ECLI:NL:RBBRE:2012:BY0195
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Alferink
- A. Pellikaan
- J. Schotanus
- Rechtspraak.nl
Moord met volledige ontoerekeningsvatbaarheid en terbeschikkingstelling
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 16 oktober 2012, stond de verdachte terecht voor de moord op [slachtoffer] op 4 april 2012 in Tilburg. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, ondanks haar geestestoestand, met voorbedachten rade handelde. De verdachte had een mes gepakt met de intentie [slachtoffer] te doden en stak haar meermalen, wat leidde tot de dood van het slachtoffer. De rechtbank concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de strafbaarheid van de verdachte uitsloten. De psycholoog en psychiater die de verdachte onderzochten, concludeerden dat zij lijdt aan een ernstige schizo-affectieve bipolaire stoornis, waardoor zij volledig ontoerekeningsvatbaar was ten tijde van het delict. De rechtbank volgde dit advies en oordeelde dat de verdachte niet strafbaar was voor de moord, wat leidde tot haar ontslag van alle rechtsvervolging. De rechtbank legde echter de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging op, gezien het hoge recidiverisico en de noodzaak voor langdurige behandeling. De benadeelde partijen, de nabestaanden van [slachtoffer], werden niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen tot schadevergoeding, omdat de wet geen mogelijkheid biedt voor immateriële schadevergoeding in dergelijke gevallen. De rechtbank baseerde haar beslissing op de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht.