ECLI:NL:RBBRE:2012:BX8759
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Prenger
- mr. Dekker
- mr. Schoenmakers
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in overvalzaken op juwelier in Dongen door gebrek aan bewijs
Op 1 oktober 2012 heeft de Rechtbank Breda uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van twee overvallen op een juwelier in Dongen, gepleegd op 7 april en 10 juni 2011. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om de verdachte te veroordelen. Ondanks dat het dossier aanwijzingen bevatte voor de betrokkenheid van de verdachte, zoals getuigenverklaringen en een vingerafdruk op een gestolen kentekenplaat, was dit niet voldoende om tot een veroordeling te komen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van beide feiten, omdat de bewijsvoering niet voldeed aan de eisen die de wet stelt.
De officier van justitie had verzocht om de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren, omdat niet duidelijk was welke kosten door de verzekering zouden worden vergoed. De verdediging steunde dit verzoek en voerde aan dat de vordering niet-ontvankelijk verklaard moest worden in verband met de vrijspraak van de verdachte. De rechtbank heeft de benadeelde partij inderdaad niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, aangezien de verdachte was vrijgesproken van de feiten waaruit de schade zou zijn ontstaan.
De rechtbank heeft in haar oordeel benadrukt dat, hoewel er aanwijzingen waren voor de betrokkenheid van de verdachte, deze niet voldoende waren om tot een bewezenverklaring te komen. De rechtbank heeft de voorlopige hechtenis opgeheven en de beslissing om de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren, is ook in lijn met de vrijspraak van de verdachte. Dit vonnis benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rechten van de verdachte in het strafproces.