is geweest. Onder verdachte is geen telefoon aangetroffen die aan dit nummer kan worden gelinkt. De rechtbank is dan ook van oordeel dat uit de bewijsmiddelen onvoldoende naar voren komt dat het nummer [06-.......] bij verdachte in gebruik is geweest. De rechtbank overweegt voorts dat zelfs indien vast zou komen te staan dat verdachte ten tijde van de twee overvallen gebruik heeft gemaakt van dit telefoonnummer, nog niet worden gezegd dat verdachte in Dongen was op 7 april 2011 en 10 juni 2011 en aldaar een bijdrage heeft geleverd aan één of aan beide overvallen. Het telefoonnummer heeft op de bewuste dagen immers wel in de omgeving van Dongen aangestraald, maar niet in Dongen zelf.
Bij de tweede overval zou gebruik zijn gemaakt van een kleine groene auto met kenteken [( - - )] Op 8 juni 2011 heeft een getuige een groene auto met kenteken [( - - )] gezien in Dongen. Uit Blueview blijkt dat verdachte op 20 mei 2011 in een groene Opel Corsa voorzien van kenteken [( - - )] reed, die op naam staat [naam]] Verdachte heeft ter zitting aangegeven [naam] te kennen en dat hij wel eens in een Opel Corsa heeft gereden. Echter ook dit is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om vast te kunnen stellen dat verdachte op de bewuste 10 juni 2011 betrokken is geweest bij de overval op de juwelier [naam juwelier] in Dongen. Zo is niet komen vast te staan dat er geen kleine groene auto zou zijn met het kenteken zoals hierboven is vermeld, terwijl voorts niet is gebleken dat het verdachte is geweest die op de betreffende dag in Dongen in deze auto heeft gezeten.
Hoewel het dossier aldus grond biedt voor vermoedens van strafbare betrokkenheid van verdachte bij voornoemde overvallen, zoals ten laste gelegd, ontbreekt hiervoor voldoende wettig en overtuigend bewijs. Nu ook overigens (buiten de door de officier van justitie aangehaalde en hierboven besproken onderdelen) in het dossier onvoldoende bewijs voorhanden is, ook indien alle aanwijzingen in onderling verband en samenhang worden beschouwd, moet verdachte worden vrijgesproken voor beide feiten.
5 De benadeelde partij
De benadeelde partij [naam benadeelde] vordert een schadevergoeding van € 30.675,69 voor feit 1 en 2.
De officier van justitie heeft verzocht om de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren, nu niet duidelijk is welke kosten door de verzekering worden vergoed.
De verdediging heeft primair aangevoerd dat de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in verband met een niet bewezenverklaring en subsidiair sluit de verdediging zich aan bij het standpunt van de officier van justitie.
Verdachte is vrijgesproken van het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan.
De rechtbank zal daarom de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.
6 De beslissing
De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten;
Voorlopige hechtenis
- heft de voorlopige hechtenis op;
Benadeelde partijen
- verklaart de benadeelde partij [naam benadeelde] niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt de benadeelde partij [naam benadeelde] in de kosten van verdachte, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. Prenger, voorzitter, mr. Dekker en mr. Schoenmakers, rechters, in tegenwoordigheid van Koppenaal, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 1 oktober 2012.
Mr. Dekker is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
1.
hij op of omstreeks 7 april 2011 te Dongen tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van 170 euro, althans enig
gedlbedrag en/of een aantal (kinder-)horloge(s), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan Juwelier [naam juwelier] - [naam juwelier],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd
van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn
mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin
bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededaders:
- met een bedekt/gemaskerd gezicht de winkel binnen kwamen lopen en/of
- (dreigend) heeft/hebben geroepen: "liggen, liggen" en/of "geld, geld" en/of
"de kluis", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of;
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (dreigend) een vuurwapen, althans een op een
vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben getoond en/of
- (een) ruit(en)/vitrine(s) heeft/hebben ingeslagen;
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 10 juni 2011 te Dongen tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening heeft weggenomen 19, althans een of meerdere (goud)bakken gevuld
met diverse sieraden en/of 14, althans een of meerdere horloges en/of blanco
cadeaubonnen en/of blanco cadeaumunten, in elk geval enig goed, geheel of tendele toebehorende aan Juwelier [naam juwelier] - [naam juwelier], in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke
diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen [naam benadeelde partij] en/of [slachtoffer 1] en/of M.
[slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of
gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of
aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van
het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld
hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededaders:
- met kracht de deur van de kantoorruimte heeft/hebben opengeduwd waarachter
die [naam benadeelde] en/of die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] zich bevonden, en/of
- (dreigend) heeft/hebben geroepen: "Allemaal op de grond liggen" en/of "Waar
is de kluis", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking,
en/of;
- die [naam benadeelde] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (dreigend) een vuurwapen en/of,
althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben getoond en/of;
- (een) ruit(en)/vitrine(s) heeft/hebben ingeslagen;
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht